9+ - Ella Risbridger, in het dagelijkse leven vooral bekend als food writer, schrijft met De geheime detectives haar eerste roman
voor jongere lezers. Het hoofdpersonage van dit debuut is Isobel Petty, een
weesmeisje dat per postschip de oversteek maakt van haar thuisland India naar
Engeland, om er bij haar oom te gaan wonen. Aan boord van het schip is ze
getuige van een misdaad. Er wordt iemand overboord gegooid, maar aangezien het
donker is, kan ze dader noch slachtoffer herkennen. Isobel neemt zich voor om
het mysterie op te lossen. Ondanks haar absolute hekel aan andere kinderen
wordt ze daarin geholpen door Sam, de zoon van een Indische ingenieur en een
Engelse moeder, en Letty, de dochter van rijke Engelse kolonialen.
Als je weet dat het
verhaal zich afspeelt tegen het einde van de 19e eeuw, doet die
korte inhoud misschien al een belletje rinkelen. De geheime detectives is losjes gebaseerd op een van dé
jeugdklassiekers uit de 20e eeuw: De geheime tuin van Frances Hogdson Burnett. Dit debuut is zeg maar
een prequel op die klassieker. Wat
zou er gebeuren als Mary Lennox voor ze Engeland bereikt op een schip getuige
is van een moord? Zoiets. Als je De
geheime tuin kent, krijgt dit boek meteen wat extra lagen. Isobels
herinneringen aan India vertonen heel wat gelijkenissen met passages uit
Burnetts boek en Isobel is als personage duidelijk op Mary Lennox geënt. Die
intertekstualiteit is leuk, maar niet hinderlijk. Als je De geheime tuin niet gelezen hebt, staat dit verhaal prima op
zichzelf.
Het
boek van Risbridger biedt bovendien een meer hedendaags perspectief op de
koloniale verhaallijn. Ze gaat voortdurend in dialoog met het kolonialisme en
racisme van de eind 19e – begin 20e eeuw; thema’s die
klassieke jeugdliteratuur vandaag meer dan eens problematisch maken. Zo merkt
Isobel aan het begin van de roman bijvoorbeeld op dat Engelse kolonialen
bepaald denigrerend over Indië spreken:
‘Het had iets heel akeligs, de
afkeurende manier waarop kolonelsvrouw Hartington-Davis ‘Indiaas’ zei. Zoals
zij spraken eigenlijk heel veel mensen over India, besefte Isobel nu ze erover
nadacht. Dat was erg raar, want ze vonden India blijkbaar wel goed genoeg om er
te wonen, in hun lage witte huizen in de groene heuvels en in de drukke steden
waar de meeste andere mensen Indiërs waren. Als je er even bij stilstond, was
dat toch heel onlogisch.’
Ook Sam, Isobels mede-detective, komt steevast op voor
zichzelf als hij merkt dat uitspraken hem kwetsen:
’Hij is steenrijk. En hij heeft
een persoonlijke bediende, die niet in de eetzaal komt omdat hij Indi…’ Ze
hield snel haar mond en begon te blozen.
‘Omdat hij Indiaas is,
wilde je zeggen’, zei Sam mat. […]
‘Ik ben ook Indiaas,’ zei Sam.
‘En ik mag eten waar ik wil.’
‘Echt Indiaas?’
‘Heel
echt Indiaas,’ antwoordde Sam. ‘En ook heel echt Engels. Ik kan het gewoon
allebei zijn. […] Ik ben helemaal Indiaas en helemaal Engels. En als jou dat
niet aanstaat, dan… dan laat je ons met rust.’
‘Ik heb er niks op
tegen,’ zei Letitia onzeker. […]
‘Het is niet genoeg dat je er
niks op tégen hebt,’ zei hij. ‘Dit is niet iets waar jij wat op tegen kunt
hebben. Het is gewoon de waarheid. Ik ben helemaal Indiaas en helemaal Engels.
Dus als je daar irritant over gaat lopen doen, kun je nu vertrekken, dan gaan
wij door met ons speurwerk.’
Door het mysterie dat de kinderen willen ontrafelen, zou je
kunnen stellen dat De geheime detectives
een hedendaagse mix is van De geheime
tuin en de verhalen van Sherlock Holmes, met een vleugje van De gebroeders Karamazov aan het einde.
Dat voortdurende intertekstuele spel zorgt ervoor dat de roman zeker niet enkel
leuk is voor lezers vanaf 8 jaar, maar dat ook veel oudere lezers zich prima
met dit boek kunnen amuseren.
Toch is De geheime
detectives niet van begin tot eind even fijn om te lezen. Tussen het
spannende begin van het boek en het einde, waarin Isobel, Sam en Petty erin
slagen slachtoffer en dader te ontmaskeren, moet je je door een middenstuk
worstelen waarin het verhaal te gemoedelijk voortkabbelt. In dat midden slaagt
Risbridger er niet in om de lezer aandachtig te houden. Een detectiveverhaal
als dit zou ervoor moeten zorgen dat je voortdurend op het puntje van je stoel
zit. Dat was bij momenten allerminst het geval.
Risbridger creëert met Isobel ook
een lastig hoofdpersonage. Isobel houdt van niemand, wil met niemand vrienden
zijn en probeert elk sociaal contact te vermijden. En nee, niet alle introverte
hoofdpersonages zijn slechte heldinnen (integendeel), maar de haatdragende gedachten
van Isobel gaan soms zo ver dat het amper nog realistisch overkomt. De
schrijfster had Isobels aparte karakter evengoed kunnen schetsen zonder haar zo
apathisch te maken.
De geheime detectives is een
zeer leesbare, amusante jeugdroman die speelt met het tekstuele verleden. Is
het een perfect debuut? Nee, zeker niet, maar Risbridger maakt me wel
nieuwsgierig naar wat er in de toekomst nog uit haar pen komt.
Ella Risbridger: De
geheime detectives, Fontaine Uitgevers, Amsterdam 2021, 254 p. ISBN 9789464040111 Vertaling van The secret detectives door Sabine Mutsaers.
Distributie Mythras Books
deze pagina printen of opslaan