6+ - ‘Sorry, maar onze kinderpoëzie moet écht beter’
kopte NRC in naam van Thomas de Veen
op 26 januari 2017, gedichtendag. Daarin verzucht de recensent dat die
kinderpoëzie de afgelopen tien jaar nauwelijks is veranderd en er geen
vernieuwende, belangrijke dichters zijn bijgekomen in Nederland. Voor
Vlaanderen geldt, helaas, hetzelfde.
Van Reine De Pelseneer en
illustrator Ann De Bode verscheen bij De Eenhoorn Ahoy! Gedichten over wilde dromen, klein geluk en groot gevoel, een
verzorgde uitgave met een flink pak gedichten over allerhande thema’s uit de
onmiddellijke leefwereld van het jonge kind. Een nieuwe stem is Reine De
Pelseneer niet — ze publiceerde al eerder poëzie en proza, vernieuwend is ze
evenmin. Zowel qua stijl als thematiek zijn de gedichten zelden echt
verrassend.
Hoe
komt het toch dat kinderpoëzie er niet in slaagt mee te surfen op de golf die
bij volwassenen nieuwe stemmen aan het werk zette? Sinds de opkomst van slam poetry is daar weer een en ander in
beweging. Maar alle interesse voor performances en audiovisuele interventies
ten spijt, verandert er in kinderverzenland nauwelijks wat. Kinderen zijn
nochtans (nog steeds) gevoelig voor rijm, ritme en klankspel – getuige de
snelheid waarmee liedteksten van pakweg Boef en Jebroer een weg vinden naar hun
geheugen. Wie die teksten kent, kan alleen maar raden dat het zeemzoeterige
weinig kinderen zal prikkelen. Ook op jonge leeftijd mag het best een beetje
spannend zijn.
En dat is net wat De Pelseneer veel te weinig doet: in haar poging met de ogen
van een kind te kijken, vervalt ze te vaak in de vertederde blik van een
volwassene die zich inbeeldt waarnaar dat kind zit te kijken of, erger nog, de
volwassene die het beter weet. De gedichten in Ahoy! kleuren braaf binnen de lijntjes en prediken goed gedrag op
school (ook als je school lastig vindt), dierenliefde, een vleugje diversiteit
en gezellig familieleven. Opvallend vaak eindigen de gedichten met een ‘wijze’
spreuk’, zoals:
‘Liegen is eenzaam, vervelend en naar.
Maar wat ik verzin,
is mooier dan waar.’
Of: ‘Al lijken de dingen saai en
stil,
ze beginnen te leven
als je dat wil.’
Nochtans schrijft
Reine De Pelseneer met een zeker metier: ze beheerst rijm en ritme, en gebruikt
nu en dan een sprekend beeld, zoals ‘een kleur bedenken / die nog blijer is dan
geel’, of
‘en ik luister en ik tel
alle woorden uit hun mond,
alle stappen in het rond’
in het gedicht ‘Pauze’. Spijtig genoeg lopen te veel
gedichten dood: ze geraken verstrikt in rijmdwang, worstelen met perspectief of
gebruiken weinig originele beelden.
Deze bundel gaat dan ook alle
kanten op: in kwaliteit, in leeftijd. Wie van goede wil is, zou kunnen stellen
dat Ahoy! daardoor een bundel is om
in te snuisteren. Zelf had ik liever een strengere redactie gezien.
Reine De Pelseneer: Ahoy! Gedichten over wilde dromen, klein geluk
en groot gevoel, De Eenhoorn, Wielsbeke
2017, 80 p. ill. ISBN 978946291194
deze pagina printen of opslaan