Vanaf zes jaar

JEUGDBOEKEN NR. 6, JUNI 2023

Fleur Doornberg-Puglisi, Aron Dijksma (ill.): Nout & ik in de razende ruimte

door Henk van Viegen

7+ - Sommigen zullen misschien wat moe worden van alle aandacht voor diversiteit, inclusiviteit en gender in jeugdboeken. Uitgevers en auteurs trekken zich daar In elk geval niet veel van aan, er is volop ruimte voor verhalen en experimenten op deze gebieden. Nout & ik in de razende ruimte vertelt zonder enige poespas over vriendinnen die gezellig gaan samenwonen, buurmannen van verschillend ras die ‘bij elkaar gaan logeren’, een vrouw in een rolstoel die de hoofdpersonages uit een netelige situatie haalt. Een geinig experimentje zou je het ik-personage kunnen noemen. Het blijft onduidelijk of dit een jongen of een meisje is, zowel in de tekst als op de illustraties; de tekenaar schijnt dit getest te hebben op een jong publiek.  

Nout en de naamloze ik-figuur wonen bij hun moeders, die vinden dat gewoon gezellig, voor elkaar en voor de kinderen. Er wordt gesuggereerd dat de vaders overleden zijn. Het verhaal draait om het vinden van de door Nout geïntroduceerde ‘Razende Ruimte’. Nout weet waar die is, maar ook weer niet, in elk geval vertoont hij voortdurend uitstelgedrag of hij verzint dat de ingang verplaatst is. Voor die Razende Ruimte hebben de twee natuurlijk wel een soort outfit nodig, vinden ze, zoals laarzen en een helm. De laarzen heeft Nouts moeder, Margot, wel, al zijn ze erg groot. Bij buurman Arush scoren ze voor allebei een helm.
 
Al dingen doend, zoals naar de stad, laarzen kopen bij de kringloopwinkel en naar de bieb of Arush’ hond Kwispel uitlaten, vragen ze zich elke keer af of ze nu in de Razende Ruimte zijn. Ze lijken steeds dichter bij het antwoord te komen. Was het tijdens het over de sloot springen, toen het zo onweerde? Was het in de bus die ze naar huis bracht met al die over de Razende Ruimte enthousiaste mensen, zelfs uiteindelijk de chauffeur Angela (toch een engel dus)? Steeds net niet. Nout komt er nog het dichtste bij, op de zolder van Frans, later beseft hij dat hij daar naar terug moet. Het antwoord komt pas echt als ze die Ruimte alleen, voor zichzelf, ervaren. Het is wel duidelijk dat het kernbegrip hier verbeelding is.  
 
Bij de leerzame zoektocht pikken de twee hoofdrolspelers, en daarmee de jonge lezers, natuurlijk ook nog wat andere lessen mee. Zoals dat de grote heg van buurman Frans niet bedoeld is om zich af te zonderen, maar om het dierenleven te stimuleren en te beschermen. Daarmee meteen, en onnadrukkelijk, een vooroordeel uit de weg ruimend. Ook een ander vooroordeel komt losjes langs. Een klasgenootje, Asma, stelt dat de moeders dan zeker wel verliefd zijn als ze zijn gaan samenwonen. Je kunt ook ervaren dat een hond uitlaten geen sinecure is, zelfs enorm uit de hand kan lopen. Dat levert dan weer wel een heel mooi avontuur op, zeker als je weer veilig thuis op de bank zit.
 
De illustrator versterkte het element diversiteit. Hij laat zien dat Nout van een zwarte vader is, en de ik van een witte. Hij knipoogt ook nog even naar de genderdiscussie als hij buurman Frans bij het doen van de huishouding ‘klassiek’ aankleedt, met hoofddoek en al. Hij komt overduidelijk uit de school van Philip Hopman. Vooral op de prenten met de geel- en oranjetinten is dat goed te zien, en ook aan de gezichten. Dit boekje is opgedragen aan Philip, wie weet, is dat ‘m. De tekeningen zijn sfeervol en ook dynamisch, zie onder andere het kruipen langs de haag, op een dubbelpagina onder de tekst. Intrigerend is de afbeelding van de vrouw in de rolstoel, dirigerend boven de bladmuziek in de bieb. Fraai zijn de momenten waarop Nout en de ik hun Razende Ruimte vinden. Bij de ik loopt ‘de film’ zo uit zijn op de bankleuning liggende hoofd. Nout vertelt zijn ‘theaterervaring’ zo beeldend dat de ik er meteen in kan rondlopen. Al kun je die Razende Ruimte dus niet samen vinden, je kunt elkaar er wel deelgenoot van maken.
 
Dijksma geeft alle bewoners van de straat een eigen losstaand huis, wat een geestig contrast vormt met het in de tekst genoemde plan van Margot, die architect is, eens lekker rijtjeswoningen met grote ramen te gaan tekenen. Wat de moeder van de ik, Freja (de Noordse godin van de liefde en het huwelijk!) voor werk doet, wordt niet verteld. Wel dat ze het meeste doet in de huishouding en dat ze uit Zweden komt, waar de met dit boek debuterende Doornberg-Puglisi woont.
 
Wellicht had het begrip Razende Ruimte iets minder genoemd mogen worden, die woorden beginnen een beetje te hameren. Maar verder hebben we hier te maken met een vriendelijk, redelijk origineel boek, dat lekker laconiek doet over diversiteit, gender en inclusiviteit. Het achterplat is op het genderpunt wel expliciet: ‘.…mag je zelf weten of de hoofdpersoon een jongen of een meisje is’.
 
Fleur Doornberg-Puglisi, Aron Dijksma: Nout & ik in de razende ruimte, Leopold, Amsterdam 2023, 104 p. : ill. ISBN 9789025884116. Distributie Standaard Uitgeverij

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies



ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri