9+ - ‘Soms moet
je je engageren, anders ben je een lor,’ stelde Edward van de Vendel intussen
alweer ruim tien jaar geleden. Die stelling bleef hij al die tijd trouw, wat
leidde tot diverse boeken: er is in het Nederlandse jeugdboekenlandschap
wellicht geen andere auteur te vinden met een oeuvre zo divers als dat van
Edward van de Vendel. In Rekenen voor je leven engageert hij zich samen
met hoogleraar wetenschapscommunicatie Ionica Smeets en illustrator Floor de
Goede voor de waarde van rekenen en getallen.
In dat best lijvige boek (275
pagina’s dik) willen de kinderen van groep 7 (5de leerjaar) van de
Hoepsika-school komaf maken met nietszeggende reeksen sommen. Met hun juf en
meester spreken ze af dat ze elk een ‘moeilijke rekenvraag’ zullen bedenken
‘die wél met het leven te maken heeft’. Zo brengt het boek persoonlijke
verhalen en rekenkundige uitdagingen samen.
Voor dat laatste deel staat Ionica
Smeets in, die bij vele Nederlanders altijd bekend zal blijven als een van de
‘wiskundemeisjes’, naar de blog die zij een tijdlang bijhield. Maar ook haar
liefde voor literatuur steekt ze nooit onder stoelen of banken – zo was ze
recent nog te gast bij de Grote Vriendelijke Podcast, waarin ze vertelt hoe
lezen haar jonge leven bepaalde.
Uiteraard leveren een sterke, veelzijdige auteur, een
geslaagd cartoonist en een getalenteerd wiskundige en wetenschapscommunicator
met een hart voor boeken daarom nog geen grootse literatuur op. Rekenen voor
je leven is een boek met een plan, en dat voel je nu en dan – of juister,
dat botst hier en daar met wat ik als volwassen lezer doorgaans van jeugdliteratuur
verwacht. ‘Wat gebeurt er als een klas de saaie sommen mag vervangen door
rekenlessen die met hun eigen leven te maken hebben?’ kondigt het voorplat
reeds aan. Dat klinkt wat spannender dan het werkelijk is, maar tegelijk slagen
de makers erin werkelijk dát te bieden: een authentieke, overtuigende weergave
van wat jonge kinderen bezighoudt. Die inkijk in de levens van zo veel
uiteenlopende kinderen houdt de lezer wel degelijk bij de – tja – les.
Treffend, warm en in
sprankelende taal zet Van de Vendel de klas neer. Ze is geloofwaardig
authentiek en complexloos divers: kinderen in uiteenlopende gezinsvormen, van
verschillende sociale klassen, met andere culturele achtergronden… net als in
een ‘echte’ klas zijn ze er allemaal. Ze maken ruzie, worden verliefd, worstelen
met scheidende ouders of een ‘gebrek aan gekkigheid’. Die herkenbaarheid biedt jonge
lezers niet alleen een kapstok voor hun eigen ervaringen, maar nodigt ook uit
om in net wat andere werelden binnen te stappen.
Het boek volgt een vast
stramien, waarbij elk hoofdstuk een van de 22 kinderen in de kijker zet op het
moment dat die een rekenvraag moet bedenken. Daarop volgt de in stripsequenties
uitgewerkte rekenvraag, gevolgd door een ‘later’ waarin een getallenweetje het
hoofdstuk afrondt. Hoe verdeel je een dessert voor zeven mensen, hoe kies je de
snelste rij, kan je een bad nemen in je tranen, reis je beter met het vliegtuig
dan met de trein…? Prikkelende vragen leiden telkens naar de basis van het
rekenen, waarvan de meeste zaken voor een kind bij het begin van het vierde
leerjaar (minstens deels) bekend zullen klinken: breuken vereenvoudigen,
percentages berekenen, oppervlakte- en lengtematen, getallen na de komma enz.
Toch blijven ze ook voor wie die basis goed onder de knie heeft boeiend.
Dat heeft niet alleen
te maken met de gekozen vragen, maar ook met de tekenstijl van Floor de Goede.
Dankzij zijn strips spatten de rekenvragen van de pagina’s af. Hij speelt vlot
met werkelijkheid en verbeelding, met mimiek en perspectief, met kleur en
bladschikking. In zijn herkenbare stijl zet hij de diverse kinderen treffend
neer, en maakt hij ook de rekenvraagstukken inzichtelijk. Net als in de reeks
rond Sofie brengen Van de Vendel en De Goede fictie en non-fictie zo schijnbaar
moeiteloos samen.
Rekenen voor je leven is niet de eerste poging om rekenen en
wiskunde te introduceren in fictie voor de jeugd: ook De telduivel van
Hans Magnus Enzensberger (De Bezige Bij 2018) en Alice in Wiskunde Wonderland van Carlo Frabetti en illustrator Wendy Panders
deden dat al. Anders dan in die verhalen slaat Rekenen voor je leven nadrukkelijk
de brug naar het dagelijkse leven van lagereschoolkinderen. Het mikt dus op wat
jonge kinderen en zet in op rekenen als basis voor wiskunde: ‘voor wiskunde heb
je wel rekenen nodig. Dus eigenlijk is rekenen googolplexbelangrijk’. Wat
gebeurt er dus als een wiskundige, een jeugdauteur en een illustrator de handen
in elkaar slaan en saaie rekenlessen vervangen door échte verhalen? Je krijgt
een sprankelend jeugdboek dat niet netjes binnen de bestaande hokjes past.
Googolplex belangrijk.
Edward van de Vendel, Ionica Smeets en Floor de Goede
(ill.): Rekenen voor je leven, Nieuwezijds, Amsterdam 2021, 275 p. ISBN 9789057125188.
Distributie EPO
deze pagina printen of opslaan