De jongen die van de wereld hield

9+ - Tjibbe Veldkamp is vooral bekend door de populaire serie Agent & Boef en gelauwerde prentenboeken als Tim op de tegels (beide met Kees De Boer), Kom uit die kraan! (met Alice Hoogstad, 2015) of De fantastische vliegwedstrijd, met Sebastiaan van Doninck, die tot mijn persoonlijke favorieten behoren door hun originaliteit en sterke inleving in de kinderlijke gevoelswereld. Hij schrijft echter ook voor oudere kinderen, altijd verhalen met een hoek af over bijzondere personages en gedurfde thema’s zoals Tiffany Dop (Lemniscaat 2009, 2021), over een zwanger 13-jarig meisje dat opgroeit in een asociaal milieu.  

Ook De jongen die van de wereld hield is zowel origineel als gedurfd. Hoofdpersonage is een ‘mogelijke jongen’, een jongen die nog niet geboren is maar dat wel zou kunnen worden als hij zijn mogelijke ouders bij elkaar zou kunnen brengen. Hoe maak je zoiets geloofwaardig? Tjibbe Veldkamp doet dat, en met brio vanaf de eerste scéne waarbij een man en een vrouw - Vaclav en Zdenka - uitglijden in de sneeuw, zich aan elkaar vastklampen en samen tegen de grond klappen.
 
‘hun gezichten zo dicht bij elkaar dat de adem van de één de lippen van de ander verwarmde.
Op dat moment verscheen het mogelijke kind.’
 
WAT? denkt de lezer dan, maar meteen begint de auteur handig met het opschorten van het ongeloof.
 
De mogelijke jongen wordt voorgesteld als heel gewoon, ‘zoals je ze elke ochtend naar school zag lopen’, maar met dat verschil ‘dat deze jongen niet liep, maar zweefde.’ Met een herkenbaar beeld laat de schrijver vervolgens de lezers gewend raken aan de jongen, Adem, én werkt hij hun verbazing weg door hen als het ware te laten voelen en kijken met die jongen:
 
‘Hij had maar een paar tellen nodig om eraan te wennen dat hij er was, zoals ogen soms moeten wennen aan het licht wanneer je in één ruk de gordijnen opentrekt. Maar verbaasd was hij niet. Hij zag de man en vrouw aan zijn voeten en hield van ze. Hij zag de sneeuw op de brug, de vlokken die door de lucht buitelden, de lichtjes van Paznau op de oevers en hield van de wereld.’
 
Die bijzondere vermenging van realiteit en fantasie kun je overigens niet alleen ervaren in de tekst, maar ook in de potloodtekeningen van Mark Janssen, die de magische-realistische sfeer perfect weergeven.
 
Voor hij het goed en wel beseft, zweeft Adem over de stad aan de hand van de reusachtige Barkov. Die geeft hem ‘een voorschot’ op het leven en blaast hem letterlijk levens-adem in. Alleen, om echt te blijven leven moet hij zijn ouders bij elkaar brengen voor de zandloper leeggelopen is. Meteen is de toon gezet voor een spannende tocht, met een opdracht die letterlijk van levensbelang is. Adem gelooft rotsvast dat hij zal slagen, met de naïviteit en de levenslust van een kind: zijn ouders houden immers toch van elkaar en hij houdt van de wereld.
 
Zijn intense drang om te leven en zijn onvoorwaardelijke geloof in de liefde neemt je als lezer echt op sleeptouw. Je leeft intens met Adem mee terwijl hij de ene na de andere hindernis neemt en tegenslag verwerkt. Zijn moeder gelooft niets van zijn verhaal en brengt hem onder bij de Nachtopvang, ook al voelt ze zich daar niet goed bij en knaagt een gevoel van onvrede. In de Nachtopvang ontmoet hij meteen een vriend, die hem echter bedriegt en besteelt. Ook een oude vrouw met een hond blijkt helemaal niet zo lief als ze zich voordeed. Maar Adem leert snel: ‘Het is prima om blij te zijn met de wereld. Zolang je er ook maar voor oppast.’ Hij beseft dat hij voor zichzelf moet zorgen zoals iedereen. Wat later formuleert hij zijn échte levensregel: ‘Ik moet oppassen voor de wereld. Maar de wereld moet ook oppassen voor mij’.
 
Hij vindt zijn vader terug en die houdt meteen wel van hem, hoewel ook hij het verhaal van de ‘mogelijke jongen’ die zijn zoon zou zijn, niet kan geloven. Hij blijkt wel tot over zijn oren verliefd op Zdenka en wil haar meteen opzoeken. Dat hij een rebel is die graffiti spuit tegen de corrupte machthebbers en Zdenka een politierechercheur maakt Adems opdracht er niet gemakkelijker op. Als Vaclav en Zdenka elkaar terug zien, wil zij definitief breken omdat ze denkt dat hij haar wil opzadelen met een zoon die helemaal niet van haar is. Zelfs Vaclavs geloof in de kracht van woorden die ‘kunnen toveren’ blijkt hier niet te werken. Maar Adem geeft niet op, daarvoor houdt hij te veel van het leven.
 
Een duik in het water, een warm bad en vooral de liefde tussen Vaclav en Zdenka, die er echt op het eerste zicht was, zorgt voor een happy end. Een einde dat je als lezer een goed gevoel geeft, ook al was dat gevoel bij mij toch wat gemengd. Naar het einde toe werd mijn onvoorwaardelijke geloof in dit fantastische verhaal toch op de proef gesteld. De reddingsactie van Adem die zijn mogelijke ouders uit het water vist onder luid applaus van het publiek op de kade kwam me wat gezocht over, bijna als een scène uit een populaire soap. Ik kreeg ook te weinig voeling met Zdenka. Terwijl Vaclav echt tot leven kwam in het verhaal, had Veldkamp haar persoonlijkheid sterker mogen uitwerken om haar ‘ommekeer’ op het einde geloofwaardiger te maken.
 
Deze kanttekeningen doen echter weinig af van de diepe indruk die dit boek maakt. Tjibbe Veldkamp slaagt erin je als lezer mee te slepen in een verhaal dat op het eerste gezicht totaal ongeloofwaardig lijkt, maar je diep raakt, omdat het uiteindelijk op een originele en indringende manier diepmenselijke gevoelens en verlangens beroert. Verlangens naar geborgenheid en veiligheid, naar ouders die onvoorwaardelijk van elkaar en van hun kind houden en ten slotte naar het leven zelf.
 
Tjibbe Veldkamp, Mark Janssen: De jongen die van de wereld hield, Querido, Amsterdam 2023, 173 p. : ill. ISBN 9789045129235. Distributie L&M Books

© 2024 | MappaLibri