Ik wil mijn hoed terug

3+ - In de meeste kleuterboeken worden slagroomtaarten, bananenschillen en wat grappige woorden die verwijzen naar een of andere vorm van excretie uitgespeeld om de jonge lezer aan het lachen te brengen. Dit heeft inderdaad vaak het gewenste effect bij kleuters, maar wordt door de volwassen lezer dikwijls beschouwd als goedkoop en weinig origineel. Jon Klassen zet in zijn debuut, het prentenboek Ik wil mijn hoed terug in op ironie, een niet voor de hand liggende keuze voor kleuters, maar wat een troef!
 
Het verhaal blinkt uit in al zijn eenvoud. Een beer is zijn hoed kwijt. Hij vraagt tevergeefs aan verschillende dieren of ze zijn hoed gezien hebben. Ook een konijn met een rode hoed op zijn hoofd heeft de hoed van de beer hoegenaamd niet gezien: ‘Nee. […] Ik heb nergens een hoed gezien. Ik zou nooit iemands hoed stelen. En hou je nu op met je gevraag.’ Het is pas later dat de beer beseft dat konijns rode hoed de zijne is. De confrontatie tussen het konijn en de beer is woordloos, maar zo veelzeggend. Met wat getekende gebroken takjes en de beers repliek op eekhoorns vraag waar het konijn met de hoed is, wordt het de lezer snel duidelijk wat er gebeurd is: 'Ik heb nergens een konijn gezien. Ik zou nooit een konijn opeten. En hou nou op met je gevraag.’
 
De tekst en tekeningen liggen volledig in dezelfde lijn. Beide putten hun kracht uit eenvoud, herhaling en het suggestieve. De tekst beperkt zich tot quasi herhalende dialogen, waarbij door het gebruik van een verschillende kleur wordt aangegeven welk dier aan het woord is. De tekst van het konijn wordt veelzeggend in het rood afgedrukt. De rol van de verteller wordt op die manier als het ware deels overgenomen door een doordachte typografie. De illustraties vertellen de rest van het verhaal.
 
Klassens tekenstijl is minimalistisch. Figuren in tinten van grijs en bruin prijken statisch tegen een witte achtergrond. ‘Rood’ heeft een alarmerende functie en doorbreekt het vrij sobere kleurenpalet. Het personage van de beer wordt telkens op exact dezelfde manier afgebeeld. Op die manier trekt Klassens ook in zijn illustraties herhaling door. Het ontbreken van een mond van de personages geeft hen een soort emotieloze uitdrukking, die door het samenspel met de tekst de lezer lijkt uit te nodigen een eigen interpretatie aan de mimiek te geven. De ‘houterige’ personages dragen bij tot het absurde karakter van het verhaal.
 
Ik wil mijn hoed terug
is een hilarisch prentenboek waarin geen woord, geen lijn te veel zijn. De kracht van het boek zit in het suggestieve karakter ervan. Jon Klassen schrijft en tekent weinig, maar zegt daardoor des te meer.

Jon Klassen: Ik wil mijn hoed terug, Gottmer, Haarlem 2012, 36 p. : ill. ISBN 9789025750954. Vertaling van I want my hat back door JH Gever. Distributie L&M Books

© 2024 | MappaLibri