‘Mijn naam is Hond, James Hond.’” De toon is
meteen gezet in deze lichtvoetige parodie op James Bond, met een hond in de
hoofdrol. Het is Hond die zijn verhaal doet in de ik-persoon en dat is een
goede keuze. Je voelt meteen met hem mee én je voelt je het hele verhaal door
ook zo’n beetje speurhond. Je bent trots op je gevoelige speurneus, kijkt vol
verbazing neer vanuit de cabine van een vrachtwagen én hebt begrip voor die
domme mensen:
‘Ik
wist dat ik geen moeite hoefde te doen. André begreep me enkel als ik kort en
duidelijk sprak.’ James is ook een hond met humor en dat maakt hem extra
sympathiek: ‘Ik ben niet het soort hond dat zijn eigen drolletjes graag ruikt,
weet je.’
André
is het baasje van James en de chef van het visrestaurant ’t Zeetje. Hij is
bevriend met visser Martinus en zijn vrouw Lieke die hem altijd verse tong
bezorgen. Tot op een dag de valse visser Richard Haaisema met zijn nieuwe vloot
hen de pas afsnijdt. Tegen zijn nieuwe vistechnieken kunnen ze niet op. Zonder
lekkere tongen dreigt André zijn zaak te moeten sluiten, maar dan nemen
Martinus en Lieke James Hond mee op zee om met zijn speurneus de visrijke
elfenbank te zoeken. Natuurlijk probeert Haaisema met zijn bloeddorstige Dog X
daar een stokje voor te steken.
Het verhaal van James Hond is simpel en voorspelbaar en de
personages zijn stereotiep: de ouderwetse visser die graag een glaasje drinkt,
de slechterik met een doorzichtige naam en die er ook door en door slecht
uitziet, de brutale meeuw Saf die zo uit een Disney-film gevlogen lijkt. Die
clichés steken ook in de striptekeningen van Arnold Hovart die de zwart-wit
karakters extra uitvergroten. Amusant leesvoer op AVI-niveau E4 zonder
pretentie.
Noella Elpers, Arnold Hovart (ill.): James Hond en de elfenbank, Van Halewyck,
Kalmthout 2018, 124 p. : ill. ISBN 9789461318459. Distributie Pelckmans
Uitgevers
deze pagina printen of opslaan