10+ - Wat hebben we hier? Een jonge
dappere heldin, bekend uit talloze sprookjes en jeugdromans. De helpers, zoals
in het sprookje en de anti-helden. De sheriff en zijn gladde hulpjes. De kleine
zeemeermin. Een personage (Lennie) uit Van
muizen en mensen van John Steinbeck. De gefrustreerde, burgerlijke,
regelnichterige juf Amalia, weggelopen uit allerlei jeugdromans, bv. van Roald
Dahl, Astrid Lindgren of die over Mees Kees. De afwezige, de wereldzeeën
bevarende vader. De dode moeder met wie je nog kunt praten. De tegen de klippen
op loyaal aan hun ouders blijvende kinderen. Het vuurtorenkind, we kennen het
van Jeanette Winterson en bij ons van onder anderen Koos Meinderts.
Het verhaal is
doortrokken van vrienden, vijanden en andere bekenden uit de literatuur. De
locaties zijn eveneens behoorlijk bekend. De vuurtoren bij het havenstadje. Het
bekende, enge kasteelachtige huis, onder de naam ‘het Zwarte Huis’. Het
kampvuur op het strand met de lieve have-nots.
De structuur is die van het avonturensprookje, met de net-op-tijd-redding, ook
bekend van Hollywood en spannende jeugdromans in het slot.
Toch blijkt zo’n kluts uit de wereldliteratuur
een aardige en hier en daar spannende roman op te kunnen leveren, die ook nog
eens erg goed geschreven is. Vooral de beeldspraak is hier en daar om in te
lijsten.
Het
verhaal begint met een fout van het hoofdpersonage Lampje. Ze heeft vergeten
voldoende lucifers in huis te halen om het vuurtorenlicht aan te steken. In het
donker loopt een schip op de rots in de baai bij het stadje, kosten: 5000
dollar. Voor straf moeten Lampjes vader, Augustus, en Lampje zeven (sprookje!)
jaar werken om dit bedrag te verdienen. Augustus wordt opgesloten in de
vuurtoren, Lampje moet gaan werken in Het Zwarte Huis, dat van een zekere
Admiraal is. Het staat bekend als het huis waar het monster woont.
Lampje wordt er al
snel geaccepteerd door de dienstmeid Martha, haar kind met een flinke
geestelijke achterstand Lennie (heel lief, sterk en goed met de honden) en
Nick, die op het terrein woont en klusjes doet (ooit verliefd op Lampjes
moeder, net als alle mannen). Lampje maakt kennis met het monster, dat ook al
een moeder mist. Ah, het zogenaamde monster, dat is een echt nieuwe figuur. Hij
is de zoon van de zeemeermin, door de Admiraal mee naar huis genomen toen ze
mens-zonder-stem geworden was, maar geleidelijk veranderde ze weer in een,
enigszins onberekenbare, zeemeermin. Haar zoon, het monster, Edward of Vis
genoemd, heeft een staart, waarmee hij graag gewoon zou willen lopen. Soms is
hij eventjes woest als zijn moeder en kan hij flink bijten. Langzaam temt
Lampje het monster, en ze weet hem ook uit z’n isolement te halen, mede dankzij
de helpers Nick en winkelier Rozenhout.
Het slot brengt ons terug bij de
rots. Het is qua originaliteit enigszins teleurstellend met dat net op tijd
gered worden, begeleid door een vrij bekende moraal: (van) jezelf mogen worden,
of iets in die richting. De sterkte van het verhaal zit ‘m in de manier waarop
Lampje en Edward gespiegeld en uitgewerkt worden. Beiden zoeken de kracht die
hun moeder hun gegeven heeft, en vinden die ook. 'Ik ben van mezelf' is een
tekst die ze allebei uitspreken.
Tot dit boek was Annet Schaap de illustrator van de
populaire en geliefde boeken van Francine Oomen, Jacques Vriens, Janneke
Schotveld en anderen. Voor al die (ruim meer dan 200) door haar geïllustreerde
boeken genereerde ze veel bekendheid en populariteit, maar eigenlijk nauwelijks
officiële erkenning. Voor haar eerste schrijfwerk kreeg ze dit jaar meteen de
prestigieuze, tweejaarlijkse Nienke van Hichtumprijs. Eigenlijk een prijs voor
13+, maar dat was voor de jury kennelijk geen punt.
Ook niet dat er wel erg veel bekends in het verhaal te vinden
is en dat er op het punt van de originaliteit (dus) wel wat te wensen
overblijft. In het juryrapport staan vooral uitspraken die weinig concreet
zijn, zoals ‘personages bij wie je zou willen horen’ en ‘situaties die
ontroeren’. Het meest helder oogt ‘weet het perfecte evenwicht te bewaren
tussen realisme en magie’, maar ook daar valt nogal wat op af te dingen.
Het aandeel van de illustraties blijft in dit boek beperkt, maar is
geslaagd. Er zijn zes fijne, vaak gedetailleerde, sfeervolle zwartwittekeningen,
over een dubbele pagina, bij elk deel eentje. Boven elk hoofdstukje zie je nog
een kleine tekening, meestal een schelp, soms iets anders wat met de zee te
maken heeft. Want, zegt het achterplat: Dit is een verhaal over de zee.
Wil je zien hoe de
personage er uit zouden kunnen zien, kijk dan op Schaaps site hoe die ze voor
zich zag en tekende: http://www.annetschaap.com.
Annet Schaap: Lampje, Amsterdam, Querido 2017, 324 p. ill.
ISBN 9789045120379. Distributie WPG Uitgevers
© 2024 | MappaLibri