6 + — ze was een oude vrouw die alleen woonde
in een oud huis. achter de zware voordeur was het zo donker dat je het einde
van de gang niet kon zien. in haar huis rook het vreemd. ze vulde je drinkglas
met iets gifgroens dat niet eens léék op limonade. ik was niet graag met haar
alleen. Deze herinneringen uit mijn kindertijd aan een Maldegemse oudtante
kwamen weer boven tijdens het lezen van De
vrouw en het jongetje. Geert De kockere en de debuterende illustrator
Kaatje Vermeire (geb. 1981) maakten een beeldschoon prentenboek. en niet alleen
omdat het zo herkenbaar vorm geeft aan een kinderangst, het maakt vooral indruk
door de raadselachtige sfeer en de manier waarop de platen en de mooi
ingehouden tekst het verhaal vertellen.
Het
verhaal speelt zich af tegen de achtergrond van een straat met formele oude
stadshuizen en opent met dit schitterende beeld:
“in de stad woonde een vrouw. een grote vrouw. een reus van
een vrouw. een reuzenvrouw. ze eet vast kinderen, dacht het jongetje. ze staat
op haar balkon en schept ze met een grote zwaai van de straat. met haar
parasol. zomaar. lukraak.”
De platen van kaatje Vermeire zijn prachtig poëtisch en
haar kleurgebruik is gewaagd sober voor een prentenboek. De illustrator werkt
met materialen die ze vindt op rommelmarkten en in oude boekwinkels. in haar
werk zien we bv. gedessineerde stoffen, delen uit oude tijdschriften, veel
stempelpatronen en verschillende soorten en tinten oud bruin papier. We zien
ook verschillende stukken gaas die wel eens van vliegenramen, vliesbehang of
andere producten uit de bouwmarkt afkomstig zouden kunnen zijn. Voor de
ruimvallende, lange mantels en rokken van Rosa Vandersmissen, want zo heet de
oude vrouw, gebruikt Vermeire soepel vallend netachtig materiaal. Het jongetje
denkt dat de oude vrouw onder haar rokken en mantels kinderen verstopt.
De verschillende materialen zijn door Vermeire met collage-,
teken-, verf- en grafische technieken verwerkt tot een geheel dat reliëf,
textuur en gelaagdheid suggereert. Suggereert, want eenmaal afgedrukt in het
boek zijn de spannend contrasterende materialen in wonderlijke harmonie. Veel
kleur gebruikt Vermeire niet: sepia in allerlei schakeringen en grijstinten
voeren de hoofdtoon. Hier en daar zien we wel een rood, groen of oranje
kleuraccent dat zorgt voor een dramatisch effect.
Het poëtische van Vermeires beelden zit ook in het gebruik van
beeldmotieven. Bij hun eerste, nog schuchtere, kennismaking krijgt de jongen
van de oude vrouw een speelkaart, een harten drie met een afbeelding van een
zwarte kat. Deze kaart komt op verschillende plaatsen in het boek terug. eerst
is dat als een mysterieus gebaar (is het een symbool? is het een boodschap?).
Pas op het einde van het verhaal zien we de verrassende context waaruit de
kaart afkomstig is. prachtig is ook het beeldrijm dat Vermeire hanteert. De
harten, maar ook de azen, schoppen en ruiten van speelkaarten zien we in de
harten van de klassieke labyrintpatronen die het dessin vormen van rosa’s
omslagdoek. Het jongetje draagt een pyjama met een hartjespatroon terwijl hij
slaapt met de speelkaart met de harten en de zwarte kat in zijn hand.
De vrouw en het
jongetje is een spannend verhaal met een ontroerend einde. Het jongetje
overwint beetje bij beetje zijn angst voor Rosa Vandersmissen. Wanneer hij haar
beter leert kennen, merkt hij dat ze niet eng is, maar lief en eenzaam. Rosa’s
huis blijkt dan niet donker en griezelig te zijn. ze heeft een liefhebberij die
ook het jongetje aanspreekt en zo bouwen ze samen torenhoge kaartenhuizen. oud
is dus niet eng. Tussen het jongetje en rosa ontstaat een bijzondere
vriendschap.
Mijn oudtante leeft al lang niet
meer. Later begreep ik dat zij een heel lieve vrouw was en dat ze hield van
kinderen omdat die haar stille huis opvrolijkten. Het is niet eenvoudig uit te
leggen aan kinderen dat hun angst voor oude mensen in oude huizen vaak het
resultaat is van hun eigen fantasie.
Geert De kockere,
Kaatje Vermeire: De vrouw en het jongetje, De Eenhoorn Wielsbeke, 2007, [32] p.
: ill. ISBN 9789058383990
Oorspronkelijk verschenen in De Leeswelp
© 2024 | MappaLibri