Als ik het colofon mag geloven, is Dimitri Casteleyn
een van de best verkopende dichters in Vlaanderen. Mijn exemplaar is alvast de
derde druk (maandelijks een nieuwe druk). Het pleit
voor de toegankelijkheid en de
aanspreekbaarheid van de dichter, maar iets in mij vermoedt ook een
marketingtruc. Het colofon heeft het over allerlei uiteenlopende genres die
stuk voor stuk ‘bestsellers’ zouden zijn.
Hoe dan ook, Casteleyn weet ontegensprekelijk een ruim publiek aan
te spreken. Dat ligt aan het recept van zijn teksten. Of hij nu romans schrijft
of gedichten, het gaat steevast om herkenbare ervaringen en emoties. Tegelijk
doet de auteur er alles aan om zich als ‘schrijver’ te laten gelden, door zijn
teksten te stileren en van opmerkelijke beelden te voorzien. Het is een recept
dat leidt tot toegankelijke maar tegelijk ook suggestieve lyriek. De
openingsreeks, ‘Omgekeerd, het vervolg’ legt daarbij expliciet het verband met
de vorige bundel, die Omgekeerd
heette.
Het zijn gedichten die retorisch
een alternatieve wereld oproepen (what if- verbeeldingen) en zo de kwalen van
onze samenleving aan de kaak stellen: de hongersnood en de genocides, de
economische wantoestanden, de dierenmishandeling en de opwarming van de aarde.
Dat gebeurt expliciet maar tegelijk lichtvoetig door de opbouw van het vers,
dat telkens uitloopt op een (utopische) erkenning van de ander. Die
belangstelling voor het eigentijdse komt ook elders in de bundel meermaals aan
bod, maar vrijwel steeds wordt als remedie daartegenover de intimiteit van
relaties en de poëzie gesteld (en niet de politieke revolutie, bijvoorbeeld).
Vooral in de
liefdesgedichten komt Casteleyn dicht in de buurt van wat ik het Herman de
Coninck-model zou noemen: frivole verzen met veel sensualiteit en liefde, maar
tegelijk vervuld van weemoed. Veel weerhaken zijn hier niet te vinden, al valt
op hoe de dichter zelf soms ironisch tegenover zijn model staat: diens ‘lenige
liefde’ wordt hier een ‘listige liefde’. Gelukkig toont de dichter elders wel
dat hij tot meer in staat is. Zo zijn er enkele opmerkelijke gedichten rond de
zintuigen, die als een intense overvloed van prikkels worden opgeroepen. Ook de
reeks herdichtingen van de ‘metamorfosen’ laten een sterke pen zien.
Opmerkelijk is wel hoeveel
gedichten in deze bundel geschreven zijn naar aanleiding van een of andere
gelegenheid, om pas later in deze verzameling een eigen plaats te vinden. Ook
dat onderstreept de wens van de dichter om een zo breed mogelijk publiek te
bereiken en zijn poëzie ook op niet-poëtische locaties aan te brengen.
Dimitri Casteleyn: Vanwaar
kom je beeld, Poëziecentrum, Gent 2017,
63 p. ISBN 9789056550769
© 2025 | MappaLibri