Het
donker besluipt je
9+ - The red tree van Shaun Tan (Perth, 1974) dateert al van 2001 en
geldt in Australië, het geboorteland van de tekenaar, als zijn populairste
boek. Toch verscheen het pas dit jaar in het Nederlands en wel in een vertaling
van Bart Moeyaert. Het boek, dat door Simone van Driel in NRC Handelsblad werd getypeerd als het ‘donkerste prentenboek’ dat
ze ‘ooit las’ (‘en het mooiste donkere’ voegde ze er aan toe), wordt gedragen
door korte poëtische zinnen. Het is een loodzwaar, somber gedicht dat in
zinnetjes van gemiddeld zes woorden over de geïllustreerde pagina’s is
verdeeld:
soms
begint een dag
en is er niks om naar uit te kijken
soms
wordt het er niet beter op
het donker besluipt je
niemand
begrijpt je
de wereld wordt doof
geen
doel
geen gevoel
je wacht en wacht en wacht en wacht
en wacht en wacht en wacht
maar er gebeurt nog altijd
niks
muizenissen
worden reusachtig
voor het MOOIE heb je geen oog
het
komt NOOIT MEER goed
je weet niet wat je moet doen of laten
of WIE je van plan was te zijn
je weet niet waar je blijven
moet
en de dag lijkt te eindigen
zoals hij is
begonnen
maar plotseling groeit er iets
vlak voor je
het heeft kleur en het gloeit
en het wacht op je
precies zoals je had gehoopt
Wie in De rode boom begint te bladeren wordt geleidelijk aan meegezogen.
Het duurt even voor het boek begint. Waar begint het eigenlijk? Er is geen
echte titelpagina. Op het zacht grijs gemêleerde schutblad dwarrelt een
miniscuul dor blaadje naar beneden. Je ziet het dunne kronkelige spoor dat het
in de lucht maakte. Er zitten wat sprongetjes in maar het blaadje zakt
ontegenzeggelijk naar beneden.
De eerste illustratie toont een roodharig meisje dat op een
krukje staat in een glooiend groen landschap. Zij houdt een rode toeter voor
haar mond waaruit vele kleine lettertjes stromen: h, f, a, m, r, u, e, n, o, b…
Niet zo maar letters, maar mooie letters met schreven, drukletters. Ze
verspreiden zich over de volgende bladzijden.
Het frontispiece bestaat uit een
beeld van een staande klok in een korenveld tegen een felblauwe lucht. De
achtergrond is een directe verwijzing naar het werk van Vincent van Gogh, maar
de klok zelf, beplakt met oude postzegels en foto’s, is symbolistisch en
surrealistisch tegelijk. Hij zal wel naar het verleden verwijzen. De klok staat
op één voor twaalf, de cijfers op de wijzerplat worden door bruine blaadjes
gevormd, alleen de twaalf is rood. In het hokje waar bij koekoeksklokken
normaal gesproken het vogeltje zit, staat een helder rood nestje met een
stralend wit eitje erin. Een lange lijn kronkelt daar vandaan over de pagina
ernaast en dan naar beneden, waar een kleine gele vogel met rode poten aan de
rondgestrooide lettertjes staat te pikken. Deze bladzijde zou de titelpagina
moeten zijn, maar er staat op het eerste gezicht alleen ‘voor inari’, in
getekende drukletters. Alleen wie heel goed kijkt kan verspreid over de grond
toch een titel vinden. En daarmee wordt de toon gezet. Wie heel goed kijkt ziet
steeds meer in dit boek.
