9+ - Lepelsnijder vertelt het
verhaal van Janis, die samen met een oude man geïsoleerd op een berg woont.
Janis houdt zich bezig met de zorg voor de kippen en lepels te snijden uit hout
- treffend verbeeld aan het begin van ieder hoofdstuk door precieze linosnedes
van Annette Fienieg -, die Frid dan gaat verruilen voor reuzel en gerst. Het gevaar voor een
mysterieuze grote ziekte houdt Janis in huis. Maar op een dag komt Frid niet
terug van zijn ruiltocht en krijgt Janis bezoek van een man die hem vertelt dat
Frid niet meer terugkomt.
Het is het begin van een
avontuur waarin Janis meer leert over zijn afkomst en het leven buiten het
hutje op de berg. Maar wie moet Janis geloven, zonder Frid als richtsnoer? Het
avonturenverhaal lijkt helemaal terug van weggeweest. Na Annet Schaap met haar
bejubelde Lampje komt ook Marjolijn Hof (bekend van bekroonde en verfilmde meer realistische boeken als Een kleine kans, De regels van drie en Mijn opa en ik en het
varken Oma met een verhaal waarin een sprookjesachtige omgeving en elementen
zoals een voorspelling een belangrijke rol spelen. Het verhaal is gesitueerd om
en bij het fictieve stadje Dolmerstede, waar wachters controleren wie in en uit
de poorten gaat en optreden tegen stropers. Janis moet zich tijdens zijn tocht
behelpen met een tondeldoos om vuur te maken en slaapt onder een lap
konijnenvel.
Centraal in Lepelsnijder staat het onderscheid tussen goed en kwaad en een
ontdekkingsreis naar de eigen identiteit. Janis wordt hierin bijgestaan door
helpers als het herbergierskoppel Trebs en de zelfredzame kinderen Ever en
Jutta. Ook huispersoneel, zoals de kokkin van de Holderlings, weet net als in Lampje het hoofdpersonage op weg te
zetten. De wereld buiten de familiale omgeving wordt terecht af en toe als een
dreiging geschetst, zoals wanneer Janis en Silke voor dag en dauw inlichtingen
onder de brug gaan inwinnen, maar het wordt duidelijk dat het echte gevaar
vooral van binnenuit op de loer ligt.
Hof schept een
sfeervolle reis en doet enkele karakters goed uit de verf komen. De naïviteit
van Janis en Silke contrasteert bijvoorbeeld doeltreffend met de bijdehante
broer en zus Ever en Jutta, die als gehard door het moeilijke leven van alledag
op veel street credibility kunnen
rekenen - bijvoorbeeld wanneer Silkes haardos sneuvelt. Ook Janis’ behoefte aan
geborgenheid en de band met ezel Kiezel en hond Luki weten de lezer als vanzelf
te overtuigen. Dat is zeker te wijten aan Hofs vloeiende pen, en enkele
welgemikte gevoelige zinnen springen in het oog:
‘Jutta was niet zo
zacht als mevrouw Trebs. Ze sloeg haar armen niet om Janis heen, [...] Janis
keek haar na. Hij wist dat ze niet om zou kijken.’
Toch blijft het
verhaal niet helemaal kleven: daarvoor blijven de gedachten van Janis soms te
veel op de vlakte, en hebben personages als bijvoorbeeld de ooms te weinig om
het lijf. Hoewel Hof tijd en ruimte neemt om haar verhaal te vertellen, blijft
de lezer aan het eind toch op zijn honger zitten. Toch hopelijk meer dan ‘een
kleine kans’ op een sterkere opvolger?
Marjolijn Hof:
Lepelsnijder, Querido, Amsterdam 2018, 294 p. : ill. ISBN 9789021414997.
Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan