Mislezen is gemakkelijk, zei de pastoor.
Maar een woord of zelfs maar één letter fout lezen, kan echt belangrijke
gevolgen hebben. En zijn we ooit zeker dat we wel degelijk begrijpen wat er
staat? Wie dat om een of andere reden moet bewijzen, kan dat het beste doen
door hetzelfde te zeggen met andere woorden of in een andere taal.
Vertalers zijn dan
ook uitstekende lezers en een schrijver kan het zich eigenlijk niet permitteren
dat er slechte vertalingen en dus foute of verminkte versies van zijn werk in
omloop zijn. Daarom roept Günter Grass bij ieder nieuw boek al zijn vertalers
bij zich om hen gedurende een paar dagen exact uit te leggen wat nu de
bedoeling was van het nieuwe boek.
Goede vertalers kunnen namelijk niet zomaar een duistere
passage links laten liggen, maar moeten ook de moeilijkste stukken van een
tekst vertalen. Maar net zogoed weten diezelfde vertalers dat je altijd ook een
keuze moet maken, en kiezen is verliezen. Wie niet kan kiezen, moet maar een
ander beroep zoeken dan vertaler.
De grootste religies in de wereld zijn
openbaringsgodsdiensten: meer dan de helft van de wereldbevolking is moslim of
christen. Beide groepen geloven dat hun god een boodschap heeft gegeven in de
vorm van een boek en in beide gevallen gaat het om een boek dat niet geschreven
is in een taal die vandaag nog gesproken wordt.
Wie exact wil weten wat deze
goden van ons verlangen, moet dus dringend Hebreeuws, Aramees, Grieks en/of
oud-Arabisch leren. Voor wie dat niet wil, zijn er vertalingen. Christenen
hebben altijd al een vertaling gelezen: hun Nieuwe Testament is in het Grieks,
net zoals wat zij het Oude Testament noemen. Paulus, Johannes en de andere
christelijke schrijvers citeren de oude Hebreeuwse teksten in een Griekse
vertaling. Bij moslims is dat anders: zij geloven niet in vertalingen. Het
nadeel van dat vertaalverbod is natuurlijk wel dat je op die manier maar moet
geloven dat andere mensen jou eerlijk zullen vertellen wat god juist bedoeld
heeft.
Christenen
hebben een ander probleem, zoals joden al heel lang weten. De belangrijkste
boodschap van de teksten in het Nieuwe Testament is dat Jezus van Nazareth de
in sommige Hebreeuwse teksten beloofde Verlosser is. Maar het idee van een
dergelijke Messias was vrij nieuw in het jodendom en komt eigenlijk niet voor
in het grootste deel van hun teksten. Op zich was dat geen probleem, want de
joodse schriftgeleerden hadden in de oudere teksten al voldoende voorspellingen
van de verlosser ‘ontdekt’ en de christenen moesten die alleen nog maar
toepassen op Jezus.
In de eeuwen voor en net na het begin van onze jaartelling gebruikten de
meeste joden (en dus ook de christenen) een Griekse vertaling van de Hebreeuwse
teksten. Deze ‘Septuagint’ wijkt op een aantal plaatsen af van de Hebreeuwse
tekst zoals die nu bestaat. Het Hebreeuwse schrift bestond alleen uit medeklinkers:
de klinkers werden pas veel later toegevoegd en dus is ook de huidige joodse
tekst eigenlijk een soort vertaling. Probeer zelf maar eens andere zinnetjes te
maken van de klinkerloze titel van deze columns.
Maar in elke vertaling zitten er
ook kleine verschuivingen, die plots heel belangrijk kunnen zijn. Zo lezen de
christelijke schrijvers bij de profeet Jesaja het volgende vers: ‘Goed dan, de
Here zal Zelf een teken vaststellen: Een maagd zal een kind krijgen! en zij zal
het kind Immanuël noemen.’ In het eerste hoofdstuk van het eerste evangelie
zegt Matteüs over de geboorte van Jezus: ‘Daardoor zal in vervulling gaan wat
God door de profeet Jesaja heeft gezegd’ en dan citeert hij het vers van de
profeet.
Nog
los van de vraag of dit echt een voorspelling is van Jezus (die nu eenmaal niet
Immanuël werd genoemd), weten Bijbelvaste lezers dat dit de eerste verwijzing
is naar een van de belangrijkste geloofspunten van het christendom: de
maagdelijke geboorte van Jezus, wat overigens iets anders is dan de Onbevlekte
Ontvangenis.
Maar
net als Jezus waren de eerste christenen joden en al vlug kregen die van meer
traditionele joden te horen dat Matteüs zich vergist had, samen met de latere
schrijvers die hiervan een geloofspunt hadden gemaakt. In de Griekse tekst van
de profeet staat hier wel parthenos of maagd, maar in het origineel zegt
Jesaja heel wat minder spectaculair dat een jonge vrouw (almah) een
bijzonder kind zal krijgen.
Geen wonder dat katholieken liever alleen de Latijnse
vertaling van de Bijbel gebruiken en dat sommige protestanten recent tot de
conclusie kwamen dat als de Griekse vertaling van het Oude Testament goed
genoeg was voor de evangelisten, dat die dan ook voldoende moet zijn voor de
gelovigen.
De
maagdelijke geboorte van de Messias werd een centraal geloofspunt voor meer dan
een kwart van de wereldbevolking. En dat alles door één woord dat een beetje
verkeerd vertaald werd. Mislezen heeft grote gevolgen.
Oorspronkelijk verschenen in De Leeswolf 2014
deze pagina printen of opslaan