4+ - Wat illustreren betreft, is Sophie Pluim zeker niet
aan haar proefstuk toe. In Mot en de
metaalvissers (met Sanne Rooseboom, Van Goor 2022) werd nog maar eens
duidelijk hoeveel ze in haar mars heeft, want ze wist de roestige wereld van de
metaalvissers met hun bijzondere karakters prachtig in beelden te vangen. Het huisje zonder heks is het eerste
boek waarvoor Pluim ook het verhaal schreef.
Ze neemt de lezer mee naar een
heksenhuisje op een open plek in het bos. Op een herfstdag zien we de stokoude bewoonster
voorgoed vertrekken. De seizoenen komen en gaan en het huisje raakt in verval.
Wanneer de herfst opnieuw aanbreekt, beslist het huisje haar lot in eigen
handen te nemen. Stram en stijf staat ze op en gaat op weg om een nieuwe
bewoonster te vinden. Van ‘een goede buur’ vangt ze geruchten op over een jonge
heks die een huisje nodig heeft. Het huisje zoekt haar tevergeefs in alle windrichtingen.
Wanneer de winter invalt, is het uitgeput. Ze wil net haar zoektocht staken,
wanneer de jonge heks plots voor haar staat. Ze hangt haar lantaarn in het
voorportaal, haar hoed en bezem bij de deur en maakt op de bovenverdieping een
zacht bedje voor haar kip. Even is dat onwennig, maar al snel voelen ze zich
veilig en geborgen bij elkaar.
De verhaallijn is eenvoudig en de hoeveelheid tekst beperkt
zich tot slechts enkele zinnen per blad, maar Sophie Pluim speelt op een
sprankelende manier met taal. Door consequent naar het huisje te verwijzen als
‘ze’ maakt Pluim er een levend personage van in wiens gedachten, gevoelens en
verlangens je je kunt inleven. Pluim laat haar lezers ervaren dat onverwachte
veranderingen in het leven overrompelend en akelig kunnen zijn, maar gaandeweg blijkt
hoe juist uit dergelijke veranderingen nieuwe kansen kunnen ontstaan.
Sophie Pluim
illustreert met veel liefde voor de natuur. Het wisselen van de seizoenen op de
open plek in het bos is fascinerend om naar te kijken. Pluim werkt haar
illustraties tot in het kleinste detail uit. Wanneer het huisje recht krabbelt,
worden twee lange houten kippenpoten zichtbaar, een speelse knipoog naar haar
fascinatie voor de verhalen van Baba Jaga. Wie terug bladert en goed kijkt, zal
ongetwijfeld ook in eerdere prenten de grappig opgevouwen kippenpoten aan twee
kanten van het huisje ontdekken. De gedetailleerde dwarsdoorsneden van het
huisje, zowel in het begin als op het einde van het boek, maken het verschil in
persoonlijkheid en levensstijl tussen beide bewoonsters duidelijk.
Er gebeurt in de
illustraties wezenlijk meer dan de tekst vertelt. Wie goed oplet, zal zien dat
de oude heks in een boom verandert, vlak bij haar huis. Haar mandje en bezem
blijven achter aan de voet van die boom, als stille getuigen. Op één van de
laatste illustraties is het huisje terug op zijn oorspronkelijke plaats beland.
Terwijl de jonge heks ijverig haar tuin schoonveegt, is het toch vooral de
kleurige lampjesslinger die hier de aandacht trekt. Met één uiteinde is hij aan
het huisje vastgemaakt en dan naar de heksenboom geleid. Het andere uiteinde is
kunstig in de kruin gedrapeerd. Ook de gele ster, die aanvankelijk op het dak
stond, krijgt een ereplaatsje in de kruin. Eigenlijk hebben de illustraties
geen tekst nodig om het verhaal te vertellen.
Sophie Pluim: Het huisje zonder
heks, Ploegsma, Amsterdam 2023, 40 p. : ill. ISBN 9789021684574. Distributie
Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan