Femina. Een nieuwe geschiedenis van de Middeleeuwen, via de vrouwen die daaruit zijn geschrapt

Geschiedschrijving brengt ons niet alleen lang vervlogen tijden in herinnering, maar kaatst de bal ook terug. De manier waarop we naar de geschiedenis kijken, zegt namelijk ook iets over het heden. Onze blik kleurt het verleden. Dat wordt goed duidelijk door het hoofdstuk ‘Krijgers en leiders’ uit het recent uit het Engelse vertaalde Femina van Janina Ramirez.    

Dit hoofdstuk gaat om de zogenaamde Birka-strijdster. Het graf van de Birka-strijdster was al langer bekend, maar tot 2017 werd aangenomen dat de persoon die hier begraven was met ‘alle attributen van oorlog, invasie en plundering’ een man was. Grafgiften als een schild, een zwaard, een lans, een boog met pijlen en twee paarden werden ingezet om het geslacht van de overledene te achterhalen. Maar daarmee bevestigde men vooral de eigen vooroordelen: dat strijden en vechten enkel iets voor mannen is. Een Zweeds team van wetenschappers toonde echter met DNA-onderzoek aan dat het om een vrouw gaat. Dat wierp een nieuw licht, niet alleen op de Birka-strijdster zelf, maar ook op de cultuur waarin ze leefde. De ontdekking leidde tot meer aandacht voor Vikingvrouwen en inmiddels zijn er meer graven geïdentificeerd van vrouwen met wapens.  
 
In een prettig leesbare en meanderende schrijfstijl waarbij je als vanzelf van de ene gebeurtenis naar de andere meegenomen wordt, laat Ramirez verschillende historische vrouwen de revue passeren. Ze hanteert hierbij steeds dezelfde vaste opbouw: de ontdekking in het heden wordt toegelicht, gevolgd door een fictief stukje over hoe het leven er in de bewuste tijd uitzag. Dan volgt de uitgebreide uitleg over de vrouw in kwestie: wie was zij, wat heeft zij betekend voor haar tijdgenoten en welke rol speelde zij in de geschiedenis.
 
Op deze manier maakt de lezer kennis met verschillende vrouwen zoals de reeds genoemde Birka-strijdster, Emma van Normandië en Jadwiga, koning van Polen. Naast de Birka-strijdster wil ik er nog een vrouw uitlichten: Hildegard von Bingen. Als abdis, mystica, theologe, wetenschapper en componist is zij met recht een multitalent te noemen. Hildegard schreef visioenen en natuurwetenschappelijke werken, maar componeerde ook liturgische muziek. Ramirez vergelijkt haar met Leonardo da Vinci, met deze kanttekening dat Hildegard haar werk wél afmaakte.  
 
Ramirez’ hoofdstuk over Hildegard laat mooi zien hoe zij in haar werk de levens van vrouwen met elkaar verweeft. Ze begint met Margarete Kühn die in 1948 de Riesencodex - het manuscript met het verzameld werk van Hildegard – vanuit Oost-Duitsland terug smokkelt naar de abdij van Eibingen. Daarmee verbindt Ramirez een dappere vrouw uit de twintigste eeuw met een moedige vrouw uit de twaalfde eeuw. Dit soort verbindingen tussen vrouwen maakt zij vaker, bijvoorbeeld als het gaat om de borduursters van het tapijt van Bayeux en de vrouwen die erop afgebeeld staan.
 
Uit de beschrijving van Hildegards leven blijkt ook Ramirez’ eigen blik, bijvoorbeeld als zij de vraag stelt of we Hildegard een feministisch icoon mogen noemen. Ze stelt terecht dat het onmogelijk is om een vrouw uit de middeleeuwen een feministe te noemen, maar stelt wel dat Hildegard de zorgen van vrouwen centraal stelt in alles wat ze deed. Ook haalt ze aan dat Hildegard het belang van vrouwelijke figuren als Ecclesia, Synagoge, Liefde en Wijsheid benadrukte en dat ze de Goddelijke Liefde als vrouwelijk voorstelt. Ze gaat hier echter voorbij aan het feit dat Hildegards ideeën over de kosmos, God en de wereld in wezen toch echt de status quo weerspiegelen. Ook de voorstelling van allegorische figuren als vrouwen, inclusief de Goddelijke Liefde, is conventioneel. Hildegard heeft als vrouw een erg bijzondere status weten te verwerven, maar dat kon enkel doordat haar ideeën op één lijn zaten met die van mannen als Bernardus van Clairvaux en paus Eugenius III.  
 
