Vertaald proza

BOEKEN NR. 6, JUNI 2023

Lola Lafon: Als je naar dit lied luistert. Een nacht in het Achterhuis.

door Katja Feremans

Van de Franse schrijfster, zangeres en feministe Lola Lafon (1970) verscheen in het Nederlands eerder De kleine Roemeense die nooit glimlachte. Deze roman, haar vierde, gaat over de turnster Nadia Comăneci. De Roemeense gymnaste behaalde op de Olympische Spelen van Montreal in 1976 met haar geniale oefening aan de brug met ongelijke leggers de maximale score van tien punten. Ze werd daarmee op haar veertiende een uithangbord van het succes van het communisme. Maar het sprookje was van korte duur, want amper een jaar na die doorbraak begon de volwassen vrouw in de frêle kindster te ontluiken. In de ogen van velen deed dit afbreuk aan haar betoverende uitstraling. De kleine Roemeense die nooit glimlachte is een op de werkelijkheid geënt portret, dat aangevuld is met fictieve commentaren van de gewezen topturnster.  

In Als je naar dit lied luistert vertrekt Lola Lafon opnieuw bij een tienermeisje. Dit keer gaat het om Anne Frank, die door de loop van de wereldgeschiedenis altijd tiener gebleven is. Het boek maakt deel uit van de Franse reeks ‘Ma nuit au musée’. Het concept: een auteur wordt uitgenodigd om een nacht alleen in een museum naar keuze door te brengen en uit deze ervaring een tekst te destilleren. Deze opzet levert doorgaans beschouwende werken op. Vaak pakken die avontuurlijk uit, omdat ze buiten het gewone oeuvre van de auteurs staan.
 
Lola Lafon koos ervoor om de nacht van 18 augustus 2021 door te brengen in het Achterhuis aan de Prinsengracht in Amsterdam. Het ging haar om het ervaren van de amper veertig vierkante meter, waar Anne Frank, haar ouders, haar zus en nog vier andere onderduikers tussen 1942 en 1944 zo geruisloos mogelijk de dagen uitzaten.
 
Anne Frank is zo wereldberoemd, dat heel wat mensen haar verhaal niet echt kennen, aldus Lola Lafon. Ze spreekt ook voor zichzelf. In haar boek roept ze Anne Franks achtergrond dan ook op, tot en met de gebeurtenissen na de inval van de Gestapo in het Achterhuis op 4 augustus 1944. Via het doorgangskamp Westerbork moesten de acht bewoners daarna op transport naar Auschwitz-Birkenau. De zusjes Anne en Margot Frank, respectievelijk vijftien en achttien jaar, werden nadien samen met driehonderd andere vrouwen in een veewagen naar het kamp Bergen-Belsen vervoerd. Van de familie Frank overleefde enkel vader Otto de hele tragedie.
 
Lola Lafon wisselt het verhaal van Anne Frank af met haar eigen Joodse familieverleden. Haar grootvader langs moederskant was van Russische origine, haar oma kwam uit Polen. In de vroege jaren dertig kruisten hun wegen zich in Parijs. Daar zochten ze net als vele andere Midden-Europese Joden hun toevlucht voor het opkomende antisemitisme. Toen nazi-Duitsland grote delen van Frankrijk bezette tijdens de Tweede Wereldoorlog, moesten ze in hun gastland alsnog onderduiken.
 
Tot voor kort vond Lola Lafon de Joodse kant van haar identiteit weinig relevant. Ze wilde gewoon tot een ‘normale’ familie behoren, niet een die door het Joods-zijn historisch belast was. Als iemand haar naar haar afkomst vroeg, antwoordde ze steevast dat ze van ‘overal’ vandaan kwam. Dit is overigens niet helemaal gelogen: ze is in Parijs geboren, maar bracht haar kindertijd door in Bulgarije en in het Roemenië van Ceaușescu. Op haar twaalfde keerde ze met haar ouders, allebei professor in de literatuur, terug naar Parijs.
 
Dat ze op een dag niet langer aan haar roots voorbij zou gaan, zat er al wel langer aan te komen. Rond haar tiende kreeg ze namelijk van haar grootmoeder een vergulde medaille met daarin een afbeelding van Anne Frank. De opdracht erbij luidde: ‘Vergeet het niet.’
 
Tijdens haar museumnacht staat ze ook stil bij een nog oudere vergeet-mij-niet-smeekbede. Die werd in 1976 in Boekarest aan haar gericht door een jongen, die ze daar als kind ontmoette. Hij was toen met zijn familie vanuit Parijs onderweg naar Cambodja, van waar het gezin afkomstig was en waar Pol Pot intussen aan de macht kwam. Naderhand bleek dat de vijftienjarige jongen net als Anne Frank een genocide tegemoet reisde.
 
Tot slot gaat het boek ook over het schrijverschap. Lola Lafon gaat in op het ontstaan en de betekenis van Anne Franks dagboeken. Zijn ze een getuigenis, een testament of een literair manuscript van een schrijfster in de dop? Ze trekt het thema verder open door dieper in te gaan op de redenen waarom iemand (zijzelf incluis) vrijwillig kiest voor de eenzaamheid van het schrijven.
 
Vooraf stond haar niet helder voor ogen waarover ze het precies zou hebben na haar nacht in de leegte van het Achterhuis. Een geruststellend citaat van Marguerite Duras hielp haar het hoofd koel te houden: ‘Als we van tevoren, voor het schrijven, enigszins wisten wat we gaan schrijven, dan schreven we nooit. Het zou de moeite niet lonen.’ Uit de puzzelstukken waarmee Lola Lafon na haar museumervaring aan de slag ging, is uiteindelijk een vindingrijk, aangrijpend en intiem essay ontstaan.
 
Lola Lafon: Als je naar dit lied luistert, De Arbeiderspers, Amsterdam 2023, 190 p. ISBN 9789029549882. Vertaling van Quand tu écouteras cette chanson door Katrien Vandenberghe. Distributie L&M Books

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri