In de tuin van Monet

6+ - De serie ‘Kunstprentenboeken’, van uitgeverij Leopold in samenwerking met het Kunstmuseum Den Haag, mag met In de tuin van Monet alweer een nieuwe parel verwelkomen. Dit keer spelen de tuinen in het werk en leven van kunstschilder Claude Monet (1840-1926) de hoofdrol. Kaatje Vermeire, die nog maar net de Boekenpauw 2019 in ontvangst mocht nemen voor haar illustraties in Ans en Wilma verdwaald (De Eenhoorn 2018), verzorgt zowel woord als beeld.
 
Het verhaal begint met de ik-persoon, een jonge Monet, die het schilderen in zijn atelier in vraag stelt. Hij schildert zijn muze Camille (Doncieux) liever in de vrije natuur, waar indrukken onmiddellijk tot leven komen op het doek en wat later de basis van het impressionisme zou worden.  
 
‘’Mama, wacht!’
Ik kijk hoe de zon speelt met de jurk van Camille.
Hoe hij haar gezicht en haren streelt.  
Ik heb doeken te kort om haar te schilderen.  
De kleuren dansen. Ze veranderen voortdurend.  
Zoveel beelden, zoveel impressies,  
zoveel Camille.’
 
Camille en Monet zijn inmiddels getrouwd en wonen in Argenteuil. Vermeire brengt een liefdevol tafereel tussen het koppel en hun zoon Jean in hun weelderige tuin en werpt zo een vertederende blik op het prille gezinsgeluk van de jonge schilder. In deze tuin ontdekte Monet zijn passie voor tuinieren.
 
Vermeire illustreert in haar typische stijl en etaleert haar talent op meesterlijke wijze. Monets liefde voor de verschillende seizoenen en hun kenmerkende kleuren en lichtinvallen uit zich in zijn werk en dat weet de illustrator uitstekend te vertalen in haar eigen prenten. De beelden op een dubbele pagina tonen een overweldigende kleurenpracht en de details zorgen ervoor dat achter elke nieuwe blik een bijkomende ontdekking schuilgaat. Bovendien heeft de auteur ook aandacht voor enkele specifieke kenmerken uit het leven van Monet. Zo is zijn atelierbootje enkele keren op te merken en wordt een van zijn favoriete gerechten vermeld. Hoewel we Kaatje Vermeire voornamelijk kennen en bejubelen om haar illustraties, doen de minutieus gekozen en poëtische bewoordingen zeker niet onder voor het beeld.  
 
De prachtige levendige kleuren maken plaats voor een eentonig en dof winterlandschap. De grijze ijsvlakte verwijst naar de strenge winter in Frankrijk in 1879, een periode waarin Monet gebukt ging onder het verlies van Camille en zijn steeds toenemende geldzorgen. Het gebrek aan kleur staat symbool voor zijn melancholische gemoedstoestand.  
 
Vermeire toont het roze huis met de groene luiken in Giverny dat Monets laatste woonplaats zou worden. Hier woonde hij samen met Alice (Hoschedé), haar zes kinderen en zijn twee zonen. De tuin zorgt opnieuw voor kleur in zijn leven en werk, waarbij ook zijn liefde voor tuinieren een nieuw hoogtepunt kent. Hier lijkt hij rust gevonden te hebben.  
 
‘Toch ontbreekt er iets.  
Ik denk aan toen,  
aan die dagen aan zee.  
Toen de zee baadde in het licht van de zon.  
Toen duizenden lichtvlekken dansten  
en schitterden in de golven.  
Ik vraag me af,  
kan een tuin in water bloeien?’
 
In het verlengde van zijn bestaande tuin legt Monet een nieuwe tuin aan, waar de vijver met waterlelies, de blauweregen en de Japanse brug de inspiratiebronnen bij uitstek zullen vormen in zijn latere werk. Vermeire geeft dit mooi weer door op de kaft de schilder zijn penseel in de waterlelievijver te laten dopen. Ze beschrijft en tekent hoe in die periode ook de kwaliteit van zijn zicht sterk achteruitgaat. Zijn werk bestaat dan voornamelijk nog uit wat hij schildert uit zijn verbeelding.  
 
Met Monets woorden ‘Welkom in mijn tuin’ sluit het boek af. Een letterlijke boodschap, want de tuin in Giverny is tot op vandaag nog steeds open voor publiek. Voor wie die reis (nog) niet wil maken zijn er de idyllische tuinlandschappen in dit boek om even bij weg te dromen.
 
Kaatje Vermeire: In de tuin van Monet, Leopold, Amsterdam 2019, 32 p. : ill. ISBN 9789025878221. Distributie Standaard Uitgeverij 

© 2024 | MappaLibri