Femina biedt interessant materiaal voor een groot publiek dat de grote-mannengeschiedenis aan kan vullen. Dat is zeker nodig als we kijken naar geschiedenisboeken die in België en Nederland veel aandacht krijgen. Ik denk dan aan de eerste plaats aan De Bourgondiërs van Bart van Loo, maar ook aan de recente winnaar van de Libris geschiedenisprijs, René van Stripriaans De Zwijger. Het leven van Willem van Oranje (Querido 2021). Hoewel al deze boeken zeker over interessante personen gaan, stellen ze wel de mannen uit de geschiedenis centraal. Tegenwicht is dus geboden.
 
Ik wil echter twee kanttekeningen plaatsen bij het boek. De eerste hangt samen met de ondertitel: Een nieuwe geschiedenis van de Middeleeuwen via de vrouwen die daaruit zijn geschrapt. Zijn deze vrouwen echt uit de geschiedenis geschrapt? Dit geldt voor de Birka-strijdster die lang voor een man werd aangezien en waarvan we eigenlijk nu nog weinig weten. Maar dit geldt zeker niet voor Hildegard von Bingen, die zowel in haar eigen tijd als nu nog steeds bekend is en gewaardeerd wordt. We kunnen van een vrouw die door de katholieke kerk als kerkleraar erkend is, niet zeggen dat ze uit de geschiedenis is geschrapt. En Jadwiga, door Johannes Paulus II heilig verklaard en aanbeden in Polen, is ook niet vergeten.
 
Welke vrouwen zijn dan wel uit de geschiedenis geschrapt? Er komen steeds meer bronnen in de belangstelling te staan die niet gaan om adellijke vrouwen, heilige vrouwen of andere vrouwen met grote macht. Denk bijvoorbeeld aan zusterboeken waarin het leven van de normale religieuze vrouw beschreven wordt. Grondig onderzoek naar overgeleverde bronnen (in het Nederlandse taalgebied komt 75% van de boeken uit vrouwenconventen) kan licht werpen op de manier waarop de normale vrouw in het middeleeuwse leven stond. Ik ben het dan ook grondig eens met de oproep aan het einde van het boek om meer aandacht te hebben voor minderheidsgroepen, zoals zwarten en LHBTI+’ers. Ramirez vergeet echter sociale klasse: ook de gewone man én zeker de gewone vrouw blijven te veel onderbelicht in historisch.
 
Mijn tweede kanttekening sluit aan bij de eerste: als de vrouwen uit Femina niet uit de geschiedenis zijn geschrapt, welke meerwaarde heeft dit boek dan? De grote-mannengeschiedenis wordt hier mijns inziens te veel ingeruild voor een grote-vrouwengeschiedenis. Slechts af en toe is er aandacht voor een groep vrouwen, zoals in het hoofdstuk over het Tapijt van Bayeux en het hoofdstuk over de katharen. Zeker worden er door Ramirez interessante figuren uitgelicht, die in het verleden hebben gediend als rolmodellen voor andere vrouwen en dat nu nog steeds kunnen doen. Doel van Ramirez is onze blik veranderen: vrouwen kunnen dit wel en hebben dit in het verleden ook gedaan. In die opzet is dit boek zeker geslaagd.  
 
Maar ik wil hier toch de vraag stellen in hoeverre er niet meer behoefte is aan een sociaal-culturele geschiedschrijving waarbij er gezocht wordt naar structuren en patronen, en de cultuur die daaruit voortkomt. De ene vrouw die de uitzondering is en wel regeert zoals Jadwiga, of die het wel tot kerkleraar schopt zoals Hildegard, bevestigt immers slechts de regel dat dit lange tijd in veel culturen in West-Europa niet standaard was – en eigenlijk nog steeds niet is. Juist door de structuren bloot te leggen die ervoor zorgen dat deze vrouwen slechts uitzonderingen zijn, kunnen we deze structuren doorbreken.  
 
Dit is zeker een goed en interessant boek waarin recente inzichten uit de wetenschap naar een groot publiek gebracht worden. Maar het echte werk waarin vrouwen weer terug in de geschiedenis worden geschreven, moet nog komen. Die geschiedenis is wat mij betreft intersectioneel, met aandacht voor onder andere de zwarte vrouw en de vrouw uit de lagere sociale klassen. Ramirez doet hiertoe een aanzet in het laatste hoofdstuk van haar boek, maar laten we wel wezen, het is 2022, dit zou er al moeten zijn.
 
Janina Ramirez: Femina: Een nieuwe geschiedenis van de Middeleeuwen via de vrouwen die daaruit zijn geschrapt, Prometheus, Amsterdam 2022, 428 p. : ill. Vertaling van Femina : a new history of the middle ages, through the women written out of it door Mario Molegraaf. Distributie L&M Books

© 2024 | MappaLibri