3+ - Elke avond voor
het slapengaan vertelt papa aan zijn tweeling Lars en Luuk een verhaal over
twee ridders die lang geleden ‘in hetzelfde uur geboren’ werden. Lars en Luuk
spelen ook voor ridder, de boomhut is hun kasteel en als de ene ridder roept:
‘Te wapen’, dan moet de andere helpen. Erecode. ‘Ze dachten dat het altijd zo
kon blijven’, maar dan gebeurt er iets. Als papa een nieuwe auto koopt, gaat
het gezin een eindje rijden. Luuk, die een bal door de ruit gejaagd heeft,
krijgt straf en moet thuisblijven bij tante Tess. De dag duurt eindeloos lang
en ’s avonds zijn ze nog niet thuis. Er is een ongeluk gebeurd.
Luuk mag Lars met
tante Tess gaan bezoeken in het ziekenhuis. Lars ligt bleek en stil met zijn
ogen dicht. Luuk zegt geen woord en Lars wordt niet wakker. Maar later die dag
keert hij alleen terug en vertelt Lars een verhaal over twee ridders. Het is
moeilijk om dat helemaal zelf te verzinnen, Luuk valt naast Lars in slaap en
droomt dat ze ridders zijn en tegen groene en witte draken moeten vechten. ‘Te
wapen!’ schreeuwt Luuk, en terwijl verpleegsters en dokters de ziekenkamer
vullen, beantwoordt iemand de ridderroep.
De manier waarop Dros en Geelen
in hun prentenboeken telkens opnieuw in de psyche van jonge kinderen doordringen,
is onovertroffen. In een hecht samenspel van eenvoudige zinnen en expressieve
prenten vertellen ze over wat elk kind zomaar kan overkomen in het dagelijks
leven en hoe heftig dat binnendringt, vaak zonder dat de volwassenen in de
buurt dat merken. Zo is Luuks schuldgevoel – hij had weer eens iets gedaan wat
niet mocht en precies daardoor blijft hij nu gespaard – onderhuids voelbaar. De
tekst is terughoudend, er worden nauwelijks woorden aan besteed, de herhaling
in de prenten van een zoekend jongetje, dat heel alleen de zaken ten goede wil
keren, zegt alles.
De auteurs winden er geen doekjes om, het bezoek in het ziekenhuis is
confronterend. Al die slangetjes en rinkelende en flitsende apparaten… Dros en
Geelen zijn van mening dat wat in de wereld gebeurt, ook in een prentenboek
mag, zij het dat ze altijd voor een goede afloop zorgen. Imme Dros in een interview
op VPRO:
‘Kinderen
zijn ook mensen, mensen die heel veel meemaken en die, wat ik boeiend vind,
moeten roeien met de wrakke riemen die ze hebben. Ze hebben nog heel weinig
materiaal om zich te verdedigen, om te doen wat ze zelf willen. Ze zijn erg
afhankelijk. Een heleboel begrippen en woorden kennen ze nog niet. Dat is
boeiend.’
Van twee ridders is een prentenboek van vijftig bladzijden in groot
formaat. Het verhaal krijgt de tijd om zich af te wikkelen en om door te
dringen. Zes pagina’s over het ziekenbezoek aan papa en mama, met prenten over
een dubbele bladzijde van omwikkelde hoofden en ledematen, en Luuk die er
verloren bijstaat. Over Lars mocht Luuk niet praten, had tante Tess gezegd,
maar papa praatte zelf aldoor over Lars. Het was al eerder duidelijk geworden
dat tante Tess het goed meent, maar niet zo’n geweldige hulp is voor Luuk.
Het samenspel
van tekst en prenten is best uitdagend. Op de pagina’s waar de tekst gaat over
Lars die bleek en stil aan de zoemende apparaten ligt, loopt Harrie Geelen op
het verhaal vooruit en schildert alvast hoe Luuk later die dag alleen met de
bus terugkeert. Uit de tekst kon je eerder al oprapen dat hij iets van plan
was. Hij lette bijzonder goed op de weg en onthield welke trappen en gangen hij
in het ziekenhuis moest nemen. Er gaat ongemerkt veel om in Luuks hoofd en in de
tekst-beeldcombinatie wordt dat zichtbaar gemaakt.
Ook last Geelen de verschillende taferelen aan elkaar alsof
het filmbeelden zijn. Op elke bladzijde zie je al het begin van de prent van de
volgende bladzijde. Boven en onder is er een fries met kleine tafereeltjes. Veel
van ridders te paard en draken natuurlijk, maar in het ziekenhuis zijn het
pillen en spuitjes. Als Luuk zijn plannetje uitdenkt om alleen terug te gaan
naar Lars, zie je in de fries de ene bus na de andere verschijnen, en Luuk die
heel alleen de weg zoekt. Er zijn geen beelden te zien als Luuk zich bang
verstopt in het ziekenhuis, want hij zal wel weer iets gedaan hebben wat niet
mocht: ‘Alarm. Zijn schuld. Zijn schuld.’ Hoor je zijn bonkende hart in die
woorden? Zie je de verstikkende angst in die beeldloze stroken? Geweldig knap
gedaan van Dros en Geelen.
Imme Dros en Harrie Geelen: Van twee ridders, Querido,
Amsterdam 2018, 50 p. : ill. ISBN 9789021414331.
Distributie L&M Books
deze pagina printen of opslaan