Dat geldt eigenlijk voor alle boeken van Shaun Tan en zeker
voor het internationaal zeer geprezen The
arrival (Melbourne 2006), bij ons verschenen als De aankomst (Querido, 2008), een boek over immigratie, dat geen
woord bevat en alleen drijft op vele, gedetailleerde monochrome beelden. In een
interview met NRC Handelsblad naar
aanleiding van zijn bekroning met de Astrid Lindgren Memorial Award 2011
vertelde Tan eerder dit jaar dat hij zichzelf niet als een illustrator
beschouwt, niet als iemand die met zijn tekeningen een visueel sausje giet over
een textueel verwoord idee. Naast elkaar gezet gaan tekst en beeld een relatie
met elkaar aan, aldus Tan, maar woorden versnellen het lees/kijkproces. Door
elke tekst weg te laten heeft de tekenaar het verhaal van De aankomst bewust vertraagd. Traag zou je ook De rode boom,
dat zeer weinig woorden bevat, moeten bekijken.
Shaun Tan zoekt in zijn boeken
bewust de spanning tussen de bekende en de bevreemdende wereld op. In De rode boom geeft hij daar op veel
verschillende manieren uiting aan. Bladzijde na bladzijde wordt telkens een
aspect van somberheid en depressie gevisualiseerd, die samen het hierboven
geciteerd gedicht vormen. Bij de zin ‘de wereld wordt doof’ heeft Tan in paarsig-grijze
pasteltinten een Egyptische tempelwand neergezet aan de voet waarvan eenvormige
mensen met uitdrukkingsloze gezichten voortlopen, langs geometrische
decoraties. De hoofdpersoon, het roodharige meisje, troont daar middenvoor iets
boven uit. Ze opent net onder haar borstbeen een klepje met een zwevend
gloeilampje erin. Het geeft weinig licht, ze lijkt gewoon te controleren of het
er nog zit, haar hoofd hangt naar beneden. Roept deze prent herinneringen op
aan de ingehouden vormentaal van Paul Klee, verderop, bij ‘Je weet niet wat je
moet doen of laten’, staat het meisje in een Jeroen Bosch-achtig decor op een
toneel. Ze is gekleed als een middeleeuws kind dat straf heeft en omringd wordt
door bizarre, surrealistische figuren. Op weer een andere prent lijkt een
detail uit het werk van Bosch of Brueghel juist enorm uitvergroot. Het meisje
steekt schriel en klein af tegen de grove penseelstreken in vlammend rode
tinten.
Het is
duidelijk dat Shaun Tan geen associatief, vanuit zijn gevoel werkende
kunstenaar is. Hij heeft kunstgeschiedenis en literatuur gestudeerd en doet
veel onderzoek voor zijn boeken. Je kunt bijvoorbeeld zien dat zijn fabeldieren
op echte dieren berusten, en dat hij ook die echte dieren zeer gedetailleerd
kan tekenen.
Maar
het aardige van een boek als De rode boom
is gek genoeg ook de taligheid ervan. De kunstenaar stopt allerlei
vreemde en minder vreemde woorden in zijn tekeningen. Een van de platen bestaat
uit een gedetailleerde collage samengesteld uit Engelstalige en Chinese
kranten, vol huizen, muren, vliegtuigen en vierkante koppen. De beelden
verwijzen naar de hele wereld.‘Geen doel, geen gevoel’, luidt de dichtregel.
Saillante woorden zijn apart uitgeknipt: reading, words, meaning, falling, undisclosed.
Het roodharige meisje klimt er op een dun laddertje naar toe. Haar gezicht is
bleek.
De rode boom wordt doorgaans bestempeld
als een somber boek, ook al laat Tan het hoopvol eindigen:
maar plotseling groeit er iets
vlak voor je
het heeft kleur en het gloeit
en het wacht op je
precies zoals je had gehoopt
De somberheid zit hem
vooral in de tekst. De beelden relativeren mijns inziens de somberheid van dit
boek behoorlijk, omdat ze absurd zijn, onrealistisch, en daardoor humor
bevatten. Ze roepen op zijn minst een glimlach op. Maar lachen en humor zijn
natuurlijk beladen woorden als het over depressie gaat.
Shaun Tan: De rode
boom, Querido, Amsterdam 2011, 32 p. : ill. ISBN 9789045112398.
Distributie L&M Books
Oorspronkelijk
verschenen in De Leeswelp 2011
deze pagina printen of opslaan