2020 is een memorabel jaar, maar het is tegelijk ook een jaar om
zo snel mogelijk achter ons te laten en te vergeten. Wat voor velen onmogelijk
leek (zeker in het welvarende Westen), heeft ons leven grondig overhoop
gehaald: een pandemie, met lockdowns, quarantaine en een storm aan
tegenstrijdige mediaberichten tot gevolg. Mensen werden plots teruggeworpen op
een ander bestaan, geïsoleerd, met vooral schermen die ons ervan overtuigden
dat de buitenwereld nog van tel was.
Het was een periode van
depressies maar ook van bezinning, en het is een periode waarin ook de
literatuur andere paden moest bewandelen. Boekpresentaties en publieke
voorstellingen op festivals waren uit den boze. In die culturele leegte
ontstonden echter andere, veelal kleinschalige initiatieven, vanuit de
overtuiging dat literatuur helend kan werken en meer dan ooit noodzakelijk
blijft. De vereniging ‘Verb(l)ind’ nam bijvoorbeeld het initiatief tot een
poëzietelefoonlijn, waar ‘dichters van wacht’ de traditionele ‘dokters van
wacht’ vervingen. Wie belde (tenminste enkele uren per week) kreeg een dichter
aan de lijn voor een kort gesprek en een gedicht op maat, als moment van
therapie, troost en loutering.
De bloemlezing We zouden
naar zee gaan wil van dat succesvolle initiatief een soort equivalent op
papier vormen. Samenstellers Luuk Gruwez en Thomas Möhlmann kozen van vijftig
collega-dichters een vers dat als een soort van ‘huisapotheek’ kan
functioneren. Hun bloemlezing wordt aangevuld met een aantal poëtische
cursiefjes van Jelle van Riet, die zowel de quarantaine als het
dichtersinitiatief oproept. De bloemlezing zelf is, zoals te verwachten viel,
bijzonder divers. Vrijwel alle bekende dichters van vandaag zijn hier
vertegenwoordigd, maar ook enkele minder bekende poëten kregen de kans om hun
werk voor te stellen. In sommige gevallen betreft het nieuw, nog niet eerder
gepubliceerd werk maar vaak is gebruik gemaakt van reeds eerder in boekvorm
verschenen gedichten.
De thema’s zijn al even verschillend. Heel wat verzen
focussen op de intieme ruimte van menselijk contact; vaak zijn ze troostend van
toon. Andere gedichten zijn daarentegen veel onheilspellender, en hier en daar
komt de lockdown expliciet om de hoek kijken. Op die manier beantwoordt deze
keuze geheel aan de verwachtingen van lezers op dit ogenblik: de angst en de
dreiging maar tegelijk het heimwee naar een veilig (want onbekommerd) bestaan.
Vernieuwend is het allemaal niet, en al evenmin is er sprake van een coherent
beeld of een innovatief programma, maar deze bloemlezing bevat wel een aantal
voortreffelijke gedichten tegen een gunstige prijs. Een boek dat zich richt tot
een breed lezerspubliek, met andere woorden, en een geslaagd cadeau voor de
feestdagen.
Luuk Gruwez, Thomas Möhlmann
(red.): We zouden naar zee gaan. Dichters van wacht, Poëziecentrum, Gent 2020,
78 p. ISBN 9789056552190
© 2025 | MappaLibri