Samen met Tekenaars en in dezelfde klasse-uitvoering
met zwarte linnen band, zijn de Avonturen van Baron von Münchhausen verschenen
in een bewerking van Nicolaas Matsier. Negentien verhalen werden er
geselecteerd en voor deze gelegenheid van een prent voorzien door de in Tekenaars
geportretteerde illustratoren - met uitzondering van Dick Bruna. Deze
fantastische avonturen van de achttiende-eeuwse Duitse schrijver Rudolph E.
Raspe zijn een schoolvoorbeeld van de zogenaamde leugenliteratuur; de
fantasieën zijn grotesk.
Zo reist Baron von
Münchhausen per kanonskogel over een slagveld, trekt hij zichzelf bij de haren
uit het moeras, spant de wolf die zich van achteren naar voren door zijn paard
heen gevreten had voor de koets etc. De absurditeit
van het vertelde zal er misschien mee te maken hebben dat een aantal van de
illustraties een grote onafhankelijkheid ten opzichte van de tekst vertonen. Ze
vormen als het ware een vrijplaats voor de illustratoren om met de
verhaalelementen een soortgelijke absurditeit te creëren als de schrijver deed;
de link met wat er verhaald wordt, is veel minder dwingend dan bij een tekst
die aan de werkelijkheid refereert. De prenten doen op hun beurt een beroep op
de fantasie van de lezer, die er niet zozeer een interpretatie van, als wel een
variërend spel met de ingrediënten in terugvindt.
Wim Hofman schilderde een kubistisch aandoende prent
bij de bootreis over de Nijl naar Alexandrië, die niet zozeer op een
verhaalsituatie ingaat, dan wel in een Afrikaanse figuratie een onbepaalde
sfeer van ongerijmdheid oproept. Fleur van der Weel verbeelde in gemengde
techniek het verhaal van de 'Wolf als trekpaard', waarbij de gigantische wolf
meer ruimte behoeft dan de bladzijde kan bieden en als een onheilspellende
schaduw over een ontspannen fluitende baron in het maanlicht hangt. Ze zet
daarmee de duistere dreiging van de setting en de situatie aan, die - in de
context van deze losgeslagen fantasieën - in de tekst op de achtergrond blijft.
Het verhaal van de 'Bijenherder' (waarbij de baron langs een Turkse bonenplant
naar de maan klimt en op zijn zo mogelijk nog absurdere weg terug naar beneden
een gat van vijfentwintig meter in de grond valt, waarna hij een spade haalt en
zichzelf uitgraaft) krijgt een prent van Joke van Leeuwen, die een paar
elementen uit het verhaal samenbrengt: bijen, de maan, een sikkeltje (in de
prent is het een bijl) op de maan. Daarmee schept ze een beeld dat de lezer de
mogelijkheid biedt een scala van andere, even fantastische en even ver van de
werkelijkheid afstaande verhalen te bedenken.
Maar
ook de illustraties die de tekst getrouwer in beeld brengen, van Jan Jutte
bijvoorbeeld, van drie (aan hun voeten) 'Opgehangen fantasten' is een
vervreemdende prent vanwege de intense, dieprode achtergrond waarop Jutte zijn
vriendelijke, stripachtige figuurtjes afbeeldt. Charlotte Dematons maakte een
sfeervolle, wat sprookjesachtige prent in een prachtige schakering van
blauwtonen die de ijzige winternacht evoceert. Ook bijzonder knap is de prent
van Marit Törnqvist bij 'Het paard aan de torenspits', die ook als
coverillustratie is gebruikt. Het op het eerste gezicht weinig bevreemdend
beeld haalt zijn interne spanning uit de immense sneeuwmassa waarop paard en
ruiter zich bevinden, en waaronder een onzichtbare wereld schuilgaat.
De mateloze fantasie en het volstrekte gebrek aan
enige band met de werkelijkheid lijkt mij soms een hinderpaal om de verhalen te
blijven genieten. Het gedoseerde aanbod en de afgewogen omvang van de
bewerkingen in dit boek, is in die zin een gelukkige keuze. Bovendien heb je
door de combinatie met de prenten de mogelijk om in de verschillende stijlen en
wijzen van aanpak alternatieve manieren te vinden om de tekst te hanteren. Wat
een goede illustratie al niet vermag.
Nicolaas Matsier (bew.), Mrit
Törnqvist (ill.) e.a.: Avonturen van Baron von Münchhausen, Hoogland & Van
Klaveren, Hoorn 2010, 40 p. : ill. ISBN 9789089670540
Oorspronkelijk verschenen in De Leeswelp 2010
deze pagina printen of opslaan