Steeds
meer dichters willen op dit ogenblik met hun poëzie meer doen dan louter het
verschaffen van intimistisch leesplezier. Dat betekent ruimte voor allerlei vormen
van maatschappelijk engagement in een poging om de literatuur opnieuw
‘urgenter’ te maken. Het creëert, zeker in het geval van gedichten, ook de
ruimte om te gaan experimenteren met nieuwe vormen. Dat heeft onder meer geleid
tot een recente bloei van de dichtbundel met een verhalend karakter, als een
soort van roman-in-dichtvorm.
Ook
de jongste bundel van Thomas Möhlmann past in die tendens. Dankbaar lichaam is
in feite gestructureerd als een doorlopend verhaal, dat evenwel gefragmenteerd
wordt in meer dan een opzicht. Enerzijds is er geen sprake van een
overzichtelijke intrige maar van een aantal los van elkaar staande scènes die
allusief verbonden worden met elkaar. Anderzijds heeft de dichter zijn verhaal
ook versplinterd over een groot aantal personages, waardoor de lezer
uiteenlopende perspectieven op de gebeurtenissen krijgt aangereikt. Het
resultaat is een veelzijdige constructie waarin uiteenlopende thematische
accenten worden gelegd. Formeel worden de gedichten toegeschreven aan telkens
andere stemmen, maar die diversiteit klinkt maar sporadisch echt door in de
toon en het taalgebruik.
Het
verhaal is een liefdesverhaal, tragisch maar niet zonder hoop. Een jonge vrouw
wordt verliefd op een jongen die in het dorp aankomt. De bewoners, die samen
feestvieren, hebben allemaal hun commentaar op de vreemdeling, niet alleen
omdat hij van elders komt maar ook omdat hij zich niet gedraagt als de typische
man maar veeleer een ‘wijfjoch’ lijkt. De anekdotische situatie escaleert snel,
en het verhaal krijgt regelrechte Romeo en Julia-allures. Uiteindelijk sterft
de jongeman. De vrouw wordt daarentegen op het nippertje gered van zelfmoord,
en in haar lichaam groeit nieuw leven.
Die
intrige is nogal vaag en valt maar moeizaam samen te sprokkelen uit de losse
gedichten. Daar is het de auteur immers uiteindelijk om te doen. De gedichten
van de geliefden zijn erg hymnisch en beeldend, en dat een van de reeksen de
titel ‘Hooglied’ draagt is geen toeval. Het zijn verzen die beurtelings lyrisch
zijn en op prozagedichten lijken, maar die steevast een lofzang vormen op de
liefde, vooral dan de mysterieuze ervaring van het onbekende. Deze
liefdesgedichten zijn als het ware losgezongen van de concrete realiteit, en
net daardoor contrasteren ze hevig met de verzen van de buitenstaanders: de
familieleden en de dorpsbewoners. Zij fixeren zich veel meer op wat
traditioneel is en gebruikelijk; op die manier incarneren ze de sociale regels
van de gemeenschap, die in feite geen pottenkijkers van buitenaf duldt. Hun
reacties zijn vaak indirect maar daarom niet minder veelzeggend.
Al
die elementen maken van Dankbaar lichaam een boeiende en veelzijdige
bundel. Toch heeft Möhlmann niet alle mogelijkheden van zijn project optimaal
benut. De toon is gaandeweg nogal voorspelbaar, en het reliëf van de
onderscheiden personages komt niet altijd tot zijn recht. Die bedenkingen nemen
echter niet weg dat deze bundel allicht heel wat lezers voor de poëzie kan
winnen.
Thomas
Möhlmann: Dankbaar lichaam. Een liefdesverhaal in gedichten, Prometheus,
Amsterdam 2021, 71 p. ISBN 9789044647730. Distributie L&M
Books
© 2025 | MappaLibri