9+ - De ouders van Ciel
zijn uit elkaar en niet alleen heeft moeder een nieuwe vriend, nu gaan ze samen
ook nog een baby krijgen. Ciel moet die baby niet. Gelukkig heeft ze Alfie. Hij
is met zijn vader weggevlucht uit zijn land en zit nu naast haar in de klas.
Hij wil de slimste mens ter wereld worden en is goed op weg, want hij kan
dingen die niemand anders kan, zoals kuchen in morse, en
hij stelt vragen waarop niemand een antwoord weet. Hij heeft ook goeie ideeën.
Wanneer de juffrouw in de klas het verhaal vertelt van het Japanse meisje
Sasaki Sadako en de Japanse mythe van de papieren kraanvogels, gaat hij zelf kraanvogels
vouwen. Als je er duizend hebt, mag je immers een wens doen. Ciel bedenkt dat
ze op deze manier wel van de baby af kan komen en helpt hem vogels vouwen. Maar
Alfie, die uit oorlogsgebied komt, geen moeder en geen thuis heeft, denkt aan
heel andere dingen.
Als Alfie plots verdwijnt en Ciel bij haar nieuwe oma moet logeren
omdat mama gaat bevallen, slaat de eenzaamheid toe. Oma is nochtans aardig en
ook een beetje vreemd, want ze breekt in op feestjes. En dan duikt Elias plots weer
op in Ciels hoofd, het vriendje dat ze zelf bedacht heeft, die de gemene streken uithaalt die zij wel wil doen, maar niet durft.
Alfie ziet ze nog een keer terug, vlak voor hij met zijn vader in een
vrachtwagen stapt waarmee ze in Engeland hopen te geraken.
Een kind van gescheiden ouders moet zich aanpassen aan een
nieuwe relatie. Ze is eenzaam en rebelleert, maar kent ook een bijzondere
vriendschap. Het is een verhaal dat vaak verteld wordt in kinderboeken, maar De
Preter maakt er meer van. Ze verweeft het gegeven met de actuele
vluchtelingenproblematiek en trekt het thema verder open met onder meer het
verhaal van Sasaki Sadako en de Tweede Wereldoorlog.
Bijzonder aan De Preters boeken
is haar opvallend inventieve, poëtische taal. De schrijfster heeft geen
beschrijvingen nodig om veelzeggend te zijn. Met Alfie en Ciel creëert ze
bovendien personages met een grote liefde voor taalspel en daarin wordt de jonge lezer uitgenodigd mee te denken over taal en betekenis:
‘Woorden doen altijd gek. Sommige mummelen, andere schreeuwen, weer
andere huppelen de hele tijd achter je aan tot ze in je hoofd mogen.’
Cijfers vinden Ciel
en Alfie ook leuk, want als je goed kijkt zie je dat er bij iedereen een cijfer
past. Ciels vader is een vier ‘zoals alles wat sterk en stevig is’, mama is een
acht, ‘een cijfer dat rondjes maakt en lekker slingert. Mama is onwijs
verstrooid.’ Toen haar ouders nog samen waren was Ciel voor hen nummer één. Wat
is ze dan nu? ‘Twee keer een halfje?’
Aan het
begin van het boek stapelt De Preter dit soort taal- en cijferspel op. Het is
in vele gevallen sprankelend en geestig,
maar soms is het te veel, te bedacht, te diepzinnig ook voor een kind van
negen. Je hoort eerder de stem van de auteur dan van het personage. Zo ook in
de verwijzingen naar actuele thema’s, die vaak een beetje gedwongen in het
verhaal zitten en uitlopen in frikkerige levenslessen. Zoals deze verwijzing naar de Tweede Wereldoorlog, naar
aanleiding van een cijfertattoo op de arm van de klusjesman:
‘Dit is geen code, zegt hij. Je
kunt er geen geld mee pinnen, of eten mee bestellen. Achter deze cijfers zit
een verhaal dat niet vergeten mag worden.’
Al dit concentreert zich echter
in de eerste veertig bladzijden, verder in het verhaal verliezen zowel taal als
sociaal engagement aan belang en focust de schrijfster hoofdzakelijk op de
verhaallijn van Ciel en de komst van de nieuwe baby. Alfie verdwijnt een hele
tijd naar de achtergrond, komt alleen op het einde terug in beeld, voor hij en
zijn vader verder vluchten naar Engeland. Op basis van de titel en de eerste
hoofdstukken verwacht je een structurelere aandacht voor de vluchtelingenproblematiek.
Al bij al is Toen
Alfie verdween een boek met stilistisch en verhalend sterke stukken. Heel mooi is het
motief van de kraanvogels, dat Sylvia Weve knap heeft uitgewerkt in de
coverillustratie. Maar opbouw en uitwerking zijn onevenwichtig. Het verhaal
kent een wat onregelmatig verloop en de wisselende inhoudelijke accenten geven
het iets doelloos. Spijtig want Gerda De Preter heeft zeer veel in haar mars.
Gerda De Preter:
Toen Alfie verdween, Querido, Amsterdam 2018, 128 p. ISBN 9789045121611.
Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan