Poëzie

BOEKEN NR. 6, JUNI 2023

Hilde Devoghel: Meestal zijn we aardig

door Dirk De Geest

Hilde Devoghel debuteert met Meestal zijn we aardig. De dichter vindt haar inspiratie in herkenbare ervaringen, maar in haar beste verzen weet ze die aanleiding uit te vergroten en te verwoorden tot bijzondere anekdotes, die veelal verbonden zijn met een zeker inzicht. Het resultaat is dan een verrassende kijk op mens en wereld, die voor heel wat lezers revelerend kan zijn. Zelf omschrijft de auteur in ‘levensles voor een dichter’ dat proces als een vorm van associativiteit die te maken heeft met een grote ontvankelijkheid voor wat zich als mogelijke inspiratie aandient, maar tegelijk ook met de weigering om al te snel betekenissen kort te sluiten. Het gedicht moet precies en accuraat zijn, maar tegelijk ook ruimte overlaten voor de associaties van de lezer.
 
Dat gebeurt op sommige ogenblikken in de bundel inderdaad, ook al zijn niet alle gedichten even origineel en pakkend. Mooi is vooral de openingsreeks, die de onafwendbare scheiding oproept van een dochter en haar moeder: de aftakeling en de dood vormen een onoverbrugbare grens, maar net daardoor ontstaat een besef dat beiden dicht bij elkaar brengt. Daarenboven wordt het ik zich intenser bewust van de aanwezigheid van anderen, wat de relatie dieper maakt maar tevens het besef van een dreigend gemis in de hand werkt. Op een soortgelijke manier begint het ik ook zichzelf te observeren. Daarbij verliest het echter ook onmiskenbare zijn centrale rol, aangezien het de speelbal wordt van externe krachten: het toeval, de toekomst, de gevolgen van het handelen worden bijvoorbeeld gepersonifieerd en krijgen daardoor een bestaan buiten de mens zelf. Het ik verschijnt zo als een soort van buitenstaander bij het eigen leven.
 
Zelfs in de liefdesgedichten blijft die ervaring van ontdubbeling bestaan, waardoor een probleemloze ervaring gedeeltelijk wordt ondergraven. De intimiteit geeft aanleiding tot het opbouwen van herinneringen en een soort van verdere analyse van gebaren en woorden, die expliciet verbonden wordt het met schrijven van poëzie. Het lijkt erop dat de poëtische blik de dichter helpt om verder te kijken en te begrijpen maar toch ook de spontane ervaring van het leven enigszins in de weg staat. Het ik ontmaskert zichzelf daarbij geregeld op een haast cynische wijze, als iemand die allerminst belangeloos in de wereld staat.  
 
Meestal zijn we aardig
is daarom een titel die perfect de teneur van deze bundel weergeeft. Het ontbreekt de dichter vaak nog aan raffinement en originaliteit maar dat Hilde Devoghel wel degelijk een eigen poëtische stem ontwikkelt is zonder meer duidelijk.  
Hilde Devoghel: Meestal zijn we aardig, Pelckmans, Kalmthout 2023, 66 p. ISBN 9789463373968 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri