Het kortverhaal
dat de titel leverde voor deze bundel is het op drie na laatste uit een reeks van
26. De bundel in zijn geheel, uitgegeven in 1937, is het allereerste werk van de
Argentijnse schrijfster Silvina Ocampo, die tot haar dood in 1993 naast veel
poëziewerk nog ettelijke andere verhalenbundels publiceerde, alle gekenmerkt
door dezelfde ‘handtekening’: een bevreemdende, door fantasie vervormde werkelijkheid
die laat gissen naar wat er de zin van kan zijn. Als je uit zulk paar dozijn verhalen
‘Vergeten reis’ selecteert als
titelverhaal mag verwacht worden dat je daaruit iets leert omtrent het
spirituele universum van de auteur. Dat doet het inderdaad. ‘Vergeten reis’ voert ons binnen in het
kinderlijke brein van een klein meisje dat zich de dag van haar geboorte wil
herinneren, omdat ze haar eigen naïeve voorstelling daarrond bevestigd wil zien.
Maar heel haar omgeving, tot haar eigen moeder toe, confronteert het kind met
de ‘wrede’ werkelijkheid; een ontluisterende ervaring waardoor de moeder in de
ogen van haar dochtertje plots verandert ‘in een mevrouw die bij hen op visite
was’ en de zonnige dag doet verkeren ‘in een zwarte hemel van de nacht waaraan
geen enkele vogel zong’.
Het milieu waar Silvana in opgroeide en waar ze ook haar
verdere leven in doorbracht was dat van de hogere burgerij van Buenos Aires. Het
was de speeltuin van een elite die er warmpjes inzat en die er permanent op uit
was om de grenzen af te tasten van waar schilderkunst en literatuur, en bij
uitbreiding de menselijke geest, toe in staat waren. Haar echtgenoot Bioy
Casares was een bekend schrijver, haar zus Victoria ook, en ze was bevriend met
de Argentijnse ‘prins der letteren’ Jose Luis Borges, bekend om zijn
hermetische verhalen. In die exquise kringen, die verzot waren op spitsvondige nieuwigheden,
was behoorlijk wat open ruimte voor allerhande spielereien. Waar Ocampo dankbaar gebruik van maakte. Zoals in het
verhaal ‘Vergeten reis’.
Niet enkel het titelverhaal,
maar ook een flink deel van de overige verhalen in de bundel bespeelt het
familiale thema van kinderen in grote huizen en tuinen waar ‘onzichtbare
hutkoffers in de lucht zweefden en witte lakens verschenen als spoken over de
donkere meubels in de vertrekken’, kinderen die optrekken met hun zusjes (Silvina
zelf was de jongste van zes) of met de kinderen van de tuinman, kinderen kortom
die allerlei dromerige, soms bizarre fantasieën op de lezer loslaten waar een
kat haar jongen niet in vindt. Andere verhalen roepen vroegere beelden en
herinneringen op over extravagante figuren of families, of beschrijven buitenissige
anekdotes inclusief de Ocampo typerende surrealistische trekjes. Voor de lezer
is het een hele klus om de weerbarstige betekenis van het vertelde – die er
hoogstwaarschijnlijk toch wel is – te achterhalen.
Bij dit alles mag men niet
vergeten dat Ocampo naast verhalenvertelster ook een opgemerkte dichteres was,
die in de loop der jaren belangrijke prijzen toebedeeld kreeg. Die poëtische
ingesteldheid is onmiskenbaar ook aanwezig in haar kortverhalen. De pointe mag
dan soms wel een harde noot om kraken zijn, de verhaaltrant is glashelder en
doorspekt met veelal visuele vondsten in de trant van ‘de echo was slechthorend
geworden’, of ‘de beschermengelen deden hun middagdutje’, of nog: ‘een woord
met de kleur van ivoor’ (dat nadien ‘zwart’ wordt!). Het maakt het gebeuren
zoveel gevoelvoller en het lezen zoveel aangenamer.
Silvina
Ocampo: Vergeten reis, Orlando, Amsterdam 2022, 144 p. ISBN 9789083206738. Vertaling
van Viaje olvidado door Jacqueline Visscher. Nawoord door Annelies Verbeke.
Distributie Elkedag Boeken
© 2024 | MappaLibri