10+ - Op de maan volgt een meisje met haar verrekijker de
gebeurtenissen op aarde, in het Japanse plaatsje Oi. Daar vindt een oude
bamboesnijder tussen zijn bamboescheuten een minuscuul meisje. Hij en zijn
vrouw, al een leven lang ongewild kinderloos, zijn dolgelukkig. Ze noemen haar
Jie en voeden haar op als hun dochter. Wanneer Jie volwassen is, willen haar
ouders dat ze trouwt. Maar Jie wil absoluut bij hen blijven. Ze bedenkt de
meest onuitvoerbare opdrachten en zo lukt het haar prima om een aantal
hooggeplaatste huwelijkskandidaten af te wijzen.
Moeilijker wordt het wanneer
zich een eenvoudige jongen komt aanbieden, op wie Jie halsoverkop verliefd wordt.
Ze geeft hem een ogenschijnlijk makkelijke opdracht en wanneer die mislukt, breekt
haar hart. Tot haar verbazing ontdekt ze dat haar geliefde in werkelijkheid de keizer
van Japan is. Tegelijkertijd vernemen de keizer en haar ouders Jies trieste geheim:
Ze kwam tijdelijk naar de aarde om haar ouders een kind te schenken. Maar ze
kan hier niet voor altijd blijven. Terwijl Jie stilletjes wegkwijnt van
liefdesverdriet, geeft de keizer niet op. Hij blijft haar schrijven. Na lang
piekeren lijken voor Jie plots alle puzzelstukjes op hun plaats te vallen. Ze
keert terug naar haar huis op de maan en neemt het meisje mee naar de aarde.
Zij zal nu het tweede kindje van de bamboesnijder en zijn vrouw worden. Nu kan
Jie voor altijd bij haar keizer zijn en heeft ze ook haar ouders en het
maanmeisje dicht bij zich.
Edward van de Vendel vond inspiratie in het verhaal van de bamboesnijder, een
van de oudste bewaarde Japanse sprookjes uit de tiende eeuw. De complexiteit van
liefhebben vormt een rode draad. Jie zit verstrikt in haar web van liefde. Ze
houdt zielsveel van haar ouders en is tegelijk smoorverliefd op de keizer. En
ze zou heel graag bij het meisje op de maan zijn. Maar ze zal moeten kiezen en
dat maakt haar ziek. Jies ouders en de keizer blijven haar onverminderd graag
zien, maar ze gaan helemaal anders om met het naderende afscheid. Jies ouders
proberen erin te berusten, terwijl de keizer in zijn brieven vooral wegen zoekt
om toch bij haar te kunnen blijven.
En dan is er Jies vriendinnetje -
of is het haar zusje? - op de maan. Knap hoe van de Vendel regelmatig de
gebeurtenissen in Oi even onderbreekt om in te zoomen op haar gedachten en
gevoelens. Ze is een heerlijk fel en oprecht kind en ze is voortdurend in
tweestrijd. Enerzijds wil ze dat Jie het daar beneden zo snel mogelijk afrondt,
zodat ze terug kan komen, anderzijds wordt doodongelukkig van Jies
liefdesverdriet. Jammer dat alles op het einde net iets te soepel in de plooi
valt. Na dit mooi gelaagd, filosofisch verhaal over de scherpe randjes van liefde
geeft zo’n suikerzoet einde een onbestemd gevoel.
Voor zijn illustraties liet Mattias
De Leeuw zich leiden door oude Japanse prenten en kalligrafie. Het resultaat is
één groot feest om naar te kijken. In heldere kleuren schildert hij een decor
van frisgroene velden, bonsaibomen, helderblauwe beekjes en roze bloesemtakken.
Sfeervolle bruggetjes en de typische huizen met enorme schuifdeuren maken de oosterse
sfeer compleet .De bewoners van Oi doen denken aan Chinese porseleinen beelden,
met hun witte gezichten, rode wangen en kleurige kimono’s, vaak met prachtig
uitgewerkte dessins.
Opvallend is ook de enorme hoeveelheid illustraties, haast op elk blad
van dit behoorlijk omvangrijk boek is er een te zien. Vaak vult de illustratie hele
blad en zuigt onmiddellijk alle aandacht naar zich toe, terwijl de tekst
visueel een tel naar de achtergrond verdwijnt. Het verhaal komt voor je ogen
tot leven nog voor je echt aan lezen toe komt.
Ontroerend is het beeld van de nog
niet ontmaskerde keizer, bengelend in een ton aan de kerselaar. Klaar om ‘iets’
van een zwaluw te ontvangen in opdracht van Jie. Boven de rand van de ton zijn
enkel een stukje van zijn hoofd en een voorzichtig opgehouden hand zichtbaar. Roze
bloesemtakken, boordevol vluchtig geschilderde blauwe zwaluwen, kronkelen uitbundig
over de witte achtergrond.
De illustratie komt nog intenser binnen door de poëtische
zinsflarden erbij waarin Van de Vendel Jies groeiende hoop en verliefdheid uitdrukt.
Her en der tussen de beschrijving van de keizers uiterst voorzichtige
handelingen, lezen we: ‘(Klop! deed het hart van Jie.)… (Schop! deed het hart
van Jie.)… (Galop! deed nu het hart van Jie.)’. Tekst en illustratie in een
prachtig samenspel, Edward van de Vendel en Mattias De Leeuw zijn een
uitzonderlijke tandem.
Mattias De Leeuw, Edward van de Vendel: Het bamboemeisje,
Querido, Amsterdam 2021, 256 p. : ill. ISBN 9789021414836. Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan