3+ - Vader Ronald en
dochter Marije Tolman kennen we van hun prachtige woordloze prentenboek De
boomhut (2009), dat in 2010 een Gouden Penseel won. Van dit duo is in nu Het
eiland verschenen, opnieuw een tekstloos prentenboek van 32 pagina’s in
hetzelfde formaat als De boomhut. De bekende ijsbeer op het omslag
suggereert dat het hier om een vervolg gaat.
In Het eiland maakt de
ijsbeer een reis door een eilandenrijk. Waar in De boomhut de
paginagrote boom elke rechterbladzijde domineert, biedt Het eiland gevarieerdere
prenten, waarop telkens iets anders is te zien. Zo komt de ijsbeer eerst op een
goudgeel eiland vol papegaaiduikers, wordt hij vervolgens overspoeld door een
grote golf op zee en zien we hem daarna zwemmen in gezelschap van vissen,
dolfijnen en een struisvogel. Hij duikt van een houten eiland, zwemt naar een
eiland met een boom vol kleurige dodo’s en zwemt dan weer de andere kant op. Op
andere prenten is heel weinig te zien: de dubbele pagina met alleen een
streepje eiland in de verte en een voorbijvliegende vogel spant de kroon. De
verschillende taferelen baden in heldere, warme kleuren die Het eiland een
zomers gevoel geven.
De stijl van de Tolmans kenmerkt zich door prenten zonder omkadering, die
telkens een dubbele pagina beslaan. De meeste prenten tonen één groot object —
een golf, een houten eiland, de boom in De boomhut — met kleinere
details als dieren en palmbomen, die zijn omrand met een dun zwart inktlijntje.
De grotere objecten zijn grof geëtst en hebben een zachte en wat grillige
uitstraling: een boeiend contrast met de fijnere, scherp getekende dieren.
Kenmerkend voor hun stijl is ook dat het duo de achtergrond van de prenten veelal
leeg durft te laten. Een zacht of fel gekleurde lege horizon, op de voorgrond
een groot geëtst object van Ronald, gecombineerd met de veelkleurige,
gedetailleerd getekende dieren van Marije — zo laat een typische ‘Tolman’
zich omschrijven.
Het eiland biedt bekende materie aan degenen die de De
boomhut kennen. De ijsbeer komt wederom in contact met allerlei andere
dieren. Beide boeken eindigen met een prent waarop de ijsbeer knus met een
ander dier naar de hemel zit te kijken: in De boomhut een bruine beer,
die erg op de ijsbeer lijkt; in Het eiland een wasbeer, een heel ander
soort beer. Dat lijkt een teken van karakterontwikkeling en tolerantie: de
ijsbeer heeft nu ontdekt dat hij ook met een heel andere beer bevriend kan
raken. De overeenkomsten in ontmoetingen en het sluiten van vriendschap in De
boomhut en Het eiland zijn onmiskenbaar. Voor jonge lezers kan die
herkenning prettig zijn. Daarnaast biedt Het eiland de lezer veel ruimte
om de fantasie de vrije loop te laten. Hoe kan het dat de ijsbeer op de tweede
prent uit een wolk naar beneden klimt? Waarom ziet een eiland eruit als een
houtconstructie in de vorm van een zon? En waarom speelt de wasbeer viool? Het
boek geeft geen antwoorden, maar vereist een eigen interpretatie. De lezer wordt
uitgedaagd zelf een verhaal bij de prenten te creëren.
Dat maakt Het eiland echter
ook een moeilijk boek. In tekstloze prentenboeken hebben de beelden meestal een
sequentieel karakter, waardoor een duidelijke verhaallijn ontstaat. Voorbeelden
zijn de klassieker De sneeuwman van Raymond Briggs (1978), De gele
ballon van Charlotte Dematons (2003) en De paraplu van Ingrid en
Dieter Schubert (2010). Thé Tjong-Khing bracht zelfs meerdere verhaallijnen
samen in Waar is de taart? (2004). Deze kenmerkende sequentialiteit
ontbreekt grotendeels in Het eiland. De eilanden hadden evengoed in een
andere volgorde kunnen zijn weergegeven. Een verkooptentoonstelling in Galerie
Petit in Amsterdam (maart en april 2012) van prenten die niet in het boek zijn
opgenomen, suggereert dat de makers ook andere prenten hadden kunnen kiezen. De
willekeur aan gebeurtenissen prikkelt de verbeelding, maar door de afwezigheid
van een helder plot ontbreekt het de voorlezer aan houvast om een verhaal
vertellen. Het eiland leunt zwaar op eigen fantasieën en associaties.
Jonge toehoorders missen behulpzame verhaalpatronen en vertelconventies. De
prenten waarop weinig gebeurt, kunnen hun aandacht vermoedelijk niet lang
vasthouden.
Jonge
lezers kunnen wel geholpen zijn bij hun interpretatie van Het eiland wanneer
zij De boomhut al kennen. Dat is echter ook mijn voornaamste
kanttekening: er is niets aan te merken op het ontwikkelen van een eigen stijl
en evenmin op het voortborduren op eerder succes, maar Het eiland heeft
wel erg veel weg van een herhalingsoefening. Door alleen te kiezen voor
veranderende locaties en verder nagenoeg alle concepten te handhaven — de open
verhaalstructuur, de ontmoetingen met andere dieren, het afsluitende samenzijn
van de ijsbeer met een ander dier — is Het eiland minder origineel en
vernieuwend dan ik van dit bijzondere kunstenaarsduo had verwacht. Maar het
blijft een prachtig vormgegeven boek, dat de fantasie prikkelt en waar je
steeds opnieuw door kunt bladeren, dat uitdaagt tot het creëren van verhalen.
Marije en Ronald Tolman: Het eiland, Lemniscaat, Rotterdam 2016, 29 p. :
ill. ISBN 9789047704287. Distributie De Eenhoorn
deze pagina printen of opslaan