3+ - Grafische vormgeving en
illustraties in tijdschriften, reclame en andere media, design op servies,
gebruiksvoorwerpen, en speelgoed en illustraties in prentenboeken: het groeit
steeds meer naar mekaar toe. Wie de prenten uit De dieren van Ingela meent te herkennen, heeft het dan ook wellicht
goed. De ontwerpen van de Zweedse illustratrice Ingela P Arrhenius zijn
werkelijk alomtegenwoordig. Laat ik het maar toegeven: tot de voorbereiding van
deze recensie was nooit tot me doorgedrongen hoeveel spullen in huis door
dezelfde illustratrice blijken te zijn ontworpen. Servies, postkaarten,
speelgoed, schrijf- en rekenboekjes… je zegt het maar.
De stijl van Ingela P Arrhenius
is erg herkenbaar, en vaak nagevolgd. De afgelijnde kleurvlakken, de
eenvoudige, wat naïeve vormen en het beperkte, vaak contrastrijke kleurgebruik
doen denken aan de illustratiestijl van de jaren ’50-’60 – al zou je door de
sterke vertegenwoordiging van die vintagestijl wel eens vergeten dat de
hedendaagse, uitgepuurde en sterk grafische variant nog duidelijk verschilt van
de oorspronkelijke, meer uitgewerkte illustraties.
Die uitwisseling tussen
‘toegepaste kunsten’ en illustratiekunst en de herneming van motieven en
vormstijlen uit het verleden zijn uiteraard niet nieuw. Toen prentenboeken eind
negentiende eeuw, begin twintigste eeuw aan hun opmars begonnen en op ruimere
schaal verspreid raakten, kwamen de illustratoren precies uit die hoek van de
beeldende kunsten. Sinds nostalgie de designmarkt en grafische vormgeving
overrompelt, wordt de uitwisseling tussen tijdschriftillustraties, design en
prentenboeken opnieuw versterkt. Dat uitgevers dit al snel begrepen en met hun
prentenboeken soms op de eerste plaats die markt van nostalgische volwassenen
willen aanboren, is vanuit commercieel oogpunt goed te begrijpen. Vaak genoeg
zijn die illustraties bovendien ook voor de jongere lezers een feest voor het
oog, en appelleren het kleurgebruik, de grote, afgelijnde vlakken… aan beide
doelgroepen.
De dieren van Ingela past, zoals eerder
aangegeven, duidelijk in dit plaatje. Eerder dan als een prentenboek oogt het,
ook door het grote, rechtopstaande formaat, als een verzameling posters – vele
dieren van Ingela’s hand zijn ook werkelijk eerder als poster verschenen, zij
het altijd in andere gedaanten. De samenhang tussen de dieren is bovendien
beperkt, al is er hier en daar gezocht naar vormelijke overeenkomsten, zodat
bijvoorbeeld de kleuren van de linkerpagina gespiegeld worden in die van de
rechterpagina, zoals bij de rozerode flamingo tegen een blauwe achtergrond,
naast de blauwe olifant met rode vlek en (deels) rode letters. Leuk zijn de
verschillende typografieën waarin de naam van het dier is weergegeven, waarbij
vaak een overeenkomst bestaat tussen de (veronderstelde) eigenschappen van het
dier en het lettertype.
Dat het hier om knap werk gaat, staat buiten kijf. Of dit
er ook de beste publicatievorm voor is, staat voor mij meer ter discussie.
Waarom bijvoorbeeld geen verzamelmap met losse prenten? Wie dit koopt – voor de
eigen boekenkast of voor de kinderkamer – schaft best meteen ook een
boekenstandaard aan. Het zou zonde zijn deze prenten tussen een gesloten kaft
in een rij boekruggen te laten verdwijnen.
Haarlem
: Gottmer 2015, 36] p. : ill. Vert. van: Animaux. ISBN 9789025761660
deze pagina printen of opslaan