4+ - De Nederlandse boekenmarkt kent intussen een rijke
traditie aan woordeloze prentenboeken. Zo oogst Charlotte Dematons succes met Sinterklaas (2007) en Nederland (2012)
en ook in De gele ballon (2003, 2009)
daagt ze de lezer via een wereldreis uit om de blik te verruimen. Soberder zijn
de prentenboeken van Marije en Ronald Tolman. In De boomhut (2009) en het vervolg Het eiland (2012) zwemt een nieuwsgierige ijsbeer de meest diverse
dieren tegemoet. Binnen dit genre verdiept een aantal illustratoren zich in een
intervisueel spel met aloude maar bekende kunstwerken. In Holland op z’n mooist (2015) verbeeldt Dematons Nederlandse
landschappen naar voorbeeld van de negentiende-eeuwse Haagse School, Thé
Tjong-Khing brengt eerbetoon aan Jheronimus Bosch in Bosch. Het vreemde verhaal
van Jeroen, zijn pet, zijn rugzak en de bal… (2015) en in Babel (2016) associeert Arnoud Wierstra
het bekende schilderij van Pieter Bruegel de Oude met de mythe over Icarus.
Met Circusnacht bewijst
ook de Vlaamse illustrator Mattias De Leeuw dat hij geen tekst nodig heeft om
een verhaal te vertellen. In plaats van een schilderkunstenaar is het dit keer
een circusartiest die uit zijn affiche stapt om een jong meisje naar de
clowneske wereld van haar dromen te begeleiden. Zowel op inhoudelijk als
stilistisch vlak getuigt Circusnacht
van vindingrijkheid. Onder het motto ‘niets is wat het lijkt’ balanceert De
Leeuw voortdurend op de grens tussen verbeelding en realiteit. Zo anticipeert
de illustrator via de eerste spread niet alleen op het nakende avontuur, hij
zet ook zijn eerdere werk in de kijker. Het hoofdpersonage heeft haar
slaapkamer volgestouwd met allerlei circusattributen die later een eigen leven
zullen leiden, en bezit tevens een exemplaar van De steltenloper (2012) en een knuffelbeer die herinnert aan de
berenfamilie uit Mijn fijne
geluidenboekje (2013).
Verder springt het
openstaande slaapkamerraam in het oog. Deze plek markeert het ‘grensgebied’ nog
het best. Het is namelijk via het raam dat een zwarte circushond het meisje
tegemoet trippelt. Dorst heeft die allerminst, honger naar circusacts des te
meer. Via kleine venstertjes of snapshots belicht De Leeuw de ene na de andere
uitgebalanceerde truc. Zo blijkt de waterbak een uitstekende frisbee. Wanneer
het acromaatje als sneeuw voor de zon verdwijnt, zweept het meisje tevergeefs
haar lappenpop en dierenknuffels op. Teleurgesteld nestelt ze zich vervolgens
in het raamkozijn in de hoop het hondje langs dezelfde weg te verwelkomen. Eens
ingedommeld is het echter de pierrot van op de poster die de benen strekt. Hij
draagt het slapende meisje op handen richting circuskamp en geeft haar meteen
de kans de hoepels uit de delen.
Waar De Leeuw de
slaapkamernummertjes in postzegelformaat weergeeft, ontwierp hij voor het
circus paginagrote en meesterlijk gechoreografeerde performances, die dankzij
het omvangrijke prentenboekenformaat tot hun recht komen. Telkens weer verleent
hij zijn illustraties de nodige dynamiek. In het eerste deel contrasteert het
zwarte springerige hondje met de witruimte tussen de verschillende
tekeningetjes. Aaneensluitend laat de illustrator alle hoeken van de circustent
zien, door verschillende perspectieven uit te kiezen. Zo aanschouwt de lezer
vanuit een low angle behalve een
koorddanseres ook de nok van de tent en een stukje sterrenhemel.
Circusnacht omvat
tenslotte enkele vernuftige zoekelementen. Zo kan de lezer al terugbladerend
nagaan welke dieren en voorwerpen er een circusleven op nahouden en toont het
hondje zich in iedere act van zijn beste kant, tekens in een bijpassende outfit
uitgedost. En dan is er nog een acrobaat die zijn blauwe hoedje achternaloopt.
Ook het multifunctionele gebruik van bepaalde attributen draagt bij tot een
humoristische ondertoon: zowel de hoed als de schoen van de opperclown komen de
andere artiesten goed van pas.
In andere recente
prentenboeken treedt dergelijk beeldspel nog prominenter op de voorgrond,
bijvoorbeeld in Tom Schamps Het grootste
en leukste beeldwoordenboek ter wereld (2016). In zijn nieuwste werk
verbeeldt De Leeuw de heerlijk dunne grens tussen dromerige circusnachten en de
daaropvolgende onbewogen ochtenden. Het is aan de lezer om vanuit het
raamkozijn de eigen clowneske avonturen uit te stippelen. De affiche van een
levensgrote circusartiest krijg je alvast bij het boek cadeau.
Tielt : Lannoo, 2016, [48] p. : ill. ISBN 9789401435628
© 2024 | MappaLibri