9+ - Meisje en Boom zijn intens gelukkig met elkaar. Simon,
haar bijzondere knuffeleekhoorn en Spin, die in de kruin van Boom woont, zijn
elke dag opnieuw getuige van hun wonderlijke routine. ’s Morgens drinken Meisje
en Boom gezellig samen koffie en vervolgens maakt Meisje haar dagelijks praatje
met Spin. Daarna is het tijd voor een uitgebreide gezondheidscontrole van Boom.
Wanneer Meisje ‘s middags met Simon speelt, zorgt Boom ervoor dat ze heerlijk
in de schaduw zit. Het tweetal wordt altijd tak in arm wakker uit hun
middagdutje. Meisje vertelt over haar dromen en gaat op ontdekkingstocht tussen
Booms takken. En wanneer Meisje honger krijgt, groeit er precies aan Booms
takken waar ze zin in heeft. Na het eten vertelt Boom nog een verhaal,
overdenkt Meisje de voorbije dag in haar schrift en maken Meisje en Boom
hierover de mooiste gedichten voor elkaar.
Op een dag wordt meisje ziek en
stort hun sprookjesachtige routine als een kaartenhuisje in elkaar. Boom, Spin
en Simon doen wat in hun macht ligt, maar ze kunnen Meisje niet helpen. Voor ze
overlijdt, vraagt ze Simon over Boom te waken en hem na zeven winters te
wekken. Haar rode schoenen laat ze achter tussen Booms takken. Boom zakt weg in
een diepe, troosteloze winterslaap. Simon twijfelt soms over zijn opdracht,
maar toch blijft hij geloven: hij wacht geduldig en na zeven winters maakt hij
Boom wakker. Met hernieuwde energie doet Boom iets prachtigs voor meisje: met
behulp van de wind laat hij haar rode schoentjes dansen als nooit tevoren.
Intens van
iemand houden is fantastisch en beangstigend tegelijkertijd. Geliefden stellen
zichzelf immers altijd kwetsbaar op, want verlies is onlosmakelijk verbonden
met het leven. Tijdens hun zorgeloos samenzijn, wordt al duidelijk dat Meisje
en Boom op een totaal verschillende manier met deze kwetsbaarheid omgaan. Boom
is vooral bang om haar te verliezen. Zo blijft hij het liefst wakker om Meisje
te beschermen wanneer ze een middagdutje doet tussen zijn takken. En wanneer ze
te wild en te hoog in zijn kruin klimt, breekt hij haar spel voortijdig af.
Meisje daarentegen lijkt de wijsheid al in zich te dragen dat verlies
uiteindelijk onafwendbaar is. Ze vertelt Boom bijvoorbeeld over haar droom
waarin ze een oud vrouwtje is of over haar droom waarin ze een vogel is die
licht en helder langs de horizon vliegt.
Vlak voor haar dood reikt ze
boom enkele belangrijke handvatten aan om met verlies te leren omgaan,
prachtige wegwijzers die vooral oudere kinderen naar waarde zullen weten te
schatten. Boom krijgt immers de onvoorwaardelijke steun van een goede vriend en
Meisjes rode schoentjes om ‘haar te dansen’ en zo de herinnering aan haar
levend te houden. We zien Boom evolueren in de omgang met zijn kwetsbaarheid.
Zijn grootste angst wordt een enorm verdriet en met Simon naast zich durft hij
dat verdriet tot op de bodem doorvoelen. Net daardoor vindt hij uiteindelijk de
kracht om verder te gaan, voorbij het verlies.
Het poëtische taalgebruik geeft
het verhaal een fluweelzachte glans. Zo lezen we in de beschrijving van Booms
verzorgingsritueel: ‘…twijfeltwijgjes helpt ze de juiste richting kiezen…’.
Wanneer Meisje echt de uitputting nabij is, gaat Boom tot het uiterste: ‘Hij
vraagt de wind om een slaaplied, jaagt een zwerm vuurvliegjes weg en dimt de
sterrenhemel.’ Het zijn breekbare beelden, die raken.
An Candaele weet de broze sfeer
van dit verhaal, die trouwens ook mooi gestalte krijgt in het kleine formaat
van het boek, perfect in beeld te brengen. Boom, Meisje en Simon zijn geschetst
in voorzichtige fijne potloodlijnen. Boom is op sommige prenten enkel een
lijntekening, op andere wordt hij in sombere zwartgrijze tinten
ingekleurd. Meisje draagt een eenvoudig wit jurkje, terwijl haar speelsheid
lief wordt benadrukt door haar rode schoentjes en al even rode wangen. De
smoezelige rode vlekken in Simons oranje vacht geven hem de ziel die elk graag
gezien knuffelbeest ongetwijfeld moet hebben. De achtergrond lijkt ingekleurd
met pastelkrijt in zachte, sobere kleuren, waarbij in sommige illustraties
verschillende tinten geleidelijk in elkaar overvloeien. Deze techniek creëert
die flinterdunne schemerzone tussen droom en werkelijkheid waarin dit verhaal
zich afspeelt.
Heel bijzonder zijn ook de hier
en daar toegevoegde bladen uit Meisjes dagboek. Het is een lijntjesschrift
zonder één geschreven woord, maar met de meest wonderlijke collages. Zo tekent
ze bijvoorbeeld de rode aardbeien die Boom voor haar aan zijn tak laat groeien,
maar ook heel argeloos de olifant die er per ongeluk aan groeide. Met een
aandoenlijk stukje kleefband plakt ze takjes, veertjes en andere schatten die
ze ontdekt ,tussen haar tekeningen. Zo’n pure, speelse liefde kan toch nooit
helemaal verloren gaan?
Karla Stoefs, An Candaele (ill.): Dans me, Van Halewyck,
Kalmthout 2017, 58 p. ill. ISBN 9789461316288. Distributie: Pelckmans Uitgevers
deze pagina printen of opslaan