14+
- Querido’s Glow-reeks, ‘waar diversiteit in gender en seksualiteit het
uitgangspunt is’, is echt op stoom gekomen. Deze maand verschenen twee nieuwe
delen. De start was fris: Gloei, een interviewboek
met jongeren uit het hele LHBTQIA+-spectrum. De literaire kwaliteit van de
eerste twee romans in de reeks (Dit is best wel een episch liefdesverhaal van Kacen
Callender en Als vuur van Sara Lövestam)
was niet heel hoog, maar ze lezen lekker weg en zijn ze open en herkenbaar. In
de tweede draaide het om een, vrij traditioneel beschreven, lesbische liefde.
De eerste toont een veel bredere jongerenwereld, met verschil in gender, kleur
en cultuur; enkelen communiceren in gebarentaal.
Noem me Nathan is in literair opzicht interessanter, al
is het naar de vorm (beeldroman tegenover twee ‘gewone’ romans) niet te
vergelijken. De verteller is er een die je vaak in graphic novels aantreft:
iemand die boven, onder of tussen de tekstballons door vertelt over hoe het
begon, ging en eindigde. Te vergelijken met een voiceover in een film. Dat
procedé wordt hier overigens wat luchtiger opgevat. De ik-verteller is het
hoofdpersonage dat terugkijkt op haar transitie van meisje (Lila) naar jongen
(Nathan), maar op enkele plaatsen, elk één keer, zijn het de moeder, de vader
en de jongere broer. Het past wel bij het meer literaire en wat betreft
personages diepgaandere karakter van de graphic novel.
Het verhaal begint voor Lila bij
het afschuwelijke moment dat haar borsten doorkomen, zie het voorplat
(hetzelfde als de oorspronkelijke, Franstalige editie). Eigenlijk moet ik ‘hij’
schrijven, want al op jonge leeftijd weet Lila zeker dat ze een jongen is. Ook
haar vrienden kennen haar niet beter dan als jongensachtig, niet geschikt voor
de leuke meisjesdingen die oma en mama voor haar kopen of in petto hebben. Als
ze ongesteld wordt, vindt ze dat megavies, moeder ziet het, trots en vrolijk, als
haar op weg zijn naar vrouw. En voor haar verjaardag vroeg Lila niet de paars-roze(!)
meisjesrugzak die ze krijgt, maar een zakmes. Dat ze op meisjes valt, komt
vanuit haar jongen-zijn, niet omdat ze lesbisch is, wat je zou kunnen denken
als je de illustratie op de titelpagina ziet: Lila tongzoent met haar vriendin.
Op een gegeven
moment is ze het zat en vraagt ze haar gezinsleden en vrienden haar Nathan te
noemen. Daarna gaat ze het ‘female-maletraject’ in. Moeder volgt Nathan met
liefde, hoewel ze het heel jammer vindt. Vader beseft langzaam, aanvankelijk
stug en weinig begripvol, dat hij nu twee zonen heeft. Voor alle drie komt het
moment dat ze de nieuwe situatie in de buitenwereld vol compassie met Nathan
uitdragen, vader bij zijn vrij traditionele voetbalvrienden, broertje Theo
tegenover twee macho scooterjongens (‘als-ie geen pik heeft, is-ie geen echte
jongen’). Moeder is de lieve begeleider en regelaar, ondanks het feit dat ze nu
niet lekker in het meiden-onder-elkaargedoe met haar dochter zal geraken.
De makers zitten werkelijk bovenop hun held, ze tonen hem
in z’n intiemste momenten, sensaties, vernederingen en relaties. Je zou kunnen
zeggen dat ze ook bijna niets over het hoofd zien. Behalve bovengenoemde
elementen (afschuw van ongesteld worden, borsten, reacties in het gezin, de
vriendengroep en anderen, zelfs het snijden in de arm komt langs) wordt alles
uit zo’n proces getoond. De twijfels, het opstandige, het steeds maar niet
begrepen worden, het in het team van de jongens willen op school, het afknippen
van het lange meisjeshaar. Het probleem met zonnebaden op het strand, de
kleedkamer op school en bij zwemles. Het broertje dat z’n grote zus kwijtraakt.
De lichamelijke veranderingen door operaties en hormonen. Het vinden van
gelijkgezinden binnen de LHBTQIA+-wereld, de tekenaar gebruikt er mooi vier
pagina’s lang de regenboogkleurstelling voor. Zelfs ook de discussie dat al dat
gezoek naar en gepraat over genderidentiteit wel erg in de mode is!
Castro baseerde haar
romangeschiedenis op het verhaal van een kind van vrienden, net als Nathan
worstelend met het geslacht waarmee ze geboren werd (genderdysforie). De
tekenaar die bij dit verhaal gevonden werd, Zuttion, heeft zijn sporen verdiend
met strips op dit terrein: liefdesgeschiedenissen ‘waarin de personages hun
lichaam verkennen en op zoek zijn naar hun identiteit’ (quote achterin). Hij
weet het beginmotief van de walging over de zichtbare borsten een paar keer
mooi te herhalen in fantasiebeelden van Nathan, op twee dubbelpagina’s zonder
tekst. In het zwembad verzuipt Nathan in een poel van borsten. Later rukt een
lange, blote Nathan met zijn handen de borsten van zijn lijf, een in sequence
getekende bloederige, maar gestileerde, scène. Hij is uiteindelijk zichtbaar
tevreden. Dat Nathan als jongen op meisjes valt, laat Zuttion ook duidelijk
zien, zij het dat hij duidelijk minder macho is dan zijn beste vrienden. Fraai
is de afwisseling tussen dag- en avond/nachtscènes. Er wordt een dubbelpagina
ingeruimd voor de operaties, zeer feitelijk verteld en getekend, eindigend met
de minst ingrijpende ‘verbouwing’, waarvoor Nathan kiest. In zijn woorden: ‘een
jongenskut … en een pik in m’n hoofd’.
Een geslaagd deel in de reeks
dus. Waarschijnlijk zal dit zeer intieme, realistisch in beeld gebrachte
portret bijdragen aan het begrip voor iemand die zo duidelijk weet dat hij in
het verkeerde lijf zit, zowel bij jongeren als bij opvoeders. Het is bovendien
een ode aan de vriendschap door dik en dun en het geeft een treffend beeld van hoe
het er in een gezin aan toe kan gaan als een van de kinderen het genderprobleem
aan de orde stelt. Hoe transgenders over dit boek denken, zal binnenkort wel
duidelijk worden op lezersforums als Goodreads.
Catherine Castro, Quentin Zuttion: Noem me Nathan, Querido,
Amsterdam 2021,141 p. : ill. ISBN 9789045125039. Vertaling van Appelez-moi
Nathan door Arend Jan van Oudheusden. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan