Poëzie

BOEKEN NR. 10, DECEMBER 2023

Richard Foqué: De weg terug

door Marc Bruynseraede

Wie de bundels Wat is er van de nacht (P 2022) en De weg terug gelezen heeft, zal er zich rekenschap van geven dat Richard Foqué zich intens met de reden van bestaan heeft bezig gehouden en er zich onophoudelijk vragen over stelt. De nu 80-jarige dichter-ingenieur-architect werpt met de jongste publicatie een existentiële blik achteruit en vooruit. Zijn inzichten golven als de getijden eb en vloed door de tijd en ruimte van het leven. Het komen en gaan van het bestaan (doctorandus P. zou het, het Heen- en Weerschap noemen) wordt in Foqué’s poëzie in de plooi gelegd met twee cycli: de orde van het gaan (waterlijnen) en de orde van het komen (landlijnen). Constructivistisch, beheerst door de rede, als ordenende kracht.  

Bij de lancering van de bundel in De Zwarte Panter te Antwerpen gaf zijn collega-professor Piet Lombaerde enkele interessante bedenkingen ten beste, die de vinger leggen op de wezenskenmerken van de poëzie van Foqué. De existentiële invalshoek plaatst hem namelijk voor het dilemma van enerzijds de ‘geworpenheid’ in het bestaan en anderzijds zijn streven naar vrijheid.
 
In het eerste gedicht van de cyclus ‘De orde van het gaan’ klinkt al ‘het leven ongevraagd’ op, uit de verzen. De mens wordt op de wereld geworpen en is de speelbal van wetmatigheden waar hij weinig vat op heeft. Toch wil hij, in de tijd en ruimte die hem toebedeeld is, iets tot stand brengen en zijn eigen werkelijkheid ook zingevend bepalen.
 
De weg terug is ook achterom kijken om na te gaan hoe alles gelopen is, zoals Piet Lombaerde de woorden van Yuval Harari citeert. Wie achterom kijkt en zich vragen stelt over het ontstaan van de tijd, van de oerknal tot het heden, zoals Stephen Hawking deed, die zal zich pas een beeld kunnen vormen van het hier en nu, als hij enig (in)zicht krijgt op tijd en ruimte die ons omringen.
 
‘Eeuwige metamorfose.
Telkens weer hetzelfde
in andere vormen.
Ondoorgrondelijk vastgelegd
Onontkoombaar zonder regels.
Want ieder zijn eeuw, zijn era.
Ieder zijn plaats in de tijd.
In de orde van het komen.
In de orde van het gaan.
Geteld, genummerd, gewogen.’
 
Richard Foqué – de ‘gespiegelde man’ -- maakt met deze bundel de balans op van wat het leven voor hem betekent en betekend heeft. Hij doet dit met betrokkenheid en tegelijk met een zekere fatalistische afstandelijkheid en sereniteit. Met een ietwat somber getinte woordenschat tast hij naar de (afwezigheid van) de zin der dingen, bewust van de begrenzing van ons begripsvermogen en tegelijk bezield met de ontembare behoefte om orde in de chaos te scheppen.
 
Lopend langs de vloedlijn van de jaren, blikt hij terug op de kinderjaren, op zijn dromen en verlangens: ‘Onbereikbaar de verhalen / van de overkant / onmachtig daar te komen.’
 
In het tweede deel van de bundel – de orde van het komen –beeldt hij de wereld af zoals hij zich aan hem voordoet, in de landlijnen van zijn gedachten:
 
‘Als dan de maan rijst
in de kelk van een roos.
Hoor
Het geritsel in het woud.
Fluisterend muzen,
vergeten en verloren.
Het is de aarde,
die leeft,
die haar dienaars roept
voor vergeten rituelen.’
 
Met een optimistische noot en het mooie gedicht ‘Getijden’ besluit deze bundel dat
‘De weg terug / is de weg voorwaarts’:
 
Laat de eeuwigheid versmelten
met het licht van de sterren
Zo het leven vloeibaar maken,
Gegoten in de mallen van de tijd,
in de orde van het komen,
in de orde van het gaan.’
 
Een poëzie die aanzet tot nadenken en zodoende verdient om gelezen te worden.
 
Richard Foqué: De weg terug, P, 45 p. ISBN 9789464757217 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri