Adolescenten

JEUGDBOEKEN NR. 9, NOVEMBER 2023

TJ Klune: Het boomhuis in het bos

door Henk van Viegen

14+ - Victor Lawson, de hoofdpersoon van deze fantasyroman, leeft zonder ook maar enig contact met de rest van de wereld in enkele door zijn vader, Giovanni, ingenieus gefabriceerde ruimtes in een bos. Een paar laboratoriums, woonruimtes, oplaadplekken. Victor blijkt de enige mens daar, volgens zijn vader gebracht door twee mensenouders, die nooit meer opdoken. Gio is een uiterst intelligente androïde, verantwoordelijk voor het uit oud schroot, printplaten en ander afgedankt materiaal gemaakte vaste gezelschap: de zeer handige, slimme, kekke en soms grove taal uitslaande zorgrobot zuster Ratched, en het kleine, ietwat angstige, vertederende ADHD-ertje Rambo, stofzuigmachine.  

Op een dag vinden Victor en zijn machinevrienden op een schroothoop een afgedankte androïde waar nog wat energie in lijkt te zitten. Ze knappen hem op. Victor fabriceert een hart en brengt daar leven in met een druppeltje bloed. Ze dopen hem HAP, Hysterisch Agressieve Paniekzaaier, ideetje van Rambo. Hap blijkt namelijk nogal agressief en chagrijnig te zijn, later blijkt dat hij in het verleden tot de moordmachines van de staat behoorde. Hoe dan ook: de liefde en de aandacht van de anderen houden hem in toom, tot hij, snel lerend, een echte vriend wordt. Victor is eigenlijk meteen een beetje verliefd. Hier zitten we op bekend terrein: Klune zorgt er in elk boek wel voor dat er positieve aandacht is voor het hele queerspectrum, je vindt dit uitgangspunt voor zijn schrijven ook op zijn website. Zuster Ratched heeft al snel door dat Victor en Hap elkaar erg aardig vinden, wat een heleboel seksgrappen (voor een deel tamelijk melig) oplevert, vooral doordat ze de bleue Victor er lekker mee kan pesten.
 
Door een onhandigheidje wordt hun woonplek ontdekt, waarop een arrestatieteam Gio, die ook een gewelddadig verleden blijkt hebben in dienst van de overheid, terugbrengt naar zijn oude werkplek, in de Stad van de Elektrische Dromen. Het is de stad waar de regering zetelt, in een kolossaal en hoog gebouw. Maar ook woont en werkt daar De Blauwe Fee, in wie Victor en consorten een helper vermoeden. Want, je begrijpt het al, de groep gaat naar de stad om Gio te bevrijden.
 
De Blauwe Fee, die kennen we uit Collodi’s De avonturen van Pinokkio en, in combinatie daarmee ook de naam Giovanni, de marionettenspeler in dat boek. Die wordt hier vertegenwoordigd door de Koetsier, een aanvankelijk gemene, maar later erg meevallende (net als Giovanni in het boek) museumdirecteur die ze op hun reis naar de stad ontmoeten. Ook het meerdere keren uit hout snijden van een hart door Victor valt hier op z’n plek. Klune maakt overigens geen geheim van zijn schatplichtigheid aan Pinokkio. Je ziet het meteen aan de titel van het origineel, In the Lives of the Puppets, en ook aan de motto’s van de eerste drie delen in het boek, respectievelijk Het Bos, De Reis en De Stad: teksten uit Pinokkio. De walvis krijgt de naam Monstro (de naam die Disney in de verfilming gebruikte), het embleem van de staat is een beeld met een vos en een kat, de twee valseriken bij Collodi. En er is nog meer.
 
De enigszins bleke Nederlandse titel zegt zeer weinig over het verhaal, het lijkt net of die een beetje mee wil liften op een boomhutserie, maar wellicht is het ook een kwestie van gelijkschakeling met andere Klune-titels uit 2022 bij Volt (Het weeshuis in de azuurblauwe zee en Het gefluister achter de deur). De Engelse titel deelt ook iets mee over de toekomstige wereld waarin de overheid, zoals gebruikelijk in dystopieën, alle touwtjes in handen heeft. Totdat de held (helden) een gaatje weet (weten) te vinden, natuurlijk.
 
Klune is een handige schrijver. Hij bespeelt de sentimenten van zijn publiek, bij voorbeeld al in de opdracht waarin de mens aangesproken wordt: een nergens voor deugend iets eigenlijk, maar goed, ‘we hebben boeken en muziek aan je te danken’. Vooral het motief muziek werkt hij goed uit. Het is ook best ouderwets spannend te lezen over ‘de laatste mens’. Hier en daar komt hij met discussies over de grote thema’s, maar het blijft een beetje bij open deuren en geëigende hollywoodachtige statements over vader-zoon, je geweten, vriendschap en vergeving-ondanks-alles. Je ziet de film ook al voor je, met zo’n geraffineerd samengesteld vriendenclubje: de serieuze held, het vertederende mannetje, een kekke meid die ook nog eens technisch verschrikkelijk handig is en de krachtpatser die nog ‘bij zijn gevoelens moet komen’. De reis en de confrontatie. En dan is er natuurlijk nog het volbloed happy end.
 
Het is verder leuk Pinokkio weer eens even open te hebben. Het interessantst bij Klune is de Blauwe Fee, een spannend en gelaagd personage, een ingewikkelde helper, die ook nog eens aangeduid wil worden met de persoonlijke voornaamwoorden hun en die. Daarmee dus ook typerend voor Klune.
 
Veel zorgen over de wetenschappelijke onderbouwing maakt Klune zich niet, ook niet over hoe Giovanni aan al die energie komt in dat geïsoleerd gelegen bos. Het is een toekomstfantasietje waarin je hier en daar uiteraard wel dingen herkent: de mens die snel werkt aan zijn eigen ondergang, de razend knappe machines die het gaan overnemen en de alles controlerende overheid. Maar het menselijke element is hardnekkig.
 
TJ Klune: Het boomhuis in het bos, Volt, Amsterdam 2023, 448 p. Vertaling van In the Lives of Puppets door Anneke Blok. ISBN 9789021482989. Distributie L&M Books

deze pagina printen of opslaan



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri