8+ - Het is eens iets anders, een monster dat kinderen
eet, maar alleen de brave verteerd krijgt. De stoute kan zijn maag absoluut
niet verdragen. Brute pech voor de Yark want de brave kinderen worden almaar
schaarser, waardoor hij dreigt om te komen van de honger. Ten einde raad vliegt
hij naar de Noordpool om de lijst met brave kinderen van de kerstman te stelen.
Maar zelfs met die lijst in handen slaagt hij er enkel in om per vergissing een
stout kind op te peuzelen. Zo belandt de Yark doodziek in de vuurtoren van de
kleine Madeleine, die hem liefdevol verzorgt en ze worden vrienden. Maar net
die vriendschap dwingt de Yark tot een hartverscheurende beslissing. Zijn
eetgewoonten vormen immers een groot gevaar voor haar, dus gaat hij weg.
Uitgeput van verdriet valt hij in het bos ten prooi aan een horde verwilderde,
boosaardige kinderen. Hun martelpraktijken maken de Yark immuun voor het gif in
het vlees van stoute kinderen. Nu zijn menu ruimer geworden is, durft hij weer
met een gerust hart bij Madeleine gaan wonen. En in de warmte van haar
vriendschap realiseert hij zich dat hij geen enkel kind meer wil opeten.
Dit eigenaardig
verhaal heeft een duister kantje. Vanaf de eerste bladzijde spreekt Bertrand
Santini met een flinke dosis cynisme over de mensheid. Hij opent met: ‘Van alle
soorten monsters die op aarde rondkruipen is de mens het wijdst verspreid.’ Hedendaagse
kinderen beschrijft hij als ‘domme, gemene minimensjes, die als twee druppels
water op hun ouders lijken.’ Kinderen noemt hij regelmatig ‘rotzakjes’. En het
wordt grimmig als de Yark in zijn dromen het opgebaarde en afgehakte hoofd van
Madeleine op zijn bord krijgt.
Een centraal thema in het verhaal is eten of gegeten worden.
De stoute kinderen pakken wat ze krijgen kunnen en palmen zo alle ruimte en
mogelijkheden in. Daartegenover staan de lieve kinderen die verzwolgen worden
door de Yark en geen schijn van kans maken in het leven. Maar er zitten ook een
aantal speelse, verrassende twists in het verhaal. Niet alles is wat het lijkt,
Santini heeft nog hoop voor de mensheid.
De persoonlijke groei van de
Yark doorheen het verhaal wordt bijzonder knap uitgewerkt. In de voortdurende
innerlijke strijd tussen zijn geweten enerzijds en zijn instinct om te doden
anderzijds, krijgt zijn geweten langzaam maar zeker de overhand. In het begin
van het verhaal lezen we hoe hij met zijn prooi praat en hoe hij vaak tijdens
het verslinden spijt voelt. Er is hier duidelijk al een zachte kern, een
geweten, aanwezig. De vriendschap met Madeleine prikkelt die zachte kern, zodat
de Yark zich voor het eerst in zijn leven bewust verzet tegen de drang om
iemand op te eten. En Madeleine gaat nog een stapje verder. ‘Het zou pas echt
vrijheid zijn als je kon leven zonder iemand te hoeven verslinden.’ En plots
lijkt de Yark het licht te zien.
De typerende fijne lijntekeningen in zwart-wit van Laurent
Gapaillard sluiten mooi aan bij de duistere sfeer in het verhaal. Op een
speelse manier brengt hij de persoonlijkheid van de Yark in beeld. Zo is er de
prent waar de Yark een slapend meisje met bed en al in zijn wijd opengesperde
muil wil schuiven. Een gigantische donkere muil vol blikkerende tanden, twee
extra lange slagtanden vanboven… Maar je ziet ook tekens van zachtheid: het
kleine neusje, de ronde onschuldige ogen, en de aandoenlijke kleine vleermuisvleugels.
En dan zijn er nog de bloemen op zijn rug, die de vogels op een eerdere
illustratie met veel toewijding in zijn vacht hebben gestoken.
Dit is beslist geen
makkelijk boek. Een aantal kinderen gaat zeker de hulp van volwassenen nodig
hebben om verder te kunnen kijken dan hun orale angsten. Maar de rijkdom aan
betekenissen die onder het oppervlak verscholen ligt, is de inspanning meer dan
waard.
Bertrand
Santini, Laurent Gapaillard: De Yark, Baeckens Books, Mechelen 2021, 96 p. :
ill. ISBN 9789059249585. Vertaling van Le Yark door Edward van de Vendel
deze pagina printen of opslaan