Deze nieuwe verzameling boekbesprekingen,
brieven, herinneringen, beschouwingen en ontmoetingen gaat over een wereld
waaruit de kunst verdwijnt. Zoals alle essaybundels van Kundera is Een
ontmoeting een betrokken en diepgravend boek, waarin de auteur vol passie
spreekt over een cultuur die er hoe langer hoe minder toe doet. Als voorbeeld
citeert Kundera een 'special' van een Parijs weekblad waarin de genieën van de
(vorige) eeuw worden opgesomd. Tussen alle wetenschappers, bankiers en
ondernemers, vinden we één kunstenaar (Picasso), maar geen enkele schrijver,
dichter, componist, filosoof... Anderzijds zijn er wel twee couturiers. Waarmee
de verhouding van het nieuwe Europa tot zijn cultuur schrijnend duidelijk
wordt.
Kundera
grijpt als tegengewicht onder meer terug naar 'de komische afwezigheid
van het komische' in De idioot van Dostojewski, dat contrasteert met het
huidige gegniffel om het minste en geringste, en naar het 'sterven zonder
poeha' uit D'un château l'autre van Louis-Ferdinand Céline, dat afsteekt
tegen het hedendaagse uitstallen van de dood als een eerbetoon, alsof sterven
een verdienste is. Verder heeft hij het over Professor of desire van
Philip Roth en de 'zedelijke aardverschuiving' die dat boek teweegbracht, zodat
er een grens werd bereikt en ons lichaam ? 'ontmaskerd en aan zichzelf
overgeleverd' ? enkel nog de nostalgie van de liefde kan beleven.
Op
het gevaar af voor een culturele reactionair te worden versleten, wordt uit de
zwarte lijst van de opeenvolgende avant-gardes en modernisten (en de academici,
die in dat zog alleen maar over literatuur lezen) Anatole France heropgevist.
In zijn roman Les dieux ont soif geeft de verachte France met zijn
typische intelligente ironie de "banaliteit van het alledaagse" vorm
in een scherpzinnig, maar genuanceerd portret van de Jacobijnse schilder
Gamelin, die uit idealisme - en dus zonder scrupules - zijn tegenstanders naar
de guillotine zendt. Kundera stelt dat het geen historische roman is over de
Terreur, zoals wel eens gedacht werd, maar een poging inzicht te verwerven in
het mysterie van de menselijke geest die tot zulke excessen leiden kan. Een
duivels actueel thema dus.
Verder heeft Kundera het over het
principe van "het niet-ernstige", waar hij al eerder op wees bij
schrijvers als Cervantes, Sterne, Diderot en Rabelais. Die wordt hier overigens
nog eens aangesproken als een van de wegbereiders van de hedendaagse roman, een
schrijver met een ongeëvenaarde vormrijkdom die - als hij maar gelezen werd -
een inspiratiebron zou kunnen worden voor het verkennen van nieuwe horizonten.
Het niet-ernstige wordt ook onderzocht in het werk van Bohumil Hrabal en Jozef
Skvorecky, beiden geliefd voor hun humor, maar gewantrouwd door degenen die hen
hun apolitieke houding verweten. Daartegenover staat Curzio Malaparte, wiens
politieke engagement gecounterd wordt door buitengewone buitenissigheid en
ongegeneerde ongedisciplineerdheid, naast een onweerstaanbare drang om in zijn
werk de esthetische intentie hoog te houden.
Milan Kundera: Een ontmoeting. Essays, Ambo, Amsterdam 2009, 176 p. ISBN 9789026322341. Vertaling van Une rencontre door Martin De Haan
Oorspronkelijk verschenen in De Leeswolf
© 2024 | MappaLibri