3+
- De Duits-Deense auteur Annette Herzog schreef de verhalen in Moemf heeft een vriend als hoorspel voor
de radio en dat hoor je zodra je ze voorleest. De ouverture sleept je meteen
mee in een bijzonder ontwaken. Let op de herhaling van ‘de zon’, de passende
beelden en het ritme:
‘Moemf werd wakker van de zon die zijn neus kietelde. De
zon! Als de zon door het venster scheen, dan was de lente daar, zelfs als er
nog ijsbloemen op de ramen schitterden. Moemf kwam overeind en schudde zijn
winterslaap van zich af. Het was hem gelukt om tot en met kerst wakker te
blijven, maar toen viel de slaap toch echt als een dikke deken om hem
heen.’
Dat alles zo mooi past, is
natuurlijk ook het werk van de vertaalster Linda Bertens. Daar kan de auteur,
die zelf vertaalster en tolk is, alleen maar blij mee zijn. Het begin houdt een
belofte in, want Sneeuwuil staat hem op te wachten: ‘Moemfs hart maakte een
sprongetje toen hij zich realiseerde dat dit geen normale lente zou worden,
maar een lente met een vriend!’
Vriendschap, daar draait het hele boek om, over wat het
betekent een echte vriend te hebben, maar ook over de angst een vriend te
verliezen (door eigen schuld), over verschillen en gelijkenissen, over
bewondering voor de ander en reserves. Wat vriendschap kan betekenen, blijkt
soms uit kleine zinnetjes zoals het volgde, een soort leidmotief: ‘Samen heb je
dubbel zoveel plezier.’ Maar her en der ontdek je ook diepere waarheden over
vriendschap: ‘Dat verdient een vriend, zeker zo een die je niet uitlacht als je
een keer heel dom bent geweest’ of ‘We hebben alle tijd van de wereld, want we
zijn vrienden voor altijd.’ Het mooie is dat die uitspraken nooit worden
opgedrongen, maar als het ware terloops opduiken.
Zowel Sneeuwuil als Moemf worden
raak getypeerd als verschillend en mekaar aanvullend. Het enthousiasme van de
jonge uil vol gekke ideeën wordt getemperd door de bezadigde Moemf, die als een
soort opa graag rust wil, maar tegelijk geniet van de aanstekelijke energie van
Sneeuwuil en hem ook graag zichzelf wil laten zijn. Die ‘spannende’ relatie
wordt mooi gesuggereerd, wat extra ruimte laat om je actief in te leven.
Wanneer Sneeuwuil wil gaan schaatsen, is Moemf er niet gerust in, maar hij wil
zijn vriend ook niet dwarsbomen. Eenmaal op het ijs, meent Sneeuwuil plotseling
schoten te horen, waarna ze snel weg vluchten. Achteraf blijkt dat Moemf al die
tijd wist dat ze geen schoten hoorden, maar het kraken van het ijs.
De stijl is
schijnbaar heel eenvoudig, maar de woorden zijn duidelijk met veel zorg
gekozen. Hoeveel emotie schuilt er niet onder de paradox in de volgende
zin:
‘‘Kom, we gaan achter hem aan!’
zei Sneeuwuil, die verontrustend veel zin had in avontuur.’
Af en toe vertelt de tekst ook
iets over het bijzondere van de taal, bijvoorbeeld over wat een moeilijke vraag
is: een waarop je heel veel antwoorden kan geven. Ook in het laatste verhaal
leer je de kracht van woorden kennen. Het gaat over de essentie van afscheid
nemen en over de fijne herinneringen die echte vrienden hebben. De slotzin
blijft bij door een treffend contrast: ‘Hoe kon je zo blij zijn en zo treurig
tegelijk.’
Terecht staan auteur en illustratoren op de kaft gelijkwaardig bij elkaar. De
intieme verhalen over twee bijzondere dieren zijn geknipt voor Ingrid en Dieter
Schubert. Hun illustraties met waterverf op korrelig papier in overwegend
zachte kleuren geven raak de gezellige sfeer weer. Moemf en Sneeuwuil zijn
vermenselijkt: kleren dragen ze niet, maar hun lichaamshouding en mimiek
spreken boekdelen, kijk maar naar hoe Sneeuwuil geniet onder de douche van
smeltende ijspegels. Moemf is een fantasiewezen, maar toch geloof je meteen in
zijn karakter van gezellige, ietwat slome dikkerd.
Het feest op het eind is meteen
een feest van beweging en kleur en er valt ook wel een en ander te ontdekken
voor wie goed kijkt. De illustratie contrasteert treffend met de slotprent
waarop Sneeuwuil wegvliegt, door het gekozen perspectief bijna letterlijk uit
het boek, terwijl de nacht als een grijze deken over de aarde valt.
Als een voorleesboek
de lezer zo kan knuffelen als een echte vriend, dan is het een boek om te
koesteren.
Annette Herzog, Ingrid & Dieter Schubert (ill.): Moemf heeft een vriend,
Lemniscaat, Rotterdam 2018, 76 p. ill. ISBN 9789047709855. Vertaling
van Frühling
mit Freund : Vorlesegeschichten door Linda Bertens.
Distributie De Eenhoorn
deze pagina printen of opslaan