6+ - Op een koude, winterse ochtend trekt de
beroemde natuurwetenschapper Karel Daarwind door de sneeuw naar zijn
brievenbus. Omdat er een bizarre slang verstopt zit in zijn laars, hinkt hij op
één been richting zijn bestemming. Wanneer de oude man na een verfrissend
ommetje over zijn erf besluit terug te keren naar huis, ontdekt hij plots vreemde
afdrukken van één voet in de sneeuw. Karels nieuwsgierige aard neemt het meteen
over en de wetenschapper begint te fantaseren over éénpotige wezens die
verantwoordelijk zouden kunnen zijn voor de sporen: een kreupele onbekende, een
springslang, of misschien een slaapwandelende papegaai?
Hij besluit het enkele spoor te volgen, maar raakt in de
war wanneer er om de zoveel tijd een reeks afdrukken bijkomt. Bij elke
vermeerdering van voetafdrukken formuleert Karel Daarwind mogelijke verklaringen
– de ene al grappiger en absurder dan de andere. Bij zes voetstappen fantaseert
hij over een gigantische luis met zes benen. Tien voetstappen naast elkaar doen
de wetenschapper dan weer denken aan twee zeesterren, vijf dieven of een
tienpotige alien.
In tegenstelling tot wat deze
korte inhoudsbeschrijving doet vermoeden is In de voetsporen van Karel Daarwind
geen traditioneel detectiveverhaal. Het is een origineel en humoristisch tel-
en rekenboek dat beginnende lezers niet alleen aanspoort om samen met Karel
fantasierijke interpretaties te bedenken voor de vele voetafdrukken, maar dat
hen tegelijkertijd ook simpele rekenvaardigheden helpt ontwikkelen door bij
elke vermeerdering van voetafdrukken het bijpassende getal te tonen.
Bovendien laat Mārtiņš Zutis aan de hand van Karels
creatieve verklaringen goed zien dat getallen niet alleen op zichzelf bestaan,
maar dat ze ook het resultaat kunnen zijn van rekensommen. Twee katten met elk
vier poten laten bijvoorbeeld acht voetafdrukken achter, terwijl vijf dieven
met elk twee benen een spoor van tien voeten creëren. Sobere
achtergrondillustraties in een blauw-wit kleurenpalet roepen mooi de
rustgevende winterse sfeer op. De door Karel bedachte wezens daarentegen zijn
donkerblauwe schaduwfiguren met vage omtrekken en genummerde kaartjes aan hun
voeten. Er zijn in de duistere gedaantes wel menselijke of dierlijke kenmerken
te bespeuren, maar ze voelen wat bevreemdend aan, wat de figuren des te
absurder maakt.
Terwijl de verbeelde figuren
steeds op de rechterpagina worden afgebeeld, verschijnt Karel op elke
linkerpagina, zoals een detective, steeds gekenmerkt door een gebogen
speurhouding en een verwarde of nadenkende blik. De oorspronkelijk Letse tekst
van Mārtiņš Zutis is vertaald naar het Nederlands door Manten Devriendt en
Liene Jākobsone. De vertalers weten een mysterieuze toon aan te houden, onder
andere door veelvuldig gebruik te maken van vraagzinnen, die Karels
voortdurende verwarring beklemtonen. Alle zinnen zijn bovendien in duidelijke
hoofdletters geschreven, zeer geschikt voor beginnende lezers.
In de
voetsporen van Karel Daarwind is een verfrissend tel-
en rekenboek: verpakt in een absurd detectiveverhaal blijken alledaagse
rekensommen plots een stuk interessanter te zijn. De illustratie op de laatste
pagina maakt jonge lezers uiteindelijk duidelijk hoe de vork in de steel zit,
al zit er ook al een tip verwerkt in de titel van het boek.
Mārtiņš Zutis: In de voetsporen van Karel Daarwind,
Boycott, Amsterdam 2018, 40 p. Vertaling van Nenotikušais atklājums door Manten
Devriendt & Liene Jākobsone. ISBN 9789492986023
deze pagina printen of opslaan