Na onder meer het prentenboek Groter dan een droom en
het gevoelige Vissen smelten niet (beide uitgegeven in 2013 en
bekroond met een Zilveren Griffel) verscheen bij Querido een nieuw jeugdboek
van Jef Aerts, Paard met laarzen. Hoofdpersoon is het meisje Fieke,
die na de dood van Olga de zorg voor dier gewonde paard Lasse op zich neemt.
Fieke heeft de oude dame beloofd om het voormalige circuspaard met de verbrande
hoeven te beschermen en neemt het mee naar huis. Maar een IJslander in hun
kleine stadstuintje zien de ouders van Fieke niet zitten. Als een bejaarde
clown opduikt die Lasse opnieuw in het circus wil inlijven, kan Fieke niet
meteen rekenen op de steun van haar ouders om het paard uit zijn handen te
houden. Gelukkig komt er hulp uit onverwachtse hoek.
Met Paard met laarzen levert Aerts een
verhaal af waarin vooral allerlei vriendschappen zich mooi manifesteren: tussen
mens en paard natuurlijk, maar ook tussen kinderen en ouderen, en tussen wat
minder extraverte kinderen onderling. Aerts verstaat de kunst om slechts met
een enkele scène een beeld van een intense vriendschap op te roepen, zoals
wanneer Fieke even haar ernst laat varen om met Vos op het ritme van de
grammofoonmuziek te springen. Net als in Vissen smelten niet schuilt
hier onder het avontuur de worsteling van een kind met zijn omgeving. Onder de
koepel van de strijd om Lasse maakt Aerts heel invoelbaar hoe de introverte
Fieke zich optrekt aan de zorg voor het gewonde paard en de belofte die ze aan
Olga wil nakomen. Dat maakt de kracht waarmee ze steeds maar liegt tegen haar
ouders en thuis op de loop gaat, dan ook aannemelijk. Aerts toont ook
subtiel hoe Vos in zijn schulp is gekropen nadat zijn ouders de
leefomstandigheden van het gezin hebben bepaald zonder zijn ideeën daarover te
kennen. Het gezin leeft apart omdat het werk van Vos' mama, een vulkanologe,
daarom vraagt. Al is zijn vader fysiek aanwezig en stemmen ze de maaltijden af op
de video-oproep met mama die aan de andere kant van de wereld zit, toch is het
eenzaamheid troef. Aerts geeft tussen de regels ruimte aan allerlei vragen:
Waar ligt de juiste balans tussen aandacht hebben en afstand respecteren?
Kunnen kinderen hun eigen keuzes maken? Kunnen dieren dat?
Die ideeën krijgen zuurstof in de loop van het verhaal, dat
met nuance en humor wordt verteld. Zo blijkt de clown Baruso niet de boeman
voor wie Fieke hem houdt en ook haar vriendin Olga blijkt niet de volledige
waarheid te hebben verteld. Humor zit bijvoorbeeld in de echte naam van Vos
(die aan het einde plots onverwachts onthuld wordt) en in de koffie die Olga
steeds voor Fieke uitschenkt zonder dat die laatste ervan drinkt. Het toont
eveneens eenvoudig maar scherp aan hoe de volwassen Olga tegenover het kind
Fieke staat: Olga biedt Fieke de zekerheid dat er altijd koffie voor haar zal
zijn, maar de keuze om die te drinken ligt bij het meisje.
Naast de verfrissende kijk op relaties en wat mensen en
dieren voor elkaar kunnen betekenen, herkent de lezer ook in stijl van het boek
de hand van Jef Aerts: mooie beelden keren terug (de vlinder) en de dialogen
zijn naturel, afgezien van enkele te wijze uitspraken die op het einde in de
mond van Vos worden gelegd ('als een kraaiennest in een schoorsteen’,
'Misschien was Olga wel net zo gekwetst als Lasse [...] Alleen kreeg zij van
niemand de goeie laarzen.'). De charmante tekeningen van Judith Van Istendael,
die de zilverappel Lasse en zijn gegadigde verzorgers in beeld brengen, maken
dit hartveroverende boek compleet.
Amsterdam: Querido, 2015, 197 p. : ill. ISBN 9789045117584
deze pagina printen of opslaan