Zes jaar na zijn debuut De vrouw in het raam komt
de Amerikaanse auteur A.J. Finn met opvolger Einde verhaal. De
verwachtingen zijn hooggespannen want De vrouw in het raam was een
bestseller en is inmiddels verfilmd met Julianne Moore en Amy Adams in de
hoofdrol. Finn kwam in de afgelopen jaren een paar keer negatief in het nieuws.
In The New York Times verscheen een artikel over vermeend plagiaat van De
vrouw in het raam. Finn, een voormalig redacteur bij o.a. HarperCollins,
zou ook gelogen hebben over zijn cv en gezondheid, maar counterde dit door te
zeggen dat hij lijdt aan een bipolaire stoornis. Misschien daarom dat de opvolger
van De vrouw in het raam begin 2024 minder goed onthaald werd dan
verwacht. De eerlijkheid gebiedt ons ook te zeggen dat Einde verhaal gewoon
ook een minder goed boek is dan zijn voorganger.
Nicky Hunter, docente Engels met
specialisatie misdaadliteratuur, correspondeert al jaren met misdaadschrijver
Sebastian Trapp. Trapp heeft altijd geweigerd zijn memoires op papier te zetten
maar wanneer hij hoort dat hij ziek is en nog maar drie maanden te leven heeft,
nodigt hij Hunter uit in zijn grote villa in San Francisco. Daar wonen ook zijn
veel jongere tweede vrouw Diana, zijn overbezorgde dochter Madeleine en zijn
onverantwoorde neef Frederick. Het is aan Hunter om de vertelsels van Trapp in
een biografie te gieten. Een biografie die op veel aandacht zal kunnen rekenen
want twintig jaar geleden verdwenen Trapps eerste vrouw Hope en zijn zoon Cole plots
spoorloos. De zaak is nooit opgelost. Sindsdien weigert Trapp alle intervieuws
en heeft hij geen enkel boek meer geschreven. Kan Hunter ontrafelen wat er in
1999 is gebeurd? Leven Trapps ex-vrouw en zoon nog? En waarom wil Trapp nu
ineens wel praten?
Met bijna 500 bladzijden is Einde verhaal aan de stevige kant.
Hier ligt meteen ook het grootste minpunt aan het boek. Het verhaal is te lang
uitgesponnen en Finn dwaalt te vaak af. De lezer krijgt zeer uitgebreide
beschrijvingen van de setting en de uitstapjes van Nicky Hunter in San
Francisco. Ondanks de tijd die Finn neemt om het verhaal te vertellen, blijven
de hoofdpersonages vrij vlak en krijg je er niet echt sympathie voor. Je voelt
hun emoties niet en dus interesseert het je eigenlijk ook niet echt wat hen
overkomt. De interessantste personages, zoals de roodharige politierechercheur B.B.
Springer, bevinden zich meer in de marge van het hoofdverhaal. Finn laat ook te
veel niet-relevante personages opdraven waardoor het overzicht soms verdwijnt.
Een gebrek aan
fantasie kan je A.J. Finn echter niet verwijten. Ondanks de trage opbouw voel
je aan dat de auteur grootse bedoelingen had met Einde verhaal. Er
zitten verschillende referenties naar boeken en films in, Finn heeft duidelijk
zijn research gedaan over San Francisco en de villa waar het verhaal zich
afspeelt, heeft Agatha Christie-achtige grandeur. Met een gebalde, intrigerende
proloog waarin een lijk wordt ontdekt, begint Einde verhaal uitstekend.
Daarna springen we zes dagen in de tijd en schakelt Finn het tempo vijf
versnellingen lager en wil hij te graag tonen hoe goed hij wel kan schrijven.
Dat levert enkele merkwaardige zinnen op, zoals ‘De lichtshow achter haar ogen,
de getijdenstroom in haar aderen: speurderskoorts’ of ‘Ze voelt haar aderen
gloeien. Neonbuis.’, maar het draagt weinig bij aan het verhaal.
Einde verhaal
heeft zeker zijn verdiensten (San Francisco komt erg goed naar voren), maar
voor het verdere verloop van A.J. Finns carrière zou het goed zijn dat de
auteur voortaan iets meer snoeit in personages en plotlijnen, en het verhaal
compacter en spannender maakt. Anders zou het ook voor hem wel eens ‘einde
verhaal’ kunnen zijn.
A.J. Finn: Einde
verhaal, Cargo, Amsterdam 2024, 487 p. ISBN 9789403131566. Vertaling van
End of Story door Eefje Bosch en Mechteld Jansen. Distributie Standaard
Uitgeverij
© 2025 | MappaLibri