Vanaf negen jaar

JEUGDBOEKEN NR. 10, NOVEMBER 2018

Bibi Dumon Tak, Annemarie van Haeringen (ill.): Laat een boodschap achter in het zand

door Frauke Pauwels

9+ - Toen Bibi Dumon Tak in september de Theo Thijssen-prijs kreeg uitgereikt, verscheen net Laat een boodschap achter in het zand, een bundel ‘non-fictiepoëzie’ over dieren.  Daarmee bevestigt ze wat haar eerder werk al uitvoerig had aangekondigd: dat er ook in échte dieren veel poëzie zit. Dumon Tak daagt haar gave uit om ‘met de blik van een kind […] en de pen van een dichter’ te schrijven – zoals de jury van de driejaarlijkse oeuvreprijs voor kinder- en jeugdliteratuur die beschreef – door voor een nieuw genre te kiezen.
 
Laat een boodschap achter in het zand is op de eerste plaats herkenbaar een ‘Bibi Dumon Tak’. Net als in bijvoorbeeld Winterdieren of Bibi’s bijzondere beestenboek (2006) bestaat de bundel uit een reeks dierenportretten. Alleen zijn die deze keer nadrukkelijk als gedichten opgevat, wat ertoe leidt dat Dumon Tak nog scherpere keuzes moet maken, zowel qua vorm als qua inhoud. De beschreven dieren zijn alle evenhoevigen, dieren met twee of vier tenen zoals de eland, het witstaarthert of de wisent, maar ook de minder bekende kleine kantjil of de daeodon. Fijn is hoe Dumon Tak die zelfopgelegde beperking ook weer op losse schroeven zet, door de okapi een klacht wegens discriminatie te laten indienen:  
 
‘Er is iets, dat mij als evenhoevige,
als familielid van de giraf,
als landgenoot van de bongo,
uit Congo,/ van het hart moet.
[…]
wat is er mis met een teentje minder?’  
 
Even later duikt de drietenige tapir alsnog op, voor een spreekbeurt over evenhoevigen.
 
Dankzij dat nadrukkelijke vormspel met registers en teksttypes slaagt Dumon Tak erin heel wat informatie de gedichten in te smokkelen of te versterken. Naast de klachtenmail en de spreekbeurt zijn er onder meer live sportverslaggeving van de oversteek van de blauwe gnoes, een in memoriam voor de uitgestorven Pyrenese steenbok – ‘de Capra pyrenaica is bij dezen op.// Er zijn geen nabestaanden, / geen familie, / Celia was de laatste van haar soort. / Natuurrampen, / te weinig voedsel, / uitgemoord.’ – of een contactadvertentie voor de bedreigde wilde kameel, die eenzaam in de Gobiwoestijn leeft – ‘Laat een boodschap achter in het zand’.  
 
Ook binnen één gedicht zijn vaak verschillende stemmen aan het woord en krijgen we dezelfde verschuiving van poëtisch naar informatief, die ook in Dumon Taks proza geregeld te bemerken is. Nu en dan had een keuze voor één van die stemmen het gedicht sterker kunnen maken. Wat dat (mogelijk) zou kosten aan informatie, zou het winnen aan poëzie. Knap is bijvoorbeeld de – letterlijk -- uitgesponnen vergelijking van de gerenoek met wezens ‘uit Starwarsland’, waarin hypotheses tegen de biologische verklaring worden afgezet.  
 
De slotstrofe opent met een geslaagde aanspreking van het ‘binnenaards wezen’, maar loopt wat flauw uit op ‘Dus gerenoekje / wees gerust, / we laten je / en / chill!’. Die nadrukkelijke vertelstem werkt beter in proza dan in poëzie, en ondergraaft in deze bundel net te vaak de talloze sterke beelden waarin Dumon Tak zo uitblinkt. Zelfs in verwensingen aan het knobbelzwijn klinkt de liefde voor het dier:  
 
‘Een klont klei
dat ben jij
slenterende modderpoel
uitgedeukte ragebol’.
 
Diezelfde speelse bewondering spreekt uit de prenten van Annemarie van Haeringen. De cover, schutbladen, openings- en slotpagina vormen zo een krachtig geheel dat ik er lang niet eens voorbij geraakte, maar bleef kijken naar het pientere visuele spel met patronen, kleuren en intervisuele verwijzingen. Dat spel met verwijzingen zet Van Haeringen door in de prent bij het eerste gedicht over ‘de giraf’, die eigenwijs knipoogt naar de iconische tekening van Fiep Westendorp bij ‘Dikkertje Dap’ van Annie M.G. Schmidt. Tegelijk staat de prent ook helemaal op zich, en vult ze de verwondering uit het gedicht in met een eigenbeeldtaal: de kop van de giraf valt buiten de pagina, en de vlekken zijn een in elkaar grijpende reeks ra deren en mechaniekjes. Zo kreeg elk gedicht een passende illustratie, doorgaans in spaarzame kleuren en tengere figuren in een bibberige lijn van inkt. Van Haeringen blijft dicht bij het gedicht, maar de nauwgezette dosering in de prenten werkt hier precies goed.
 
Laat een boodschap achter in het zand toont dat poëzie helemaal geen bedreigde soort hoeft te zijn, en blaast het genre overtuigend nieuw leven in. Nu steeds meer schrijvers buiten de lijntjes kleuren – denk aan Ted Van Lieshouts typografische experiment in Ze gaan er met je neus vandoor of aan Bette Westera’s filosofische gedichten in Was de aarde vroeger plat? – kunnen we alleen maar uitkijken naar nog meer kruisbestuivingen en onontdekte soorten.
 
Bibi Dumon Tak en Annemarie van Haeringen (ill.): Laat een boodschap achter in het zand, Querido, Amsterdam 2018, 52 p. : ill. ISBN 9789021414423. Distributie L&M Books 

deze pagina printen of opslaan

Nieuwe recensies

BOEKEN NR. 3, MAART 2024

Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe

De zomers

Ronya Othmann

Het mensenschip

Autran Dourado

Onze James. De vrouwen van Ensor

Jan Bultheel, Eric Min (nawoord)

Woestijnpassages

Emmelien Kramer

naar overzicht

JEUGDBOEKEN NR. 3, MAART 2024

Een toren van tijgers

Lizette de Koning, Gareth Lucas (ill.)

Eenbeen

Thijs Goverde

Roofvogels. De mooiste en machtigste dieren in de lucht

Walter De Raedt, Joris De Raedt (ill.)

Salto

Arndís Thórarinsdóttir, Linde Faas (ill.)

Springlevend

Saskia de Bodt

naar overzicht


ontwerp: Ann Van der Kinderen   |   programmatie: dataweb   |   © MappaLibri