De zeer vermoeide man en de vrouw die hartstochtelijk van bonsai hield

Als er één genre is waarin de grens tussen jeugdliteratuur en volwassenenliteratuur steeds vager wordt, dan is het wellicht het prentenboek. De jongen, de neushoornvogel, de olifant, de tijger en het meisje, het vorige boek van Peter Verhelst bij uitgeverij De Eenhoorn, met illustraties van Carll Cneut, kon nog gelezen worden als coming of age-roman. Bij De zeer vermoeide man en de vrouw die hartstochtelijk van bonsai hield is elke band met de doelgroep jeugd zoek (het boek kreeg dan ook terecht de NUR-code 300 voor ‘literaire fictie algemeen’, waardoor het in boekhandels en bibliotheken doorgaans bij volwassenenliteratuur wordt geklasseerd).
 
Het verhaal draagt ontegenzeglijk de motieven van Verhelst in zich: de vergroeiing van mens en natuur, de erotische kracht van nauwelijks aanwezige geluiden of gebaren, zoals de zucht van de ‘oude’ man, de liefde. Hoe verder in het verhaal, hoe gruwelijker het wordt – bijna als een kortverhaal van E.A. Poe, dat gaandeweg en steeds schokkender zijn geheimen prijsgeeft. Helemaal verrassend is de ontknoping niet, maar het verhaal bijt zich niettemin vast in je lijf en exploreert de destructieve kracht van de liefde. Zo vaak is die niet wat zij zegt te zijn, en dwingt ze partners in een rol: ‘Vanaf die dag leerde ik mezelf om het ene te denken en het tegengestelde te zeggen en te doen. Zoals je iemand uit liefde een klap geeft en uit boosheid een kus’. Het sterkst blijven de zinnen waarin Verhelst zijn suggestieve stijl ten volle uitspeelt, zoals in ‘Ik sprak mijn naam in. Alleen mijn naam. Het klonk alsof ik mijn adem inhield.’
 
Veel van de zeggingskracht van het werk ontleent het aan de tekeningen, die van een fascinerende donkerte zijn en zowel in techniek als betekenis erg gelaagd. Kaatje Vermeire combineert plantenafdrukken, grafische technieken, fotografische afbeeldingen, verf… Het kleurgebruik is uiterst beperkt, zodat de rode prent tegen het einde van het werk bijna aanvoelt als een slag in het gezicht. Net als de vernielzuchtige liefde in het boek zuigen de illustraties je op. Er is eenzaamheid en tederheid, zorgzaamheid zelfs, maar ook en bovenal veel pijn. Vermeire speelt in haar illustraties dan ook niet op veilig. Ze durft ‘lelijk’ te zijn, beelden af te snijden waar het onlogisch lijkt, littekens te laten woekeren. De zeer vermoeide man en de vrouw die hartstochtelijk van bonsai hield is dan ook een prentenboek pur sang. Een waarin tekst en beeld mekaar optillen, aanvullen en tegenspreken, en de lezer steeds weer fluisterend naar zich toehalen.
 
Het is boeiend om de beweging te zien die uitgeverij Eenhoorn maakt. Via de auteur Peter Verhelst en illustratoren met een rijk beeldend register breken zij het domein van de jeugdliteratuur open en enteren ze als het ware de volwassenenliteratuur. Laat ons hopen dat dat het tweerichtingsverkeer in beweging zet. Er zijn zoveel boeken om hartstochtelijk van te houden, ‘geen dwergbomen, maar kleine bomen die eruitzien als grote bomen. Een wereld van verschil.’
 
Wielsbeke : De Eenhoorn 2016, [128] p. : ill. ISBN 9789462911093 

© 2024 | MappaLibri