6+ - ‘Worden wie je wil’ was het thema van de voorbije
Kinderboekenweek 2021. Wie weet, was deze vlotte, jolige en hier en daar erg
geestige nieuwe jeugdroman van Michael De Cock er nog naartoe geschreven. Hoe
dan ook: de kinderen van de klas van juf Katrien hebben het er uitvoerig over.
Het ik-personage Bahar is, dat lees je vaker, voor het
eerst in deze klas. De juf, met een pracht van een slotjesbeugel (‘een spoorweg
in haar mond’), vraagt al in hoofdstukje twee of de kinderen weten wat ze willen
worden. Voor ze de vraag beantwoorden, moeten ze vertellen wat hun ouders doen.
Daarmee leren we dus meteen hun thuissituatie kennen. De ene moeder heeft een
brillenwinkel, de andere een pizzeria, eentje is piloot en nog eentje heeft een
burnout. Dat is dan wel geen beroep, maar ergens heeft het wel met werken te
maken. Een vader is dokter, een andere is ‘assistent van de medewerker van de
assistent van de minister’, dus dat is best wel een hoge piet. Dan is Bahar aan
de beurt. Zij heeft twee mama’s (Vero en Sophie), het duurt even voor iedereen
doorheeft dat dat in Bahars geval niet met een operatie of een scheiding te
maken heeft. Het zaadje komt van een vriend van mama Vero. Een van de twee is
een rockster, flapt ze er nog uit (Sophie zit net op drumles). De ‘twee
mama’s’-kwestie komt uiteraard nog een paar keer terug, want ook voor sommige
ouders van de kinderen met wie Bahar en haar moeders kennismaken, is dat niet
iets bekends.
Het
twee-mama’s-gegeven dateert niet van vandaag of gisteren. Je vindt al snel
aardig wat relatief vroege voorbeelden, soms geproduceerd in eigen beheer. In
2010 (Vaderdag met twee mama’s - GigaBoek),
2012 (Pippa zoekt een papa), drie voorbeelden uit 2013 (Een cavia en twee
moeders (Uitgeverij Droomvallei), Twee mama’s (De vier windstreken),
De mama’s van Sterre (’t Verschil,
recent herdrukt) en een uit 2016 (Ik heb twee mama’s. Dat kan!). Wel
opvallend vaak voor de kleinsten. In de volwassenenliteratuur werd, in 2014,
het thema het mooist en lekker laconiek opgevoerd door Nina Polak, met de
beginzin van haar roman We zullen niet te
pletter slaan (Prometheus): ‘Hun moeder verliet hun moeder op de dag dat de nieuwe keuken
arriveerde’.
De
Cock koppelt het thema fraai aan de discussie over wat je worden wil. Behendig
weeft hij wat motiefjes in het verhaal. Het mooiste is dat van de krokodil. ‘geduld
is een krokodil’ zegt mama Vero, als ze over analoge fotografie vertelt aan
Bahar. Daarbij is geduld een schone zaak. De vader van klasgenootje Ruman heeft
een krokodil op z’n arm getatoeëerd. De krokodil heeft alle tijd, en wij ook,
denkt Bahar, waarom zouden we nu al moeten/willen weten wat we worden?
Het andere is
dat van de muziek. Drie van de ouders en de juf hebben, zo komen we stapsgewijs
te weten, muzikale talenten, wat een heuse, swingende band oplevert in het
slot. Op de slotpagina pakt De Cock het fotografiemotief op, wat een heel
prettige, beschouwende scène oplevert.
De Cock vergeet de (groot)ouders
en andere meelezers niet. Mama laat een foto zien waarop haar voorbeelddrummer
staat. Bahar beschrijft de foto van diens ‘ouwelullenband’ prachtig. Kennelijk
was het boek al gedrukt toen Charlie Watts ging hemelen, want ‘Opa Charlie’ komt
nog ‘in leven’ in een jeugdroman terecht. Ook de naam van de oudersband voert
je naar de jaren 1960. In de pizzeria van Rumans moeder hangen vijf iconische
foto’s van filmsterren die de oudere lezers waarschijnlijk wel (zeker de eerste
drie) zullen herkennen.
Slechts
een enkele keer onderschat De Cock zijn lezers. Bij voorbeeld als hij het beeld
van een trein gebruikt en dan terugverwijst naar de mond van de juf (dat doet
de lezer zelf al wel). Of bij de herhaling van het gegeven dat een krokodil kan
wachten met eten.
Querido koppelde de gevestigde kracht De Cock aan de jonge illustratrice Arevik
d’Or, en dat pakt goed uit. Haar tekeningen passen precies bij de tijdloze,
bijna ouderwetse gezelligheid en positiviteit die de sfeer bepalen van het
boek. Een Spaans sprekende stem op Vero’s routeplanner tovert ze om naar een
bekend, beetje belegen beeld van een Spaans geklede man, die letterlijk de weg
wijst. Maar ze heeft ook een dynamische juf op een trein in huis, en geinige
uitgerekte armen als moeder Sophie de noten niet meer kan lezen.
Bahar Bizar is een geslaagd boek, dat uitnodigt tot
discussiëren en nadenken én uitermate lekker leest.
Michael De Cock, Arevik d’Or: Bahar
Bizar, Querido, Amsterdam 2021, 91 p. : ill. ISBN 9789045126654. Distributie
L&M Books
deze pagina printen of opslaan