Poëzie

BOEKEN NR. 6, JUNI 2023

Mattijs Deraedt: Kleine wereld

door Dirk De Geest

Net zoals in zijn veelgeprezen debuut De schaduw van wat zo graag in de zon was blijven staan kiest Mattijs Deraedt zijn inspiratie opnieuw dicht bij huis, maar dat belet de dichter niet om vaak verrassend uit de hoek te komen. Zijn ‘kleine wereld’ (die zich in het Brusselse lijkt te situeren) is immers een microkosmos van het hele universum. Dat komt grotendeels door de eigenzinnige waarneming van de auteur, die in ieder detail een aanleiding ziet om zijn verbeelding te activeren. De bundel is symbolisch geordend rond enkele ruimtes, achtereenvolgens de buurt, het appartement, de keuken en uiteindelijk ‘vogelvlucht. Het betreft hier, met andere woorden, een beweging naar binnen die wordt opgelost in de omgekeerde dynamiek. Dat traject krijgt echter onder de pen van Deraedt van meet af aan grotere proporties, doordat hij zowel de ruimte als de tijd uitspreidt. Als hij op straat komt ziet hij niet enkel stenen maar ook sporen van dinosauriërs en een ver verleden, toen het landschap helemaal anders was. Het is een van de vele manieren waarop de dichter laat zien hoezeer heden en verleden verweven zijn, net zoals de mens in feite deel uitmaakt van een omvattende kosmos waarin zijn plaats niet belangrijker is dan die van fauna, flora en levenloze dingen.  

Op die manier wordt het huiselijke en vertrouwde tegelijk een plek van intense ontdekkingen, waarbij de dichter alle zintuigen aanwendt. Zelf verandert hij ook door die ervaringen en transformeert hij tot een jager of een ziener. De wereld, de aarde en de stenen van zijn appartement worden gepersonifieerd tot levende en ademende wezens. In die zin is de verkleining van de ruimte tot de keuken slechts gedeeltelijk een realiteit, want ook de gewone huishoudelijke bezigheden worden getransformeerd tot avonturen. De sleutelbos wordt een vleesetende plant, het schillen van aardappelen is het creëren van grillige vormen en sculpturen. Deraedt is meesterlijk in het vinden van dergelijke haast surreële metaforen die bij nader toezien onze blik op het dagelijkse verandert. Het vertrouwde groeit uit tot iets exotisch. Veel beelden zijn immers ontleend aan een exotische wereld, compleet met jungle en vreemde diersoorten. Het dichterlijke ik dompelt zich daarin onder, transformeert tot een dier of een plant, en ook het dichterschap krijgt daardoor een grote intensiteit. Het onooglijke verandert zo in iets essentieels.
 
Typerend voor die manier van verbeelden is ook de manier waarop de bundel is doordrongen van vogels. Overal duiken de parkieten op, exoten die zich ook bij ons gevestigd hebben (nadat hun bezitters de vogels hebben losgelaten) en als het ware bizarre kleuren in ons stadslandschap aanbrengen. Ze symboliseren de fascinatie voor het vreemde in de bundel, maar tegelijk onderstrepen ze het verlangen van de dichter om te ontsnappen. In die zin belichaamt Deraedt, hoe eigentijds zijn poëzie ook klinkt als getuigenis van een typische millennial, toch ook weer de aloude droom van dichters en hun romantiek. De manier waarop hij concies omgaat met taal, met ritme en beeld zorgt er echter voor dat deze gedichten, ook na herhaalde lectuur, blijven intrigeren. 
 
Mattijs Deraedt: Kleine wereld, Poëziecentrum, Gent 2023, 76 p. ISBN 9789056551308

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri