René Smeets is sinds jaar en dag bekend als
bloemlezer, maar misschien nog meer als vertaler van het werk van de Duitse
reus Hans Magnus Enzensberger. Recent publiceerde hij nog een uitvoerige
selectie uit diens werk bij het Gentse Poëziecentrum (Zonder papieren),
voorzien van een voortreffelijk inleidend essay.
Bij uitgeverij P in Leuven
debuteert Smeets nu ook als dichter. Dat is althans een versie van de feiten.
De dichter zelf noemt zijn debuut immers Alles gestolen, wat
programmatisch wijst op zijn eigen gebrek aan originaliteit of liever zijn
poging om iets anders te brengen dan intieme bedenkingen in een zogenaamd
unieke stijl. Hij verbindt integendeel zijn eigen teksten letterlijk met die
van Enzensberger, door te willen schrijver ‘over’, ‘voor’ en ‘à la manière d’’
Enzensberger. De meeste gedichten kan men inderdaad beschouwen als variaties op
en bewerkingen van reeds bestaande Duitse gedichten.
Die transformaties zijn erg verschillend van aard. Soms
varieert de ‘nieuwe’ dichter subtiel een vers van Enzensberger en tilt het zo
naar een nieuwe tijd. Op andere ogenblikken maakt hij vooral gebruik van frasen
en motieven om een soort van eigen combinatie tot stand te brengen. De
resultaten van dat puzzelwerk (het gaat inderdaad om de dichter als maker en
niet zozeer om de dichter als ziener) zijn erg wisselend van aard, en
vanzelfsprekend zullen vooral lezers van het werk van Enzensberger her en der
glimlachen bij het herkennen van teksten. Een typisch voorbeeld van die werkwijze
is het gedicht met de titel ‘Apocalyps’. Waar Enzensberger in zijn gelijknamige
gedicht een Italiaanse renaissanceschilder oproept, maakt Smeets een portret
van de jonge Duitse dichter die op Cuba aan zijn meesterwerk schrijft. De
woorden van het oorspronkelijke gedicht zijn onmiskenbaar aanwezig in de nieuwe
versie, maar die is veel eigentijdser en nadrukkelijk biografisch. Dat gebeurt
in nogal wat verzen van deze bundel.
Dit is geen grote poëzie, maar
een bescheiden bijdrage van een uitmuntend vertaler. In die zin hoeft het niet
te verbazen dat de toon van deze bundel vrijwel perfect zit, met de typische
vermenging van beelden en stijlen zoals wij die in het werk van Enzensberger
terugvinden. Naast die nauwgezette bewerkingen zijn er overigens ook verzen
waarin de Vlaamse dichter vrijuit zijn gang gaat, met veel gevoel voor
taalelegantie en ironie. Deze teksten passen vanzelfsprekend goed bij het
geheel, maar tegelijk doen zij vermoeden dat wij binnenkort wel meer
oorspronkelijk werk van René Smeets mogen verwachten.
René Smeets: Alles
gestolen. Gedichten. Een handvol verzen à la Hans Magnus Enzensberger, P,
Leuven 2020, 60 p. ISBN 9789493138131
deze pagina printen of opslaan