Rond haar
vierenvijftigste kreeg Annie Ernaux (1940, Yvetot in Normandië) een relatie met
een man die dertig jaar jonger was dan zijzelf. Hij dook al even op in haar
indrukwekkende memoir De jaren uit 2008 (De Arbeiderspers 2022). Dit is
haar autobiografische vertelling die voorbijglijdt tegen de achtergrond van wat
haar, Frankrijk en/of de wereld beroerde tussen 1941 en 2006. Daarin valt haar
verhouding met de jongere man als een fait divers tussen de plooien van de
tijd. In het flinterdunne De jongeman zoomt Annie Ernaux dieper in op
wat er precies speelde tussen haar en A., een berooide letterenstudent.
Het begon halfweg de jaren 1990 met een ‘onbeholpen nacht’
waarna ze aan hem bleef kleven. Hij beminde haar dan ook met meer passie dan
haar ooit tevoren door een geliefde betuigd was. Toen ze eerst samen waren,
stond ze er best van te kijken hoe ze in zijn nabijheid teruggeworpen werd in
de tijd. Zo vond ze bij hem thuis, in zijn ijskoude en aftandse
eenkamerappartement in Rouen, het gebrek aan comfort van haar studententijd
terug. Daarenboven herkende ze tekenen van haar eigen volkse afkomst in veel
van zijn gedragingen, die gedicteerd werden door een aanhoudend en overgeërfd
geldgebrek. A. belichaamde met andere woorden de herinnering aan haar eerste
wereld.
Van haar kant liet zij hem nader
kennismaken met de meer verfijnde kringen waar zij intussen haar plek in
gevonden had. Ze bezochten literaire evenementen, gingen samen naar het
theater, ondernamen stedentrips. Van hun tweeën was zij met voorsprong de meest
begoede. De ongelijke machtsverhouding die daardoor tussen hen bestond, vond
Annie Ernaux enigszins merkwaardig. Als jonge vrouw had ze immers nooit op die
manier aan het langste eind getrokken.
Mettertijd
kwam het haar echter voor dat ze bij A. alleen nog maar vluchtig gedaanten
aannam van wie ze ooit was. De gewaarwording dat scènes van weleer zich leken
te herhalen noemt Annie Ernaux zowel in De jaren als in De jongeman
een palimpsestgevoel – naar een manuscript dat wordt afgekrabd om er opnieuw op
te kunnen schrijven. Uitgerekend de indruk dat ze beelden en ervaringen kon
ophopen zonder er iets nieuws bij te voelen, heeft haar na vijf jaar doen
beslissen dat A.’s rol in haar leven uitgespeeld was.
De jongeman leest een beetje als een triomftocht. Zonder
enige schaamte beleefde Annie Ernaux een relatie waarop vanwege het
leeftijdsverschil toch een taboe rustte. Bovendien hield zij in die affaire de
touwtjes in handen. Ook met haar afkomst hangt dit gevoel van overwinning voor
een deel samen.
Ze is een telg uit een geslacht
van landloze boeren en arbeiders. Haar ouders hadden een kruidenierszaak, annex
café. Van kindsbeen af merkte ze hoe mensen van ‘haar soort’ geminacht werden
om hun manieren, hun accent en hun gebrek aan algemene ontwikkeling. Ze
ondervond daarnaast ook aan den lijve hoe haar kansen en vrijheden beknot
werden in vergelijking met die van mannen. Het wreken van haar sekse en haar
soort noemt ze dan ook al sinds haar twintiger jaren haar literaire opdracht.
Niet toevallig had ze het dus uitvoerig over de invloed van machtsverhoudingen
verbonden aan klasse en gender in het dankwoord dat ze uitsprak, toen ze in
2022 de Nobelprijs voor Literatuur in ontvangst nam.
De jongeman is een persoonlijk relaas. Toch voegt het
niet zo heel veel toe aan wat Annie Ernaux in het meer afstandelijke De
jaren al schreef over deze liefdesgeschiedenis. Het motto van De
jongeman verklaart misschien nog het best waarom de hervertelling van deze
episode uit haar leven er toch gekomen is: ‘Als ik de dingen die ik meemaak
niet opschrijf, zijn ze niet af, dan zijn ze alleen maar geleefd.’ Door de
context iets breder te schetsen heeft ze met De jongeman een hoofdstuk
van haar hoogsteigen ‘À la recherche du temps perdu’ verder uitgewerkt.
Annie Ernaux: De jongeman, De Arbeiderspers, Amsterdam 2023,
42 p. ISBN 9789029549776. Vertaling van Les années door Rokus Hofstede.
Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan