13+ - Tussen 1991 en 2008 gaf Davidsfonds/Infodok bij elkaar zeven
jeugdboeken uit van de veel bekroonde Zweedse jeugdauteur Mats Wahl, waaronder Winterbaai
en de reeks rond inspecteur Harard Fors. Wahl is in de jaren zeventig beroemd
geworden met boeken over jongeren met problemen. Problemen volop ook in deze
ontwikkelingsroman.
Hoofdpersonage is John-John, een zwarte jongen. Hij is, zoals
gebruikelijk in dit soort jongerenromans, een beetje slecht, maar eigenlijk en
vooral goed. Samen met zijn vriend Sluggo heeft hij al aardig vaak ‘kennis
gemaakt’ met de politie. Deze keer stelen ze een kajak waarmee ze naar de
overkant van de Winterbaai peddelen, een rijke kant van de stad. Deze actie
brengt een keten van, voor een flink deel negatieve, gebeurtenissen op gang.
John-John redt een rijkeluismeisje van verdrinking en ontmoet in haar huis haar
knappe zus Elisabeth.
John-John en Elisabeth worden eigenlijk meteen al verliefd
op elkaar. De een komt uit een achterstandswijk, de ander uit een elitebuurt,
letterlijk en symbolisch gescheiden dus door het water. Hun liefde ontwikkelt zich
toch vrij gemakkelijk doordat ze zich voor dezelfde school aangemeld blijken te
hebben, een theateropleiding.
De problemen dienen
zich snel aan. ‘Dankzij’ respectievelijk Sluggo en zijn stiefvader Rolf (vooral
aangeduid als Shithead) heeft John-John medeschuld aan twee inbraken in
Elisabeths huis. Hij heeft een pistool meegenomen na de eerste inbraak en Shithead
onder dreiging daarmee het huis uitgezet (omdat hij John-Johns zus Lena pakte).
Niet veel later wordt John-John door hem gruwelijk in elkaar geslagen. Verder
krijgen de twee vrienden ruzie, Sluggo sluit zich daarna aan bij een groep
neo-nazi’s. Elisabeth ontdekt dat John-John betrokken is geweest bij beide
inbraken, wat uiteraard tot een breuk leidt.
Wat Wahl erg goed weergeeft, is
de sfeer op school. Niet per se de wrijvingen die er zijn tussen de
verschillende groepen, die kun je ook elders wel zo lezen, maar wel het
specifieke van de theateropleiding. De docenten worden fraai neergezet.
John-John heeft acteertalent genoeg, en hij kan erg goed schrijven, maar verder
botst zijn nagenoeg boek- en theaterloze jeugd enigszins met zijn in dit
opzicht wel geschoolde medeleerlingen, die overigens allervriendelijkst zijn. En
waarom hij zich met al die ouwe troep als Hamlet moet bezighouden, roept hij
zijn theaterdocent toe.
Verder zijn er wel
wat (typisch literaire) elementen die jongeren wat minder zouden kunnen
waarderen. Elk hoofdstuk begint met een uitbundige tekst in cursief, meestal
beginnend met Broeders & Zusters en eindigend met een kreet over liefde of
vriendschap. Het blijken oefeningen van John-John te zijn, die hij begon als
opdracht op de theaterschool: schrijven in de stijl van. In dit geval is dat
Walt Whitman. Net als zijn meester op de basisschool is zijn docent erg te
spreken over het schrijftalent van John-John. Maar of een 13-plusser zit te
wachten op deze vreemde lofzangen, waaronder enkele als die op de lang
gekoesterde moederborst? Minder ongemakkelijk zijn de stukken met ándere
informatie over zijn vroegere jaren.
Dan zijn er nog teksten in een
lichtere letter, die het verhaal onderbreken. Het zijn weergaves van dromen. Daarin beleeft John-John
van alles met zijn vader in New York en een meisje daar dat al gauw de naam
Elisabeth krijgt. Bizarre scènes zijn het, maar wel iedere keer als John-John
in slaap valt keurig verder gedroomd, wat niet zo geloofwaardig is.
Aanleiding voor deze
herdruk is een nieuwe verfilming (de eerste dateert uit 1996), te zien op
Netflix, zie het stickertje op de cover. De tekst is niet zoals de film
overgebracht naar 2021, zodat we een soort historische roman lezen: geen
computer te bekennen, geen smartphone, wel bij voorbeeld een cassetterecorder.
Dat historische geldt ook voor een paar zaken die nu
behoorlijk gevoelig liggen. In het begin moeten de twee stoere kajakvaarders,
ook in hun taal over ‘de schatjes’, de meisjes zo’n beetje van zich afslaan.
Ook het woord ‘nikker’ valt, ja, dat was toen. Het meest omstreden, en wellicht
moeilijk te duiden voor pubers, lijkt de beschrijving van de verkrachting door Shithead
van Lena, waarbij niet duidelijk is of Lena genot faket of niet. Later zegt ze
van haar stiefvader te houden.
Het is sowieso onduidelijk waar de herziening van de tekst
in zit, geen nieuwe vertaling in elk geval. Het is overigens een opvallend Vlaamse
vertaling. Wellicht zou een echte update verstandig geweest zijn, maar zoiets
kost natuurlijk veel tijd en dan is die film alweer vergeten…
Voor de redelijk snel vertelde gebeurtenissen
op zich zal het niet veel uitmaken. De bekende problemen van de jongeren zijn
er nog altijd: kleine criminaliteit, rivaliserende groepen, vreemdelingenhaat,
bokslessen, verscheurde gezinnen, een foute stiefvader, liefdesperikelen. Met
ook de geëigende lichtpuntjes: schrijftalent, een geweldige oma (zoals zo vaak
in de jeugdliteratuur), de kracht van de liefde. De liefdeslijn verloopt
grotendeels cliché: verliefden uit verschillende milieus, bloei, crisis, en
een, niet heel goed voorbereid, happy end.
De twee acteurs die John-John en
Elisabeth spelen in de Netflix-film, staan op het voorplat. De nadruk ligt nu,
net als in de nieuwe film, op het liefdesverhaal. Op de cover van de
oorspronkelijke editie zie je John-John en Sluggo, als hij zich aangesloten
heeft bij de neo-nazi’s en zijn hoofd heeft kaal geschoren.
Overigens verschenen er nog twee
boeken over John-John: De
övergivna (1999 - ‘De verlatenen’) en John-John (2000). Ze zijn niet
vertaald in het Nederlands, maar uit de samenvattingen valt op te maken dat de
verzoening tussen John-John en Elisabeth niet betekent dat hun problemen uit de
wereld zijn: hij moet nog erg zijn best voor haar doen. Ook de verleidingen
vanuit het criminele wereldje liggen nog altijd op de loer.
Mats Wahl: Winterbaai, Davidsfonds/Infodok,
Antwerpen 2021. ISBN 97890022746. Vertaling van Vinterviken door Griet van
Raemdonck. Distributie Standaard Uitgeverij
deze pagina printen of opslaan