Een lange eeuw idealisme. Uitgeverij Wereldbibliotheek van 1905-2015

Dit boek zou oorspronkelijk verschijnen in 2005, bij het eeuwfeest van uitgeverij Wereldbibliotheek, maar om allerlei redenen heeft de publicatie ervan lang op zich laten wachten. Het gevolg is wel dat de lezer nu ook een gedetailleerd overzicht krijgt tot 2015, waardoor hij meteen een goed deel van deze eeuw ziet gedocumenteerd. Daarenboven hangen de honderden illustraties (meestal ik kleur) een bijzonder sprekend beeld op van een eeuw boekuitgaven voor een breed publiek.  

De drie auteurs van dit boek (dat tevens een naslagwerk is) hebben zich alleszins voortreffelijk van hun taak gekweten. Niek Miedema geeft allereerst een uitvoerige biografische schets van Leo (oorspronkelijk Lion) Simons, die de uitgeverij oprichtte aan het begin van de vorige eeuw. Simons stamde uit een milieu van winkeliers en werd leraar Nederlands, maar zijn roeping lag bij wat toen nog fraai ‘volksverheffing’ mocht heten; hij schreef kritieken en essays om de cultuur dichter bij een zo breed mogelijk publiek te brengen. Zijn leven lang schonk hij zijn energie aan allerlei initiatieven om dat doel te verwezenlijken, en de contacten met Vlaanderen (waarin de culturele achterstelling nog meer leefde) vormden daarbij een stimulerende invloed. Jan Schilt brengt in dat verband de oprichting van de Wereldbibliotheek ter sprake. Simons probeerde met dat initiatief goede literatuur op een zo goedkoop mogelijke manier bij een zo groot mogelijk publiek te brengen. In eerste instantie ging het hem om de heruitgave van klassiekers (eerder had hij al een editie van de Gijsbrecht van Vondel uitgebracht), maar al snel kiest zijn ‘Maatschappij tot verspreiding van Goede en Goedkoope Lectuur’ voor een breed internationaal perspectief. Vertalingen van successchrijvers als Dickens en Tolstoj zien het licht, maar ook de Nederlandse succesauteur Scharten-Antink krijgt meteen haar kans.
 
Met vallen en opstaan vindt de uitgeverij haar plaats in het Nederlandse (en Vlaamse) boekenlandschap. Tal van reeksen worden uitgeprobeerd om het fonds te structureren en bepaalde segmenten van het beoogde publiek te bereiken, en tijdschriften maar ook eigen boekenkasten worden daarnaast ingezet om de boeken te promoten. Schilt brengt op een voorbeeldige wijze al die initiatieven in kaart, en hij toont hoe Simons vaak een vernieuwer is op zijn terrein, bijvoorbeeld al in het promoten van ‘open boekhandels’, waar geïnteresseerden zelf tussen de boeken mogen snuisteren. De vereniging met haar boekgeschenken kent succes, maar financieel gaat het op en neer. Na het terugtreden van Simons in 1930 zijn bezuinigingen en een gedeeltelijke reorganisatie van het bedrijf noodzakelijk, maar gelukkig zijn er een aantal bestsellers (onder meer van Ernest Claes en Multatuli) die het bedrijf over de crisisjaren heen tillen.
 
Na de Tweede Wereldoorlog wordt de uitgeverij geconfronteerd met grote uitdagingen. Ze moet de concurrentie aangaan met de spotgoedkope pockets van diverse uitgeverijen, ze probeert een fonds voor jongeren uit te bouwen, en uiteindelijk moet ze haar eigen zetterij en drukkerij afstoten. Vooral de buitenlandse bestsellers moeten de uitgeverij boven water houden, maar een overname van het bedrijf valt niet tegen te houden, en in 1975 wordt de Wereldbibliotheek een onderdeel van Becht. Rond 1986 wordt de Wereldbibliotheek echter opnieuw zelfstandig. Het fonds heeft ondertussen opnieuw een veel grotere herkenbaarheid gekregen door uitgever Joos Kat (die het bedrijf overkoopt) en grafisch ontwerper Joost van de Woestijne. Onder meer de grotere inbreng van Zuid-Amerikaanse en Italiaanse auteurs heeft daarbij een belangrijke rol gespeeld.
 
Wat daarna volgt is een succesverhaal. De uitgeverij bouwt een aanzienlijk en belangwekkend fonds op van literaire auteurs, maar ook de non-fictiepoot is prestigieus. Het poëziefonds groeit uit tot een heel eigen component, mede door de inbreng van redacteur Hans Groenewegen. Die bloei legt meteen de band met het heden, dat door Joos Kat (gewezen uitgever) met enige terughoudendheid maar met een grote deskundigheid in het derde deel van dit boek wordt voorgesteld. Kat beperkt zich hoofdzakelijk tot een soort van chronologisch overzicht van uitgaven, maar zelfs daaruit blijkt hoe de Wereldbibliotheek erin geslaagd is om diverse auteurs met wereldfaam (onder meer Allende en Ferrante) aan zich te binden, hoe systematisch geprobeerd wordt om de overgang naar het eigentijdse lezerspubliek te bestendigen (soms met weinig succes zoals bij de start van een eigen fantasyfonds), hoe literaire kwaliteit en economische leefbaarheid in een moeizame balans liggen, hoe tal van Vlaamse auteurs hun weg naar de Nederlandse uitgeverij hebben gevonden…
 
Kortom, dit boeiende boek is veel meer dan een documentatie of een promotiepraatje. Het is, ondanks de diversiteit van de drie delen, een belangrijk naslagwerk en een bijzonder aantrekkelijke uitgave om in te snuisteren (en na te denken over de uiterlijke presentatie van literatuur, die hier perfect wordt geïllustreerd).  
 
Niek Miedema, Jan Schilt en Joos Kat: Een lange eeuw idealisme. Uitgeverij Wereldbibliotheek van 1905-2015, Wereldbibliotheek, Amsterdam 2022,.510 p. : ill. ISBN 9789028421363. Distributie Mythras Books

© 2024 | MappaLibri