Van de in Polen meermaals
gelauwerde schrijver Wiesław Myśliwski (1932) verschenen bij ons eerder al de
romans Over het doppen van bonen
(2009) en Steen op steen (2012). Met De laatste hand heeft de Pool opnieuw
een grootse mozaïek van een leven geschreven. De naamloze verteller, een
zakenman van middelbare leeftijd en een bedreven pokerspeler, is door zijn
terughoudendheid om zich te binden eerder een eenling. Toch barst zijn
adresboek uit zijn voegen. Keer op keer neemt hij zich voor om erin te snoeien,
maar steevast verdwaalt hij daarbij, nu eens omdat de namen geen beelden meer
oproepen, dan weer omdat ze de deuren naar het verleden wagenwijd openzetten.
In
zijn herinneringen treedt Maria vaak op de voorgrond. Haar adres heeft hij
echter nooit genoteerd, want dat kent hij sinds hun jeugd van buiten. In hun
jonge jaren leek het wat tussen hen te gaan worden, maar zelfs aan haar durfde
hij zich niet te hechten. Zij is hem blijven schrijven. Ze deelt ditjes en
datjes met hem over haar leven als kinderarts en over haar gezin, maar bovenal
vertrouwt ze hem haar diepste zielenroerselen toe. Dat haar liefde voor hem
maar niet wil doven, bijvoorbeeld, en dat het schrijven van de brieven haar op de
been houdt, ook al heeft hij er geen enkele van beantwoord.
Opvallend is de onthechte betrokkenheid waarmee hij blijft
tasten naar de diepere redenen waarom hij niet ingaat op Maria’s
hartverscheurende brieven. Dit verlangen om dichter bij de kern te komen van
wie hij is, ligt mee aan de basis van zijn verbetenheid om de gedurende vele
jaren vergaarde namen en contactgegevens uit te kammen. Zonder dat adresboek,
overlegt hij met zichzelf, ‘zou het leven zich anoniem in jou als wel in anderen
hebben afgespeeld, uitsluitend wat resten, bezinksels, toxines en dergelijke
achterlatend. Dat adresboek weet meer over jouw leven dan jij over hem’. En
zodoende hoopt hij erin te ontdekken wat zijn lot is, want ‘alleen het lot
geeft het menselijk bestaan gestalte, alleen het lot bevestigt ons’.
Al
grasduinend dwaalt hij dikwijls af naar zijn moeder. Verder laat hij zich graag
terugvoeren naar zijn tijd als leerling in het kleermakersatelier van
Radzikowski, al hield hij het er niet lang vol. Het tornen van kledingstukken,
zijn belangrijkste bezigheid als beginneling, stond te ver af van zijn tot kort
daarvoor nog gekoesterde droom om kunstschilder te worden. Toch komen er hem
veel verhalen voor de geest die in het atelier van de meester-kleermaker werden
verteld. Het pure, langzaam vorderende handwerk van de ambachtslui rijmt
perfect met Wiesław Myśliwski’s trage, doordringende proza. In zijn meanderende
zinnen klinkt ook de mondelinge vertelcultuur in al zijn edele eenvoud nog
door. De toon is melancholisch, op het sombere af, maar tragikomische details
voegen op tijd en stond een luchtige noot toe. Zowel door de sfeer als de
insteek is De laatste hand een bijzonder staaltje van herinneringskunst.
Amsterdam
: Querido 2016, 540 p. Vert. van Ostatnie
rozdanie door Karol Lesman. ISBN 9789021457826
© 2024 | MappaLibri