4+ - Een kleine jongen neemt de lezer mee op daguitstap
naar het bos. Daar kan hij spelen en joelen naar hartenlust. In zijn fantasie
rent hij er door de jungle en sluipt door het oerbos. En ondertussen geeft hij
zijn ogen en oren goed de kost. Zo volgt hij de sporen van een hert, hoopt
stiekem een vos te ontmoeten en ontdekt heel wat woonplaatsen van dieren.
Verder verzamelt hij de meest fascinerende schatten, geniet van het lied van de
vogels en het fluisteren van de bomen en gaat op zoek naar een knusse
schuilplaats.
De verhaallijn is eenvoudig. We
krijgen een opsomming van een reeks plezierige activiteiten die een bos te
bieden heeft aan een nieuwsgierig kind. De tekst is summier en varieert van
enkele woorden tot maximaal twee korte zinnen per blad. Op sommige pagina’s is
er zelfs geen enkel woord te vinden. Toch springt al vanaf de eerste zin het
poëtisch taalgebruik in het oog: ‘In het bos wachten wonderen op je…’ Zo’n
begin laat dromen. Vooral naar het einde van het verhaal weet Maria Dek
bijzonder mooi de emoties van een jong kind te vangen in enkele rake woorden.
Wanneer het aan het einde van de dag begint te schemeren, vindt de jongen het
bos ‘betoverend mooi’. En schoorvoetend vervolgt hij: ‘En een beetje eng. Een
klein beetje maar.’ Heel herkenbaar. Dek sluit af met de volgende troostende
woorden: ‘Morgen, als je ouder bent, wachten er nog meer wonderen op je…’ Opgroeien
wordt hier erg fijngevoelig gesymboliseerd.
Maar hoe poëtisch ook, dit boek
heeft eigenlijk geen woorden nodig. De aquarellen spreken voor zichzelf. Ze
zijn nadrukkelijk ingekleurd met levendige kleuren en ietwat ruw afgewerkt, wat
de kinderlijke zienswijze van onze jonge gids mooi in beeld brengt. En naar dat
kind kun je blijven kijken. Door zijn gezonde rozige teint en blozende wangen,
is het meteen duidelijk dat dit een buitenkind is. Onschuld staat te lezen in
zijn blauwe ogen. De zware, donkere wenkbrauwen en zijn veel te hoekig geknipte
kinderkapsel geven hem iets aandoenlijks. De combinatie van het felblauwe
T-shirt met de okergele short, de groene sokken en de rode schoenen voegt hier
nog een vleugje vrolijke ondeugendheid aan toe.
Maria Dek woont in Bialowieza,
een Pools dorpje in het oeroude Bialowieza Woud. Geen wonder dus dat ze een
sterke band heeft met de natuur, een liefde die duidelijk te zien is in haar
illustraties. Prachtig is het beeld waarbij de lezer vanop de grond omhoog
kijkt in het bos. Het bovenste gedeelte van de stammen en de kruinen van een
groep bomen zijn te zien tegen een witte achtergrond. Fascinerend zijn de vele
subtiel verschillende schakeringen groen en bruin, vooral door het grillige
spel van licht en schaduw. Door het gebruik van verschillende technieken voor
de bladeren, zoals ruwe vegen, fijne strepen en stipjes, krijgt elke boom een
uniek karakter. De bontgekleurde vogels geven de illustratie een vrolijk
magisch tintje. Ook het bos bij valavond is ronduit indrukwekkend. De groen- en
bruintinten zijn nu vermengd met zwart en dit opnieuw in veel schakeringen. Er
hangt een geheimzinnige grijswitte mist tussen de bomen en de witte oogjes van
verscholen bosbewoners blinken in de schemering. Het is een feeëriek tafereel
waar je je maar moeilijk van kunt losmaken en tegelijkertijd hangt er ook een
griezelige sfeer.
Opvallend zijn ook de ongewone perspectieven van waaruit ze haar
illustraties maakt. Een knap voorbeeld is de illustratie waar het boek mee begint.
Vogelperspectief op een dubbel wit blad: aan de linkerkant een nietig figuurtje
dat in de richting van een frisgroen miniatuurbos in de rechterbovenhoek loopt.
De enorme witruimte tussen de jongen en het bos is sprekend: voor hem liggen de
ontelbare mogelijkheden van de dag. Wondermooi is de tegenstelling met de
dubbelbladige prent aan het einde waar zwartbruine stammen vanuit de linker bovenhoek
die hele bladzijde bedekken met hun naargeestige zwartgrijze schaduwen. Ze
lijken de witte ruimte van de rechter bladzijde op te slokken. Een nietig
figuurtje rent weg, de lust om te ontdekken is voorbij.
In de laatste afbeelding zet
Maria Dek de kroon op haar werk: door twee robuuste houten ramen is een glimp zichtbaar
van het mistige zwartgroene bos in de schemering. Dit tafereel straalt een
enorme rust en geborgenheid uit en tegelijkertijd biedt het ruimte om verder te
exploreren. Precies zo moet een veilig nest zijn.
Maria Dek: In het bos, Boycott,
Amsterdam 2020, 49 p. : ill. ISBN 9789492986092. Vertaling van
En forêt door Charlotte Pothuizen
deze pagina printen of opslaan