Het donker

4+ - Een toptrio sloeg de handen ineen voor dit prentenboek: Lemony Snicket bedacht de tekst, Jon Klassen maakte de illustraties en Edward van de Vendel nam de vertaling op zich. Het donker gaat over een kleine jongen (Laszlo) die bang is in het donker en besluit zijn angst onder ogen te zien.
‘I have a distinct memory of explaining to the adults who were in charge of me that it wasn't the dark I was afraid of. It was things that may be lurking in the dark.’ zegt Snicket in een interview met NPR Books (19.06.2013). In Het donker vertaalt hij die kinderangst door het donker te personifiëren. Het donker woont in hetzelfde huis als Laszlo en verstopt zich op diverse plekken: in de kast, achter het douchegordijn, in de kelder... In zijn illustraties speelt Klassen hierop in: op de eerste prent hangt het donker dreigend boven Laszlo, die met zijn autootjes zit te spelen in de steeds kleiner wordende lichtstraal van de ondergaande zon. Laszlo is duidelijk niet op zijn gemak: hij kijkt benauwd over zijn schouder, met een grote zaklamp binnen handbereik. Laszlo zet kleine stapjes om zijn angst te overwinnen, zoals een donker trappenhuis afdalen of het donker gedag zeggen in de deuropening van de kelder. Maar dan gaat zijn nachtlampje stuk.
Vanaf hier neemt Klassen de leiding. Via een interessant schaduwspel experimenteert hij met vorm en perspectief. De bladzijden zijn pikzwart, afgezien van Laszlo en de dingen die hij met zijn zaklamp belicht. Zien we Laszlo en profil, dan is de lichtstraal driehoekig; zien we hem van op zijn rug, dan is de lichtstraal cirkelvormig. Het contrast tussen licht en donker keert doorheen de illustraties terug. Enerzijds kiest Klassen voor schemerige beige-, bruin- en groentinten doorspekt met verfspetters, anderzijds gebruikt hij ook veel pikzwart, fel wit of lichtgeel. Op die manier contrasteren donker en licht niet alleen met elkaar, maar steken ze ook af tegen de schemerige achtergrond.
Herhaling speelt een belangrijke rol in zowel tekst als beeld. Tijdens zijn nachtelijke expeditie doet Laszlo de plekken aan die hij eerder bij daglicht bezocht, waardoor de lezer al kan raden waarheen de zoektocht leidt: de kelder. En wat licht daar op in het donker? Het eerder genoemde ‘ladekastje dat niemand ooit nog opendeed’, waarin zich het wapen tegen het donker bevindt. Op dit punt volgt een lange monoloog, wat even een omschakeling zal zijn voor de jonge lezer: in plaats van kijken én luisteren moet hij nu alleen het laatste doen. In die monoloog komen alle eerder genoemde angsten aan bod: het krakende dak, de gladde en koude ramen, het donkere trapgat, kast en douchegordijn. Het donker legt Laszlo uit dat deze zaken een beschermende functie hebben en concludeert: ‘zonder het donker was alles licht, en dan zou je nooit weten of je misschien een lampje nodig had’. Een inzicht waar je, ook als oudere lezer, even over moet nadenken. Het suggereert dat angst een functie heeft: het maakt ons behoedzaam voor gevaar. Maar om dat gevaar te bestrijden, moet je eerst je angst overwinnen: de reservelampjes bevinden zich niet zonder reden in de donkere kelder.
Dat Laszlo niet langer bang is voor het donker, zien we op de laatste prent, die een herhaling is van de eerste: met het verschil dat hij niet angstig opkijkt maar tevreden opgaat in zijn spel, zonder zaklamp.
Een aandoenlijk prentenboek met een inspirerende, voor kleuters misschien wat pittige boodschap.


Lemony Snicket, Jon Klassen (ill.), Het donker, Gottmer Haarlem, 2014, 42 p., ill. € 13,95. ISBN 9789025758288. Vert. van: The dark door Edward Van de Vendel. Distributie: L&M Books

Oorspronkelijk verschenen in de Leeswelp 2014

© 2024 | MappaLibri