15+ - Carlos Ruiz Zafón schreef Marina midden jaren
negentig, nog voor hij succes vergaarde met zijn vierluik ‘Het kerkhof der
vergeten boeken’. Het verhaal ademt een sfeer van afscheid, afscheid van de jeugd
en van een liefde die niet mocht zijn. Maar tegelijkertijd markeert het boek
ook een nieuw begin, want verhaaltechnisch bevat Marina duidelijk de
kiemen van Zafóns magnum opus.
Zafóns werk moet het vooral hebben van de sfeer. De Spanjaard
schrijft poëtisch, met meanderende zinnen en treffende metaforen. Zijn boeken
bevatten elementen uit de negentiende-eeuwse roman, in het bijzonder de gothic
novel, en lezen als een literaire variant van de film noir. Net als ‘Het
kerkhof der vergeten boeken’ ademt Marina een zweem van melancholie, van
heimwee naar Barcelona’s vergane gloriedagen. Ook de personages zijn een
voorbode voor Zafóns latere werk, in het bijzonder de dromerige en
nieuwsgierige tienerjongen Oscar Drai, die sterk doet denken aan Daniël
Sempere, de verteller uit De schaduw van de wind. Zijn pittige love
interest Marina en haar wijze vader Germán – moederfiguren zijn schaars in
Zafóns boeken – roepen eveneens herinneringen op aan het vierluik.
In al zijn boeken
flirt Zafón met het bovennatuurlijke. Ditmaal passeren monsterlijke
marionetten, een gesluierde dame en een geheimzinnige man met de geur van een
rottend lijk de revue. Deze thrills leiden uiteindelijk tot de ontknoping van
een oud mysterie. Hoewel Zafóns latere werk meer te bieden heeft dan vakkundig
opgebouwde spanning, blijven zijn boeken toch thrillers. Literaire thrillers,
dat wel.
Marina biedt iets meer. Doorheen het boek sluimert een puurheid die
we noch in Zafóns eerdere young adult-romans, noch in zijn latere vierluik
zagen. In een interview in het Brabants Dagblad (4.12.2013) suggereert
de schrijver dat het boek autobiografische elementen bevat: ‘Marina is
het boek dat me het dichtst op de huid zit. Net als hoofdpersoon Oscar ben ik
in mei 1980 zomaar een week van school verdwenen. Ergens in de spelonken van
onze geest bewaren we een geheim. Dit is het mijne.’ Wat verderop in het
gesprek noemt hij de roman zelfs ‘een afscheid van mijn jeugd en van mijn
‘Marina’’. In de roman zelf stelt Oscar meermaals ‘dat we ons alleen herinneren
wat nooit is gebeurd’. Zafón wil deze boodschap duidelijk meegeven aan de
lezer, aangezien hij er ook in zijn voorwoord op terug komt. Het lijkt een
aanwijzing dat we de verteller niet serieus moeten nemen. Want wat de lezer al
aanvoelt, wil Oscar tot het eind van de roman niet aan zichzelf toegeven: niet
Germán, maar diens dochter is ongeneeslijk ziek. Zo plots als Oscar de liefde
gevonden had, zo abrupt moet hij haar laten gaan. Daardoor twijfelt hij of het
überhaupt gebeurd is, of dat het slechts een droom was.
Ook de lezer voelt zich alsof
hij terugkeert uit een droomwereld — bij al Zafóns boeken, eigenlijk. Of zijn
meest persoonlijke roman daadwerkelijk autobiografische elementen bevat, blijft
in het midden. Maar de oprechtheid van het verdriet dat je doorheen het verhaal
proeft, zegt eigenlijk voldoende.
Carlos Ruiz Zafón: Marina, Signatuur, Utrecht 2018, 237
p. ISBN 9789056725976. Vertaling
van Marina door Nelleke Geel. Distributie Standaard Uitgeverij
Oorspronkelijk
verschenen in De Leeswelp
© 2025 | MappaLibri